Sunday, December 23, 2012

Een actuaris over goudbeleggingen

Op 19 juni 2012 was de Johan de Witt lezing van het Actuarieel Genootschap. Spreker was Jos Berkemeijer AAG over het onderwerp Belegging in Goud. De kern van zijn betoog was, dat beleggen in goud een absolute must is om je in te dekken tegen risico's, en vooral in de financiele crisis die we sedert 2008 meemaken. Zelf was ik benieuwd naar zijn argumentatie, want ik voel meer voor de filosofie, die de grote belegger Warren Buffett hanteert. Buffett onderscheidt drie categorieën beleggingen. Op de eerste plaats goud en andere goederen die 'niet produktief' zijn. Op de tweede plaats geld en geldpapieren, want die hebben weliswaar koopkracht, maar het blijft fiduciair papier. Op de derde plaats komt de categorie, die blijvende waarde heeft en die produktief is, namelijk onroerend goed, aandelen en bedrijven. Zijn beleggingen richt hij dan ook op de laatste categorie; met dien verstande, dat hij aandelen en bedrijven kiest die hij begrijpt. Daardoor zit hij vooral in de 'oude' economie en heeft heel lang de mogelijkheden van IT en internet laten liggen.
Jos Berkemeijer bouwt zijn betoog gestructureerd op. Hij laat zien hoe diep de crisis is, die de afgelopen jaren is gegroeid. Vervolgens dat de analysemethoden die actuarissen en andere wetenschappers hanteren schijnoplossingen bieden. En tenslotte toont hij, hoe goud al sinds mensenheugenis zich bewezen heeft als een zeer zeker belegging. Hij toont een vracht aan bewijsvoering en de sheets dragen alle het logo van GSCG (Gold Standard Consulting Group). Daarin zal hij wel actief zijn.
Zijn uiteindelijke advies aan pensioenfondsen is om enkele procenten van de activa aan te houden in goud. Hij geeft het voorbeeld van een Japans pensioenfonds, dat deze stap al heeft gezet. Japan is immers al sedert de jaren negentig in een situatie van nul procent rente. Een situatie waarin het 'westen' ook terecht lijkt te komen. Hij predikt ook, dat actuarissen hierin een actieve rol moeten nemen. Dat sluit wel goed aan bij de voornemens van het AI om meer dominant te worden in de beleidsvorming van financiele instellingen. Men wil af van het predikaat “Piet Verplichting”, de actuaris die alleen maar jaarlijk uitrekent welke verplichtigen het instituut heeft. Hij beperkt zich dus tot de passiefzijde van de balans. Via de tussenstap ALM (asset liability management) zou de actuaris dus ook veel meer invloed moeten zoeken op de beleggingen, de assets van de instelling. Of de wens van Berkemeijer (in goud gaan beleggen) daarin past, blijft natuurlijk de vraag.
Ik heb me af gevraagd, of zijn advies ook zou kunnen gelden voor particulieren. Maar volgens mij is één van de elf in zijn presentatie genoemde 'disadvantages' voor particulieren een showstopper: Vaulting gold is expensive. (Het bezitten en bewaren van goud is duur.) En voor particulieren is het niet alleen duur, maar ook gevaarlijk. Want als je echt in goud wilt beleggen, moet je echt de goudstaven bij je thuis bewaren. Als je dat bewaren overlaat aan een beleggingsinstelling, loop je weer één van de grote risico's van deze tijd. Het third party risico wordt dan geïntroduceerd, want het kan zijn, dat die bewaarder het goud niet kan leveren, als jij het wilt ophalen of verkopen.
Conclusie: Ik zocht dus naar zijn argumentatie. Want in de beschouwing van Buffett is de zwakte van goud, dat het niet-produktief is en uitsluitend speculatief. De argumentatie van Berkemeijer komt er dus op neer, dat historisch bewezen is, dat goud altijd beter presteert dan de inflatie. Daar is niks tegen in te brengen. Het doet mij denken aan de redeneertrant van de 'chartists', die beleggingen uitsluitend bekijken met historische koersgrafieken.

Tuesday, December 11, 2012

Beursgang Facebook

In de jaren negentig dachten we bij Cap Gemini, dat de wereld door internet heel snel zou veranderen. Dat gebeurt echter niet binnen 1 of 2 jaar. Maar over een langere tijd zie je wel degelijk een spectaculaire verandering zich voltrekken. Op deze blog schreef ik daarover: Oude en nieuwe economie (18-1-2010), Nieuwe spelers in e-commerce (27-12-2010), Waarde van ICT (19-3-2011).
De beursgang van Facebook in 2012 is weer een voorbeeld van deze veranderingen in de economie. In de Waarde van ICT schreef ik bijvoorbeeld hoe de waarde van Apple Computers de waarde overtreft van veel klassieke industrieën, die qua produktiefaciliteiten en aantallen medewerkers vele malen groter zijn. In mei 2012 schrijft Der Spiegel over Facebook, dat na de beursgang de waarde van het bedrijf op 105 miljard staat. Meer dan de gezamenlijke waarde van de traditionele Duitse ondernemingen BMW, Deutsche Bank en Adidas... Weliswaar is die beurswaarde in de zomer van 2012 weer vermindert, maar dat doet niks af aan het fenomeen.
In de zomer las ik de biografie van Steve Jobs geschreven door Walter Isaacson. Een persoon, die zoals hij zelf zegt, Technology en Liberal Arts met elkaar wist te verbinden. Hij maakte de apparaten en toepassingen, waarvan de mensen niet wisten, dat ze die nodig hadden. Zo'n bedrijf bewerkt dus een sprongsgewijze verandering door bouwstenen met elkaar te verbinden die in potentie al langer beschikbaar waren. Opvallend was, dat hij een 'closed' filosofie hanteerde. Vanaf de chips tot en met de klantervaring in de winkel wilde hij de keten beheersen. Tegen alle adviezen in begon hij met zijn Apple Stores, omdat hij niet wilde dat een 'shithead' of 'bozo' van een warenhuis zijn Apple op de plank zette naast een Dell of een HP. Hij wilde niet dat mensen uit de 'oude wereld' een spaak in het wiel konden steken.
Ook in mei verscheen het bericht, dat Google de overname van Motorola doorzette. In tegenstelling tot de zojuist genoemde forward integration van Apple Computers is dit dus een backward integration. Steve Jobs zag Google als tegenpool, omdat zij in tegenstelling tot zijn closed filosofie uit gaan van de 'open' filosofie. Jobs heeft lang gevochten tegen het open Android, omdat hij volgens mij niet ten onrechte, dat beschouwde als diefstal van zijn gedachtengoed. Inmiddels verliest Apple qua marktaandeel van Andoid, net zoals het in de vorige eeuw verloor van Microsoft Windows. Vervelend voor Apple, maar volgens mij is 'open' voor de mensheid toch een betere weg dan 'gesloten'.
Google, Apple, Facebook, Amazon en E-bay gaan dus door met hun groei. Zij zijn nog steeds de voorhoede van de e-commerce. Zomer 2012 lees ik op vakantie in een Franse krant, dat de 'grands surfaces' (de grote supermarkten) het afgelopen jaar drie procent hebben verloren op hun non-food omzet, terwijl de omzet van internetondernemingen met vier procent is gestegen. En in Nederlandse steden zie ik overal de pakketdiensten rondrijden, die de internetbestellingen bezorgen. (Is dat nou milieu-gunstig? Tegenover die ritten bespaar je wel de ritten tussen depots en winkels. En de ritten die de consument maakt naar winkels. Maar dat is een ander verhaal.)
Wat nog niet doorzet is de e-bank of e-verzekeraar. Toch lenen zich die daar perfect voor: geen fysiek produkt, alleen digitale produkten zoals overeenkomsten en info. Maar wat heel belangrijk bij deze produkten zijn vertrouwen, betrouwbaarheid en veiligheid. Zolang dat de achilleshiel blijft van het internet, heb je nog bankgebouwen en bankmedewerkers nodig waar je mee kunt praten en die je kunt zien.

Tuesday, November 27, 2012

Wederwaardigheden van Open Source

Op 28-10-10 schreef ik een posting 'setbacks voor open source' naar aanleiding van het terugdraaien van open source keuzen door de Duitse overheid. Bij deze nog eens een opsomming van gebeurtenissen. Er blijven tegengestelde bewegingen optreden.
In 2006 werd in de Nederlandse Tweede Kamer de motie Vendrik aangenomen. Open Source moest van overheidswege gestimuleerd worden. Daartoe werd het project OSOSS opgestart, later opgevolgd door het programma NoiV. Ook in andere landen zijn van overheidswege initiatieven geweest om open source te promoten. In Amerika wordt het gezien als een middel voor federale en lagere overheden om hun ICT-kosten te verlagen. In Duitsland en Frankrijk zijn grote overheidsdiensten overgegaan op open software. En in Engeland wordt het door de Tories gezien als het wondermiddel om een open, voor de burger gemakkelijk toegankelijke overheid te bouwen.
Aanleiding voor deze posting is het rapport van de Algemene Rekenkamer over Open Source. In maart 2011 heeft de Rekenkamer aan de minister gerapporteerd, dat het overgaan op open source maar een minimale kostenbesparing zal opleveren. Wellicht is dat ook de reden, dat het programma NoiV na de zomer 2011 zal stoppen. Voorstanders van open source wijzen erop, dat de focus op (licentie)kosten een veel te beperkte insteek is geweest van de Rekenkamer.
Rolf Zaal betoogt in Automatiseringsgids van maart 2011, dat er een politieke denkfout wordt gemaakt. De politiek denkt bij Open Source aan 'lekker gratis' en de Rekenkamer 'sukkelt daar kritiekloos in mee'. En berekent dat licentiekosten maar 4% van de totale ICT-kosten van het Rijk vertegenwoordigen. Volgens Zaal zit het voordeel van Open Source er vooral in, dat je als gebruiker zelf de verdere koers van de software kunt medebepalen. Je krijgt meer businessfit en komt nooit in een vendor lock-in. Zelf zie ik dat vendors als Microsoft alleen meebewegen als het moet (bijvoorbeeld wanneer ze druk van open software voelen, zoals bij Open Office). En anders is het toch hun eigen winstdoelstelling, die bepaalt welke aanpassingen in software wel of niet gedaan zullen worden. Je ziet aan Windows en Office, dat Microsoft steeds betere produkten levert, maar je moet je inderdaad afvragen, of dat verder gaat, zodra de druk van concurrentie (zoals open source software) wegvalt.
Het lijkt erop, dat open source een nicheprodukt wordt. Voor de liefhebbers en principiëlen. Dat geldt althans voor operating systems en voor officeprodukten. Voor sommige produkten, zoals de browser Firefox en serversoftware zoals Apache, heeft open software juist een sterke positie veroverd. Soms lijkt het, dat instellingen Microsoftplatformen kiezen uit gemakzucht of door handig manoevreren van Microsoft. (Denk bijvoorbeeld aan het feit, dat het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken van open platformen terugconverteert naar Windows. ) Anderzijds worden de produkten van Microsoft steeds beter, zoals ik zelf ervoer met het verkrijgen van Windows 7. Daarom ben ik afgestapt van Linux Ubuntu in mei 2011 toen ik een nieuwe laptop kreeg. Om nu, in november 2012, Ubuntu weer te installeren, omdat Windows na een hersteloperatie helemaal is vastgelopen.
Ben benieuwd, hoe die strijd zich ontwikkelt op de markt van smartphones en tablets. Apple is natuurlijk een fenomenale vernieuwer, maar wel ontzettend van de proprietary software. Apple standaarden worden bijvoorbeeld keihard vastgehouden, zodat Apple via zijn Appstores enorm kan verdienen aan de verkoop van apps. De open standaarden van Android winnen echter snel terrein. Ik houd het erop, dat Apple net als Microsoft bij de pc's zal moeten inbinden. Hoewel het daar nu, november 2012, helemaal nog niet op lijkt. Het begint erop te lijken, dat 'open' en 'proprietary' voorlopig naast elkaar zullen blijven bestaan. Elke optie kan in bepaalde omstandigheden de voorkeur verdienen.

Friday, November 9, 2012

Verrassende inzichten in computerbeveiliging

Onlangs schreef ik over het Open Overheids Congres op 31 mei 2012. Eén van de inleidende sprekers was Bart Jacobs, hoogleraar Computerbeveiliging aan de Radboud Universiteit. Zijn verhaal vond ik de moeite waard om een aparte posting aan te wijden.
De titel van zijn spreekbeurt was 'open standaarden en security'. Daar kan namelijk een frictie in ervaren worden. Sommigen maken volgens hem ten onrechte het punt, dat security minder sterk is, als hij open is, dat wil zeggen, als er veel informatie bekend is over de aard van de beveiliging.
Hij poneert twee stellingen:
=Het openlijk publiceren van designs en protocollen draagt bij aan de veiligheid van de beschermde systemen.
=No security through obscurity.
Vervolgens illustreert hij dat met “security through obscurity” blunders. Die van de Nederlandse OV-chip was mij bekend. Studenten van de Radboud toonden aan, dat je de OV-chip kon manipuleren om gratis te reizen. De gebruikte chip is een oud ontwerp uit de jaren negentig (Mifare Classic chip), die volgens Jacobs vol zit met cryptografische stupiditeiten. Ik kan mij herinneren, hoe de verantwoordelijke OV-instanties in het NOS-journaal bleven draaien om te vertellen, dat de OV-kaart betrouwbaar was en zelfs de krakers in de verdachte hoek zetten. Maar dit lijkt me duidelijk weer een voorbeeld van ethisch hacken. De krakers tonen zwaktes aan om de maatschappij daardoor beter te maken. Als ik google op Mifare-chips, dan blijken er toch ruim een miljard te worden gebruikt. Ze worden toegepast voor RFID tags (radiofrequency identification), waarmee je bijvoorbeeld containers op afstand kunt identificeren. Wellicht is het niet handig geweest om die chip ook te kiezen voor toepassingen, waarvan misbruik profijtelijk is, zoals OV-pas en toegangspassen. Er zijn dus aanvullende beveilingsmaatregelen nodig; ik ben er benieuwd naar welke maatregelen dat dan moeten zijn. Als ander voorbeeld noemt hij GSM. Dat is in het geheim ontwikkeld, maar na uitlekken van algorithmen bleek GSM gemakkelijk af te luisteren. Hij vertelt, dat de opvolger UMTS wél gebaseerd is op open protocollen en standaarden.
Hij introduceert het voor mij onbekende attribuut-georienteerde authenticatie en authorisatie. Voorbeeld: Je moet je ID laten zien om sterke drank te kopen, terwijl alleen de leeftijdscheck daar van belang is. Hij constateert, dat vaak identiteiten worden gebruikt ipv attributen. Dat bedreigt de privacy en gaat in tegen het minimale data vereiste. Andere toepasbare attributen zijn bijvoorbeeld geslacht, beroep, student en postcode. In het project IRMA (I Reveal My Attributes) wordt gewerkt aan een kaart waarop attributen worden opgeslagen. Issuers kunnen attributen aan de kaart toevoegen.
Argumenten voor open systemen:
Snelle detectie en herstel van bugs. Programmeurs produceren betere code als iedereen kan meekijken. Minder risico op backdoors. Meer flexibiliteit: partiële installaties zoals afgeslankte versies; onafhankelijkheid leveranciers voor patches; iedereen kan kwaliteit controleren.
Tegen gesloten: vals gevoel van veiligheid; assumptie is dat het verborgene een goed produkt is gefalsificeerd; source lekt toch uit; het verborgene geeft geen gevoel van vertrouwen.
Voor de volledigheid nog even de definitie van 'open' volgens het College Standaardisatie: Hij vindt dat een cryptografische standaard pas wordt geaccepteerd na een competitie. De organisator is de NIST. (National Institute for Standardisation and Technologies) Voorbeelden zijn AES en SHA-3.
Goed optreden van een academicus met objectieve, diepgaande inzichten over computerbeveiliging.

Tuesday, October 23, 2012

Open Overheid Congres

In 2011 stopte het programma Nederland Open in Verbinding (NOiV), het laatste initiatief van een serie die in 2006 begon naar aanleiding van de Tweede Kamer motie Vendrik om open source software vanuit de overheid te gaan promoten. Maar NoiV had wel een traditie opgebouwd van jaarlijks terugkerende voorjaarsconferenties. Die voorjaarsconferentie is nu overgenomen door ECP in samenwerking met een paar andere sponsors. Wel handig van ECP (electronic commerce platform) want volgens mij leiden die een zieltogend bestaan zonder aansprekende manifestaties; en ze moeten toch ergens hun budgetten spenderen. Maar nu dus het Open Overheid Congres, met absoluut interessante sprekers en weer een grote opkomst. Toch wel een paar honderd man in het congresgebouw van de Utrechtse jaarbeurs, op 31 mei 2012.
De directeur van KING (coördineert e-overheidsprojecten voor de Nederlandse gemeenten) pleit als spreker uiteraard voor samenwerking tussen gemeenten. Zelf het wiel uitvinden is dom. Hij maakt een goede opmerking: Je moet als gemeente niet je eigen identiteit willen uitstralen door je eigen IT te bouwen, maar door je eigen maatbehandeling van je burgers. En gebruik daarvoor dan IT-hulpmiddelen die alle gemeenten gezamenlijk aanschaffen.
Voor de workshops heb ik gekozen voor de track 'grensverleggend'. Nederland is een handelsnatie en kan zijn positie versterken door de transactiekosten te verlagen. In de transactieketens sluiten de geautomatiseerde systemen niet altijd op elkaar aan. Verschillende sprekers geven daarin inzicht. Yao-Hua Tan, hoogleraar ICT aan de TU Delft, spreekt over Interoperabiliteit en Standaarden voor Internationale Handel.
Nu is het bekend, dat er internationaal al jarenlang wordt gesproken over standaard-interfaces. Edifact, voor manufacturing, voor accounting etc. Maar het verrassende in het verhaal van Tan vond ik, dat er veel Business Process Redesign inzit. Ik herinner me in de jaren tachtig de oproep van Hammer & Champy: “Don't automate, obliterate”. Dus niet de oude situatie klakkeloos van papieren processen overzetten naar digitale processen. Maak van de gelegenheid gebruik om onnodige processtappen te elimineren. Dan boek je pas echt grote winst. Hij noemt een voorbeeld van handelstransacties met China betreffende plantenuitvoer. Je kunt automatiseren door allerlei klassieke vrachtbrieven, schimmelcertificaten etc naar digitale formulieren om te zetten. Maar die papieren zijn vroeger alleen ingevoerd omdat de handelspartners voor verzending en na ontvangst van de goederen allerlei gegevens omtrent de goederen moesten bevestigen en controleren. De papieren bewijzen maakten dat mogelijk. Maar, zegt Tan, je kunt beter faciliteren, dat de handelspartners via de cloud rechtstreeks in elkaars bestanden kunnen kijken. En dat is pas innovatie! Het garanderen van echtheid en kwaliteit gebeurt dan niet door het achteraf nalopen van de papieren, maar moet aan de bron gebeuren door verificatie van de bronnen. Er zullen afspraken moeten zijn over de activiteiten van EDP-auditors. Afspraken die wereldwijd worden gemaakt en nageleefd. De spreker wordt gevraagd, of Nederland in deze internationale overlegverbanden wel een rol kan spelen. Hij antwoordt, dat het zelfs zo is, dat andere landen zoals Duitsland en Frankrijk dit graag aan Nederland overlaten. Zelf zijn ze met hun ambtelijke structuren niet in staat om over zulke vergaande verandering mee te praten. Blijkbaar kan Nederland daar toch een pioniersrol vervullen. Hetgeen ook winst oplevert voor ons internationale bedrijfsleven. Het forum Standaardisatie verstrekt daarvoor een handreiking (www.forumstandaardisatie.nl/themas/internationale-ontwikkelingen/).
Al jaren volg ik de programma's, die vanuit de overheid verdere automatisering en standaardisering stimuleren. En over een lange reeks van jaren zie je weldegelijk hoe het vooruit gaat. Blijven doen dus. De druppel holt de steen... De aanhouder wint...

Tuesday, October 9, 2012

Schuldenproblematiek bij softwareontwikkeling

Het vroegere Cibit gaat na een management buy-out nu door het leven als Inspearit. Zij profileren zich nog altijd als deskundigen als het gaat om beoordelen van softwareontwikkeling en softwarekwaliteit. Op 19 juni 2012 organiseerden zij een seminar over Technical Debt.
Amerikaanse onderzoekers hebben de term Technical Debt ingevoerd, om aan te geven, dat je bij de ontwikkeling van software gebreken kunt inbouwen, die je later gaan opbreken cq geld gaan kosten. De parallel met de schuldenproblematiek van landen vond ik zeer intrigerend.
De belangrijkste spreker was een vrouwelijke onderzoeker van het Software Engineering Institute van Carnegy Mellon University in Pittsburgh: Ipek Ozkaya. Zij werkt in de vakgroep Architecture Centered Engineering. Zij licht achtergronden van Technical Debt toe. De term is bedacht door Steve McConnell. Hij onderscheidt twee typen van deze schuld. De eerste is onbedoeld en wordt veroorzaakt doordat een systeem wordt opgeleverd met foute specs en met fouten in de programmatuur. Ozkaya gaat daar verder niet op in, want kwaliteitssystemen en testen vindt ze vanzelfsprekend. Om de analogie met 'schuld' uit te werken: Als je schulden maakt, moet je rente betalen. Als je een onvolkomen systeem invoert, zul je in de loop der tijd kosten maken voor allerlei correctief onderhoud. Deze kosten kun je zien als de rente, die je betaalt over de aangegane schuld.
Het tweede type schuld is interessant. Je kunt namelijk bewust een onvolkomen systeem invoeren. Bijvoorbeeld om je time-to-market te verkorten. Bewust neem je dan als consequentie, dat je na enige tijd het 'quick and dirty'-systeem overnieuw moet bouwen, of dat je fiks correctief onderhoud zult moeten plegen. Dit is dus een strategische keuze, die verantwoord is, als je door de kortere time-to-market extra inkomen genereert, dat ruimschoots de betaalde rente overtreft.
Harm Spoor van Inspearit introduceert een kwadrant met IT Alignment langs de verticale as en IT Effectiveness langs de horizontale as. Ik interpreteer IT Effectiveness daarbij als een goed geleide IT-organisatie die de operaties foutloos laat draaien en die storingen bliksemssnel signaleert en oplost. De klassieke uitdaging is weer om van linksonder (Maintenance Zone) te komen in het kwadrant rechsboven ( IT enabled growth). Ga je via linksboven (alignment trap) of via rechtsonder (well-oiled IT)? Het eerste pad wordt meestal gekozen vanwege martkdruk en de noodzaak tot snelle aanpassing. Maar hier loopt men risico om technical debt op te lopen. Iedereen kent wel de situatie, dat snel een pakket moet worden ingevoerd om een produkt te kunnen introduceren. Het tweede pad (eerst de IT geheel op orde brengen) is de koninklijke weg en die duurt natuurlijk weer te lang. Volgens Spoor wordt vaak een duale aanpak gekozen. Waarschijnlijk dan de quick-and-dirty route voor strategische innovaties en de meer solide route voor de ondersteunende, meer intern gerichte systemen.
Ipek Ozkaya waarschuwt, dat ook de koninklijke weg gevaren kent. Bijvoorbeeld het gevaar van over-architecting. Ik kan mij dat helemaal voorstellen. De intern gerichte mensen, die steeds maar hun plaatjes blijven verfijnen en niet de sense of urgency voelen voor wat er in de markt gebeurt.
Zij besluit met drie strategiën voor de aanpak van technical debt:
1. Do nothing. Things will get worse.
2. Replace. High cost and high risk.
3. Incremental refactoring. Commitment to invest.
Alle drie de opties (ook de eerste!) kunnen geboden zijn. De beslissing vereist een goed inzicht in de interne en externe situatie van het bedrijf.

Wednesday, September 19, 2012

Aparte wetgeving voor de cloud?

In de juridische column in Cloudworks nr10/2011 (mr. Victor de Pous) wordt de vraag gesteld of er aparte wetgeving nodig is voor het groeiende fenomeen 'Cloud'. Het antwoord is ontkennend. De bijzondere spelregels voor cloudcomputing krijgen geen vorm in wetgeving, doch in eerste instantie in allerlei overeenkomsten en protocollen.
De Pous verwijst naar een toonaangevende conferentie in China. Er was in Shenzen de eerste IFIP World CIO Forum. Er is geen discussie over mogelijk, dat cloud computing het preferente leveringsmodel wordt voor ICT. Zowel de private cloud (voor overheden en grote bedrijven) als de publieke cloud nemen een ongekende vlucht. (De Universiteit van Amsterdam probeerde een paar jaar geleden ook de 'eerste internationale conferentie van CIO's' te organiseren. Maar het moet toch echt in China plaatsvinden om serieus genomen te worden....) Een citaat uit de aankondiging van deze conferentie:
Nowadays, the economic globalization, capital globalization and globalization of crisis management are strongly underpinned by the application of information technology. IT is increasingly becoming a crucial stimulus for economic growth, innovation and transformation. As leaders of the IT sector, CIOs play an important role in realizing the value of IT. Sharing of knowledge and experiences of CIOs, and integrating the power of IT to spur national economic progress and formulate effective business strategy are among the primary objectives of the International Federation for Information Processing (IFIP). With the afore-mentioned objectives in mind, IFIP has approved the proposal by the country representatives of China, India, Netherlands, Germany, America and South Africa etc to organize the World CIO Forum. As a global platform to discuss relevant IT related issues and topics in national policy formulation, business sustainability and environmental conservation, IFIP has authorized the Chinese Institute of Electronics to host the first World CIO Forum. The Forum will invite distinguished members of the government, business, IT and academic communities to present and share their knowledge and experiences to enrich the participants, expected to be more than 1000 attendees from across the globe. Topics of interest include, but are not limited to:
New Technology Brings about New Opportunity
Sustainable Development and Green IT
How does CIO Become the Business Enabler?
Cloud Computing
Process Optimization and Revolution
Expansion of Supply Chain Value
Next Information Technology
Open Source Software
Information Security, Compliance and Privacy Protection
Wireless Communication
Security and Cryptography
E-Commerce and E-Government
Data Mining
Knowledge Management
Op de conferentie werden allerlei juridische issues onderkend. Er zijn oplossingen nodig voor informatiebeveiliging, vendor lock-in situaties en de continuïteit van de bedrijfsprocessen. Er zullen best practices ontstaan en feitelijke maatregelen, die contractuele borging en sturing vereisen. Het zijn dus geen wetten,maar overeenkomsten, bij voorkeur in standaardformaten.
Waar de wetgever volgens de columnist wel actief zal worden is bij het communautaire privacyrecht. Europese regels voor ICT-diensten waarbij persoonsgegevens worden vastgelegd. Duidelijk is dat de technologie en de markt de verandering leiden. Wetgevers en regelgevers strompelen er achteraan. Voor bedrijven en particulieren is het zaak om goede keuze te maken: Gebruik maken van de nieuwe mogelijkheden zonder last te krijgen van afbreukrisico's die nog niet afgezekerd zijn.

Friday, September 7, 2012

Congres Open Overheid voorjaar 2012

In 2011 stopte het programma Nederland Open in Verbinding (NOiV), het laatste initiatief van een serie die in 2006 begon naar aanleiding van de Tweede Kamer motie Vendrik om open source software vanuit de overheid te gaan promoten. Maar NoiV had wel een traditie opgebouwd van jaarlijks terugkerende voorjaarsconferenties. Die voorjaarsconferentie is nu overgenomen door ECP in samenwerking met een paar andere sponsors. Wel handig van ECP (electronic commerce platform) want volgens mij leiden die een zieltogend bestaan zonder aansprekende manifestaties; en ze moeten toch ergens hun budgetten spenderen. Maar nu dus het Open Overheid Congres, met absoluut interessante sprekers en weer een grote opkomst. Toch wel een paar honderd man in het congresgebouw van de Utrechtse jaarbeurs, op 31 mei 2012. De directeur van KING (coördineert e-overheidsprojecten voor de Nederlandse gemeenten) pleit als spreker uiteraard voor samenwerking tussen gemeenten. Zelf het wiel uitvinden is dom. Hij maakt een goede opmerking: Je moet als gemeente niet je eigen identiteit willen uitstralen door je eigen IT te bouwen, maar door je eigen maatbehandeling van je burgers. En gebruik daarvoor dan IT-hulpmiddelen die alle gemeenten gezamenlijk aanschaffen.
Voor de workshops heb ik gekozen voor de track 'grensverleggend'. Nederland is een handelsnatie en kan zijn positie versterken door de transactiekosten te verlagen. In de transactieketens sluiten de geautomatiseerde systemen niet altijd op elkaar aan. Verschillende sprekers geven daarin inzicht. Yao-Hua Tan, hoogleraar ICT aan de TU Delft, spreekt over Interoperabiliteit en Standaarden voor Internationale Handel.
Nu is het bekend, dat er internationaal al jarenlang wordt gesproken over standaard-interfaces. Edifact, voor manufacturing, voor accounting etc. Maar het verrassende in het verhaal van Tan vond ik, dat er veel Business Process Redesign inzit. Ik herinner me in de jaren tachtig de oproep van Hammer & Champy: “Don't automate, obliterate”. Dus niet de oude situatie klakkeloos van papieren processen overzetten naar digitale processen. Maak van de gelegenheid gebruik om onnodige processtappen te elimineren. Dan boek je pas echt grote winst. Hij noemt een voorbeeld van handelstransacties met China betreffende plantenuitvoer. Je kunt automatiseren door allerlei klassieke vrachtbrieven, schimmelcertificaten etc naar digitale formulieren om te zetten. Maar die papieren zijn vroeger alleen ingevoerd omdat de handelspartners voor verzending en na ontvangst van de goederen allerlei gegevens omtrent de goederen moesten bevestigen en controleren. De papieren bewijzen maakten dat mogelijk. Maar, zegt Tan, je kunt beter faciliteren, dat de handelspartners via de cloud rechtstreeks in elkaars bestanden kunnen kijken. En dat is pas innovatie! Het garanderen van echtheid en kwaliteit gebeurt dan niet door het achteraf nalopen van de papieren, maar moet aan de bron gebeuren door verificatie van de bronnen. Er zullen afspraken moeten zijn over de activiteiten van EDP-auditors. Afspraken die wereldwijd worden gemaakt en nageleefd. De spreker wordt gevraagd, of Nederland in deze internationale overlegverbanden wel een rol kan spelen. Hij antwoordt, dat het zelfs zo is, dat andere landen zoals Duitsland en Frankrijk dit graag aan Nederland overlaten. Zelf zijn ze met hun ambtelijke structuren niet in staat om over zulke vergaande verandering mee te praten. Blijkbaar kan Nederland daar toch een pioniersrol vervullen. Hetgeen ook winst oplevert voor ons internationale bedrijfsleven. Het forum Standaardisatie verstrekt daarvoor een handreiking (www.forumstandaardisatie.nl/themas/internationale-ontwikkelingen/).
Al jaren volg ik de programma's, die vanuit de overheid verdere automatisering en standaardisering stimuleren. En over een lange reeks van jaren zie je weldegelijk hoe het vooruit gaat. Blijven doen dus. De druppel holt de steen... De aanhouder wint...

Tuesday, August 21, 2012

Overheid en ICT 2012: over zzp'ers

Op de beursdag woensdag 25 april 2012 van de beurs Overheid & ICT waren er 's middags interessante lezingen. Op de eerste plaats door Arjan van den Born, die bekendheid geniet wegens zijn onderzoek naar de netwerkeconomie en het opkomende fenomeen zzp'er. Ik schreef eerder over zzp'ers met verwijzing naar zijn werk in deze weblog op 7 mei 2009. En op 24-9-2010 in een blog over een bijeenkomst in Seats2meet en het 'nieuwe werken'.
Arjan van den Born gelooft heilig, dat zzp'ers de ruggegraat zullen vormen van de toekomstige netwerkeconomie. Hij begint met een afbeelding van De Staalmeesters, een bekend schilderij van Rembrandt van Rijn. Om eraan te herinneren, dat gedurende lange tijd de gilden de ruggegraat waren van het economisch leven. In het gilde kon je als leerling beginnen en na verloop van tijd werd je gezel. Uiteindelijk werd je meester. De gilden zorgden dus voor de opleiding en de ontwikkeling tot volleerd professional. Hij stelt vast, dat in de 17de eeuw de ontwikkeling begon naar mechanisatie van het werk. Daardoor werd de produktiviteit groter en werd voor velen het eindstadium van meester onbereikbaar. Een grote grote groep werkers bleef dus altijd gezel. (Die zich verenigden in verbanden, gezelschappen genaamd.) Hij voert zijn stelling verder en stelt vast, dat in de 20ste eeuw de schaalvergroting nog verder doorzet en dat door industrialisatie en kapitalisme de mensen hun ambacht verliezen; ze worden gedegradeerd tot een schakeltje in het produktieproces. Het eindstadium daarvan zijn de grote hiërarchische organisaties, waarin mensen een lift-time employment vinden. Veel mensen doen daarin deeltaken ondersteund door automatisering en mechanisering, zonder het totaal van de produktieve activiteit te kennen.
Er zijn echter ook activiteiten (zowel denkwerk als handwerk), die niet geautomatiseerd kunnen worden. Mensen voeren daar nog de integrale activiteit uit. In de nieuwe gig-economie is een groeiende groep van deze vakmensen actief. Zij doen klussen waarvoor bepaalde kennis en vaardigheid nodig is. In Nederland noemen we ze zzp'ers. Door de techniek zijn zij ook in staat om volledig zelfstandig hun werk te doen; internet, mobiele apparaten en sociale media maken een functioneren mogelijk, waarin ze anderen niet nodig hebben. Hun klussen, die niet geautomatiseerd kunnen worden, worden erdoor gekenmerkt, dat ze tijdelijk zijn (in projectvorm) en complex, en dat ze creativiteit vereisen.
Van den Born geeft het bekende voorbeeld van de filmindustrie. Waar vroeger grote filmmaatschappijen (Century Fox. e.d.) de films maakten, zijn het tegenwoordig projecten. Een initiatiefnemer haalt voor de projectperiode alle specialisten bijelkaar die nodig zijn. En na oplevering van het produkt gaat iedereen weer zijn eigen weg. Bedrijven ziet hij fuzzy worden en hij ziet zelfs een model, waarin de freelancers de kern van de bedrijfsactiviteit uitvoeren en de mensen met vaste dienstverbanden in de schil van het bedrijf werken. Het tegenovergestelde van wat we tot nu toe zien, maar er zit wel iets in: De kern-activiteiten vragen de hoogste competenties en die hebben juist de freelancers. In de schil zitten de vaste mensen, die de processen faciliteren. Een intrigerend plaatje! (Ik beleefde tussen 2000 en 2010 veel situaties waarin externen de topprojecten van bedrijven uitvoerden. De 'internen' klaagden daarover en regelmatig waren er acties om het aantal externen terug te dringen. Maar in feite was de oorzaak erachter, dat de internen gewoon niet de kennis en vaardigheden hadden om de voorliggende uitdagingen te volbrengen!)
Het aantal managers wordt kleiner, want vaklui (professionals) hebben immers geen figuren nodig die hen voortdurend zeggen, wat ze moeten doen. Toch zullen ook deze zelfstandig werkende professionals behoefte hebben aan samenwerkingsverbanden. Het blijkt, dat dit soort mensen leert door kennisdeling en door het uitvoeren van nieuwe projecten. En ze hebben ook de behoefte om ergens bij te horen. Alleen is maar alleen! Als ze samenwerken stellen ze wel als eis, dat het voor henzelf toegevoegde waarde moet hebben. (What's in it for me?) Van den Born illustreert dat met het feit, dat er veel initiatieven zijn om zzp'ers plaats te bieden om hun werk uit te voeren. Soms zijn het koffiehuizen of eethuizen, waar ze rustig kunnen zitten om hun werk te doen. Soms ook gelegenheden, waar ze juist anderen kunnen ontmoeten om te praten en ervaringen uit te wisselen. Volgens Van den Boom mislukt 2/3 van deze initiatieven. Je hebt een dijk van een gastheer nodig en hij noemt als voorbeeld Seats2meet. Ik ken de Utrechtse vestiging daarvan en je vindt daar inderdaad alles wat je nodig hebt: internet, werkplekken, stille plekken, drukke plekken, vergaderruimten, koffiehoek.
Hij noemt ook het ontstaan van communities. Deze communities zijn vaak groter dan bedrijven. De professionals kunnen daarin opdrachten delen en kennis uitwisselen. Deze mensen hebben dus niet meer te maken met een manager, maar met een opdrachtgever, die kennis heeft en waarmee zij communiceren over de opdracht. In de vragenronde laat hij vallen, dat in de VS 30% van de economie in de GIG-economie verloopt!

Monday, August 6, 2012

Jaarvergadering en congres Actuarieel Instituut

Op 27 maart 2012 bezocht ik in de Schouwburg van Almere de jaarvergadering en het congres van het Actuarieel Genootschap. 's Ochtends de jaarvergadering en het 's middags het plenaire congres. In de jaarvergadering werd de strategie van het genootschap besproken. Hoe kun je groeien? Door te verbreden en ook actuarieel analisten, accountants en riskmanagers toe te laten? Dat wil men wel, maar is beducht dat ook beunhazen zich mogen tooien met de titel Actuaris AG. Dat is niet de bedoeling en er zal dan gesegmenteerd worden, zoals er nu voor de analisten reeds een 'kring van Actuariele Analisten is ingericht. Maar om als speler te tellen, moet wel degelijk aan omvang worden gewerkt.
De eerste driejaarsperiode van Permanente Educatie wordt besproken. Er is wel degelijk serieus gewerkt aan permanente vorming. Mensen die de punten niet halen verliezen de titel AG. Sommigen laten deze bewust los (geen tijd meer, geen ambitie meer). De stand van zaken van de nieuwe Commissie Overleven 2012-2060 wordt verteld. Eerst gaat men alle Stakeholders langs en er worden modellen gemaakt. Lijkt mij typisch een actuarissen activiteit. Of zou een CBS dat ook kunnen?
Er worden 2 leden van verdienste benoemd. Deed me terugdenken aan de drie van vorig jaar, waaronder ikzelf. Wel een eer!
De 4 eerste Cera's zijn geslaagd en worden in de vergadering naar voren geroepen. Wereldwijd zijn er nu ongeveer 1000. De 4 nederlandse Cera's zijn de eersten buiten de VS/Canada.
's Middags stroomde de schouwburgzaal vol met bezoekers voor het congres met motto 'Financiële stabiliteit'. Ik kon alleen aanwezig zijn bij de lezingen van Jan Sijbrands, directeur toezicht van DNB, en Sylvester Eijffinger hoogleraar financiële economie Tilburg. Het Actuarieel Genootschap ambiëert het om een rol te spelen in deze materie. En neemt het voortouw in de uitvoering van Solvency 2 en het opzetten van ORSA.
Sijbrands stelt, dat vertrouwen en financiële stabiliteit onlosmakelijk verbonden zijn. Hij definiëert 'financiele stabiliteit' als het vertrouwen dat de financiële structuren blijven functioneren. Hij trekt 3 lessen uit de crisis en weidt uit over prudentieel toezicht op het stelsel en het actuele toezichtskader. Het komt erop neer, dat de complexiteit en de verwevenheid groot zijn. Het blijft een onderwerp waarover verschillende meningen mogelijk zijn: In Europa zien we in 2012 de discussie tussen de 'preciezen', die het stelsel en de schulden willen saneren, en anderzijds de 'rekkelijken', die vinden dat verdere geldinjecties nodig zijn om de economie te stimuleren en sociale onrust te voorkomen. De preciezen zijn de triple-A landen en de rekkelijken zijn de politici, vooral de politici uit Zuid Europa en de Angelsaksische wereld. (Oftewel de landen, die moeten dokken, en de landen, die niet hoeven te dokken...)
Eijffinger laat veel grafieken zien over schuldpercentages. Het komt erop neer, dat monetaire stabiliteit wordt uitgeruild tegen financieel stabiliteit. Dwz inflatie toestaan ipv tekorten terug te dringen. Hij zit in een europese adviesraad en citeert, dat Trichet zei, dat centrale banken meer tegen de wind in moeten leunen om bubbles te voorkomen. Ik word moe van dat soort makkelijke opmerkingen. Achteraf praten en niet nu de pijnlijke maatregelen nemen. Van riskmanager Berg van Delta lloyd zag ik alleen de hand-out.Hij meldt een tiental instabiliteiten in de omgeving van verzekeraars. Daarmee moeten ze aan de slag voor hun risicomanagement, zegt solvency2. Mij intrigeerde de kreet 'bestaan van de euro ter discussie' en ik ben benieuwd wat een risicomanager daarmee doet...

Wednesday, July 25, 2012

Nieuwe marktplaatsen voor ICT'ers

In computable van 4-11-2011 staat het bericht dat AMC en VU-mc een platform opzetten, waar via aanbestedingsregels tijdelijk personeel wordt ingehuurd.
Eerder schreef ik over de Marktplaats van UWV op deze weblog: 'UWV Marktplaats, een innovatief medium voor werving van skills' op 17 maart 2009, 'Open Dag van de Marktplaats UWV' 7 januari 2010, 'Evaluatie van de Marktplaats UWV' op 7 juli 2011. Na UWV hebben ook de Politie en andere organisaties zo'n marktplaats' opgezet; nu volgt dus ook de zorg. (Een googlesearch toont, dat er in 2011 al zo'n 40 marktplaatsen waren om freelancers in contact te brengen met overheidsorganisaties.)
In de afgelopen jaren is het aantal zzp'ers enorm gegroeid. Het gebeurde in allerlei beroepsgroepen, maar zeker ook in de beroepsgroepen die ik van nabij ken: ICT-professionals, interimmanagers en projectmanagers. Het ontstaan van de internetmarktplaatsen sluit naadloos aan op het fenomeen zzp'er Bedrijven kunnen via de marktplaatsen op zoek gaan naar de specialisten die zij zoeken. Bedrijven zijn daarbij niet afhankelijk van grote dienstverleners en kunnen tegen lagere prijzen wellicht betere mensen krijgen. De tussenlaag van commerciele vertegenwoordigers van de dienstverleners wordt gepasseerd. De zzp'ers kunnen rechtstreeks zaken doen met de opdrachtgever zonder het filter van de commerciele accountantmanagers. Deze zijn vaak niet competent genoeg om de skills van de zzp'er te begrijpen en over te brengen. Soms zijn ze gewoon niet geïnteresseerd om zich daarin te verdiepen. Zowel voor opdrachtgevers als voor zzp'ers is het dus in potentie voordelig.
Deze nieuwe marksituatie vraagt aan twee kanten wel een aantal noodzakelijke skills. De zzp'er moet administratief en commercieel in staat zijn om via de marktplaats zich aan te bieden en tot een goed contract te komen. Het vragende bedrijf moet in staat zijn om de kandidaten die zich aanbieden goed te screenen en te komen tot een voor beide partijen aantrekkelijk contract betreffende de gewenste inzet. Binnen het vragende bedrijf moet de internetmarktplaats goed verbonden zijn met de partijen binnen het bedrijf die op zoek zijn naar bepaalde specialisten. Het bedrijf moet dus goed weten welke specialisten nodig zijn, de inkoop kunnen afwikkelen en administreren. En uiteraard moet de regievoering over de ingehuurde specialisten door het bedrijf worden waargemaakt.
Er wordt in Europa veel gesproken over hervormingen in de economie. Weg van overdreven ontslagbescherming en weg van langdurige dienstverbanden, zaken die creativiteit en innovatie in de kiem smoren. Daarin pas het goed, dat werknemers zich zelfstandig maken. In Nederland is de laatste jaren het fenomeen zzp'er fenomenaal gegroeid. Promovendus Arjen van den Boom heeft daar veel over geschreven. Onderzoek van hem zal ik binnenkort beschrijven in een blogposting over de beurs Overheid&ICT van april 2012.
Volgens mij is het implementeren van een marktplaats een dienstverlening, waarmee geld te verdienen valt. Niet ieder bedrijf zal dit op eigen kracht kunnen doen. Sterker nog, aangezien Nederland met dit fenomeen voorop loopt, biedt het voor bewezen aanbieders kansen om deze dienstverlening aan te bieden in andere Europese landen.

Thursday, July 12, 2012

Overheid en ICT 2012: Bakas

Op de beursdag woensdag 25 april 2012 van de beurs Overheid & ICT waren er 's middags interessante lezingen. In de Republic-sessie het optreden van Adjiedj Bakas die zijn nieuwe boek, de Staat van Morgen, introduceert. Eerder schreef ik op deze weblog over het interessante werk van Bakas op 7-2-2011 en op 10-8-2010. Maar de teneur van dit boek vind ik onsamenhangend. Een reactie van iemand op internet luidde ongeveer als volgt: “Ik vond de stellingen van Bakas altijd helder en goed beargumenteerd, maar bij de video over dit boek moest ik stukken keer op keer opnieuw bekijken om te snappen, waarover het ging.”
Hij stelt, dat de moderne staten hun zingeving hebben verloren. Alleen Zwitserland is een democratie zonder cynisme, dwz waar de mensen ook werkelijk in hun democratie geloven. Ander voorbeeld is Zuid Korea waar EZ garanties afgeeft en de bedrijven zorgen voor 100% werkgelegenheid. Hij voorziet een fusie tot stadstaten, waarbij in Europa zo'n 2000 regio's hun burgers vertegenwoordigen. Dat is dan wel een ontwikkeling, die diametraal staat tegenover de ontwikkeling, die we in 2012 zien. Namelijk naar een Europa, dat sterker gestuurd wordt vanuit een Europese overheid. Overigens is het wel duidelijk, dat die laatste ontwikkeling tegen grenzen aanloopt. Duitsland en Nederland bijvoorbeeld weigeren om te blijven betalen voor de knoflooklanden, die hardnekkig gigantische schulden blijven maken.
Hij praat op de beurs voor een publiek van overheidsmanagers. Zijn volgende stelling (gemeten en onderzocht volgens hem) is dus prikkelend: Managers bij de overheid zijn voor 70% lui, laks en klantonvriendelijk. Voor 30% zijn ze toppers, die bij de overheid blijven vanuit hun visie en idealisme. Zijn conclusie is echter wel logisch. Maak kleinere overheden, die zich dienstbaar maken voor de burger. Op de Europese schaal zie ik dat ook heel duidelijk. In Brussel ontstaat een bureaucratische moloch, die doodleuk 10% meer budget vraagt terwijl de lidstaten zuchten onder de “austerité” (Frans) oftewel onder harde bezuinigingen. Waar de ambtenaren staken voor een zogenaamde afgesproken 12% loonstijging over 2 jaar, terwijl net in Londen veel ambenaren worden ontslagen en de rest hard wordt gekort. Dus dié conclusie van Bakas zie ik wel als een komende trend.
Hij laat een film zien van een tafereel in China. Een markt, vol met aangeboden waren, kraampjes en mensen. Dan worden afdakjes weggeklapt en spullen opzij gezet. Even later rijdt er een trein doorheen. Trein gepasseerd, dan wordt de markt weer hersteld. Zijn punt: Je weet wat er gaat komen. Handel daar dan ook naar! Dat wordt dus niet gedaan. Duidelijke voorbeelden zien we in Europa. De vergrijzing is heel voorspelbaar en evenzo de onbetaalbaarheid van pensioenen en zorgvoorzieningen. Toch weigeren (zuidelijke) landen, vakbonden en sommige politieke partijen om de nodige maatregelen te nemen.
Vergaande automatisering zullen overheden helpen om te veranderen en om met veel minder ambtenaren te doen wat nodig is. In het panel met overheidsmanagers aansluitend volgt weer het fantasieloze gemekker vanuit de zaal over privacy van de burger. Bakas wijst op de Qui-site.
Een prachtig voorbeeld van internet-inzet bleef mij bij. Een fimpje op Youtube van een HEMA-vestiging. Ze hadden een winkeldief gespot. Massaal kwamen personeelsleden in actie. Buiten de ingang stond een filmploeg klaar. De winkeldief werd juichend ontvangen en kreeg een krans omgehangen. Hoera, de 500ste winkeldiefstal van 2011. Het filmje werd op youtube gezet. Een soort digitale versie van de schandpaal uit de middeleeuwen.
Er is een site (if I die) waar je je digitale erfenis kan beleggen. Wat doen we daarmee? IBM maakt een accu voor 800 km bereik, maak dan geen lawaarschermen meer, beste overheid! Bakas ziet het fenomeen Thuiswinkelen en 3d-printen. Vraagt zich af, of er nog wel bestemmingsplannen nodig zijn, die allerlei maak-industrie plaats willen geven. Afijn, voor mij gaat Bakas soms een beetje te hard.

Saturday, June 30, 2012

Druk van security en compliance

In Thinq (een IBM magazine) lezen we begin 2012 in de security blog een column over Security en Compliance. De teneur van die column is, dat er tegenwoordig tools zijn om rapportages over security en compliance te vergemakkelijken. Maar ik wil het thema Security/Compliance hier wat meer achtergrond geven. In de column wordt gesteld, dat dit thema meer en meer een directie-aangelegenheid wordt. De ondergang van Diginotar bijvoorbeeld veroorzaakt dat. De directeur van SRC Secure Solutions schrijft dit in de securityblog, maar de compliancedruk is maar voor een deel het gevolg van beveiliging. Er is gewoon steeds meer toezicht vanuit internationale organisaties en de eigen lokale (semi-) overheden. Interne en externe auditors vragen allerlei rapporten. ICT moet dat allemaal doen naast het gewone werk. Als ICT vraagt om extra budget om te voldoen aan de compliance-eisen, dan is dat budget er niet.
Een aantal drivers achter deze internationale regelgeving:
– De Sarbanes Oxley-wetgeving kwam na het Enronschandaal.
– Basel 2 laat banken in detail rapporteren over hun risico's.
– Solvency 2 laat verzekeraars in detail rapporteren over hun risico's.
– Europese regelgeving drukt op bedrijven en instellingen.
Nu ik dit schrijf, mei 2012, is er de commotie over de Griekenlandcrisis en een eventuele exit uit de Eurozone van dat land. En je moet concluderen, dat sedert de start van de euro in 2002 het fout gegaan is met de schuldenlanden. Ze kregen een lage rente (gelijk aan die van de solide Noordeuropese landen) en hebben hongerig geleend. En daarmee opgeblazen structuren gecreëerd: in Ierland de financiële sector, in Spanje de bouwsector en in Griekenland het overheidsapparaat. Het waarnemen van die foute ontwikkeling is dus 10 jaar tekort geschoten! Is toegenomen controle en regelgeving weer gebaseerd op de foute ontwikkelingen uit het verleden? Terwijl er geen oog is voor de misstanden, die zich op dit moment aan het ontwikkelen zijn? Het blijft overal en altijd het vakmanschap om de kern van de zaak te zien in plaats van je druk te maken over symptomen en uiterlijkheden....
Al jaren verzorg ik bij het Actuarieel Instituut de module AN2, waarin de informatiestromen in de financiële sector worden beschouwd. In een laatste forumles bespreken we dan de trends, die de cursisten in hun bedrijf waarnemen. En de afgelopen 10 jaar neemt compliance in toenemende mate daarin een rol. De meeste cursisten zijn voortdurend bezig om nieuwe wet- en regelgeving te implementeren in hun bedrijf: rapportage over verzekeringen, nieuwe pensioenregels, woekerpolissen en de implementatie van Solvency 2 (het Europese toezichtskader voor verzekeringen).
Terug naar de column in Thinq. Het punt van deze columnist is, dat er tools nodig zijn die allerlei rapportages makkelijk kunnen ophoesten. “Gelukkig bestaan er hulpmiddelen die meerwerk beperken en terugkerend werk structureel wegautomatiseren. Ze werken bijna allemaal met hetzelfde principe, namelijk door de eigen inrichting te vergelijken met de wijze waarop voorbeeldorganisaties hun securitycompliance hebben ingevuld. Door dit regelmatig te doen en de instellingen aan te passen aan nieuwe regels, kan steeds gemakkelijker worden voldaan aan de regels waarop accountants en auditors controleren.”

Tuesday, June 19, 2012

Beyond datawarehousing?

November 2011 was het weer tijd voor de beurs Security/Storage/Tooling event. Er stond een spreker van IBM op de rol, een global strategist vanuit Amerika. Hoewel het onderwerp niet lokte ('technieken voor massa-opslag van data' of zo), kozen we de lezing omdat een IBM-kanon altijd kwaliteit garandeert, En dat was een goede keuze; de zaal zat maar voor een kwart vol, maar de lezing was zeer goed. (Daarentegen bezochten we ook een lezing over de cloud, waarbij de zaal stampvol zat maar de lezing eigenlijk heel matig was. Zo zie je maar, dat je beter kunt kiezen voor kwaliteitsorganisaties dan voor opgeklopte onderwerpen.)
Marc Teerlink, global strategist IBM, vertelde over onvoorstelbare computerkracht. IBM heeft een intelligente computer, Watson; volgens mij is deze genoemd naar de oprichter van IBM. Watson weet alles, kent alle feiten en raadpleegt een onnoemelijk aantal bronnen: kranten, tijdschriften, databanken, bedenk het maar. En Watson kan daarmee ook aan de slag door te rekenen en te analyseren. 3000 algoritmen binnen de computer gaan de ruwe data te lijf.
Ik vond het interessant, dat er dus geen ETL-mechanisme is, maar dat Watson direct werkt op de 'raw data'. (ETL is het mechanisme waarmee datawarehouses data extraheren en standaardiseren om het geschikt te maken voor laden in het datawarehouse.) Tussen 2005 en 2008 werd er bij UWV gewerkt aan een datawarehouse om de gegevens uit de loonaangifte te gebruiken voor analyses. In 2008 viel die activiteit onder mijn verantwoordelijkheid en in die tijd kwam er een leverancier binnen die beweerde, dat het hele datawarehouse overbodig was en alleen maar gigantische opslagkosten veroorzaakte. Ik moet nu terugdenken aan deze expert; misschien had hij gelijk maar was hij in zijn denken zijn tijd te ver vooruit. Hij wilde namelijk ook analyses uitvoeren op de enorme massa van 'raw-data' van de loonaangiftes.
IBM's Watson heeft naam gemaakt door de quiz Jeopardy te winnen. Dat is een Amerikaanse quiz, waarin je alles moet weten over elk denkbaar onderwerp. Watson weet in principe alles en kan dus van elke menselijke speler winnen. Maar het bleek, dat spelers ook de tactiek hebben om al op de knop te drukken, als de quizmaster nog niet klaar is met het stellen van de vraag. Ze denken tijdens het stellen van de vraag al te weten, wat de uiteindelijke vraag gaat worden. De computer Watson wachtte in eerste instantie netjes totdat de vraag gesteld was en begon dan pas te processen. Uiteindelijk hebben de ontwerpers van Watson een factor bepaald, waarmee Watson ook te vroeg ging drukken. Bij het zoeken naar antwoorden raadpleegt Watson dus vele bronnen. Waarbij de gegevens ook worden gewaardeerd, zodat gegevens uit wetenschappelijke publicaties een hoog cijfer krijgen, Wikipedia wat minder en sensatiekranten weer minder.
Teerlink legt uit, dat bij de redeneringen bepaalde valkuilen vermeden moeten worden. Zo is er een verschil tussen correlatie en causation. De dolfijnen die altijd voorop zwemmen in de school hebben meer spieren en sterkere vinnen en ook meer beschadigingen aan de vinnen. De eerste twee zaken zijn causaal en de laatste gecorreleerd.
Er schijnen al interessante toepassingen te zijn voor Watson. Zo kan het artsen helpen bij diagnose. Dat kan ik mij goed voorstellen, want artsen moeten bij het beoordelen van verschijnselen en meetresultaten een enorme beslisboom van mogelijkheden langs en zo'n computer kan daar natuurlijk zeer behulpzaam bij zijn. Watson kan met zijn enorme feitenkennis ook expertsystemen ondersteunen. En helpdesken kunnen met deze technologie doe-het-zelf worden. (Hoewel ik pas te maken had met een doe-het-zelf assistent bij de helpdesk van Tele2, die er echt nog helemaal niks van bakte, zodat je na een paar minuten rommelen toch werd door verwezen naar een helpdeskmedewerker.)
Interessant feit: Watson gebruikt nu nog een vermogen van 85 kW, terwijl het menselijk brein 20w gebruikt. Teerlink concludeert dan, dat de de footprint nog omlaag kan. Zelf concludeer ik, dat het menselijk brein toch een ongelooflijk knap fenomeen is, dat met zo weinig inspanning nog steeds elke computer overtreft in prestatie.

Saturday, June 9, 2012

Masterclass E-herkenning

Samen met een oude collega bezocht ik in januari 2012 de masterclass E-herkenning in de Jaarbeurs van Utrecht. Frappant om te zien, hoe dit onderwerp in verloop van een jaar of vijf is ontwikkeld. Er lag een jaar of vijf geleden een rapport van CG in opdracht van min van EZ.
Men heeft heel goed gezien dat het ondoenlijk is, dat iedere instelling/bedrijf zelf zijn toegangsprocedure inricht. Dan moet dus een klant/ burger voor elk bedrijf een 'sleutel' bewaren. Toen al werd duidelijk, dat een grote digitale sleutelbos geen doen is. Heden ten dage nog hebben mensen passwords/userids/ tokens voor diverse sites waar ze komen (banken, verzekeraars, online winkels).
Een goed initiatief van de overheid was DigiD. Op de eerste plaats voor de belastingaangifte, maar ik merkte op zeker moment, dat ook de site Mijn Pensioen Overzicht zo toegang geeft. En vele (semi)-overheidsinstellingen zetten intussen DigiD in voor hun toegangsproces.
E-herkenning is theoretisch ingewikkeld, omdat je 4 betrouwbaarheidsniveaus hebt die elk eisen stellen aan de beveiligingsmiddelen. Verder is het aantal betrokken partijen groter dan twee (de bezoeker en de gastheer). In een studie van Innopay werd op zeker moment de 'derde partij' geintroduceerd. Dus niet de 1 op 1 beveiligingsovereenkomst (bijv burger met belastingdienst), maar een derde partij gaat er tussen zitten (burger, belastingdienst, DigiD). Op die manier wordt het beveiligingsmechanisme 'uitgenormaliseerd' om maar een term uit gegevensanalyse te gebruiken. Want die derde partij kan dus ook makkelijk tussen de burger en andere instellingen gaan zitten, zodat niet voor elke relatie tussen een burger en een instelling nieuwe mechanismen moeten worden gebouwd.
Waarom wordt het aanvankelijk ingewikkelder? Omdat de derde partij de componenten van zijn activiteiten in de markt bij verschillende aanbieders kan beleggen. In Nederland is daarvoor een fraai model ontwikkeld, waarin de markt een belangrijke plaats inneemt. Hopelijk kan Nederland daarin Europees of zelfs mondiaal een voortrekkersrol spelen.
Voordelen: 1. Bedrijven en klanten hoeven niet voor elke relatie speciale veiligheidsmechanismen te bouwen. Dat bespaart veel tijd en geld. 2. Omdat de markt erin springt, kunnen leveranciers in concurrentie laten zien, wie de beste oplossingen heeft. Voor afnemers is dat een goede situatie. 3. Doordat er verschillende lagen zijn gedefinieerd qua soliditeit en betrouwbaarheid, kunnen vele verschillende varianten worden aangeboden, waardoor heel precies maatwerk mogelijk is per klantsituatie. 4. Nieuwe ontwikkelingen (middelen, procedures) kunnen worden geabsorbeerd door de markt. Dus allerlei pasjes, mobiele telefoons en andere apparaatjes kunnen binnen het systeem een plaats verdienen.
Volgens mij loopt Nederland in deze ontwikkeling voorop. Ik ben benieuwd of bedrijven ook de mogelijkheid hebben om daarmee internationaal een positie te verwerven als leverancier van toegangsoplossingen. Het kan natuurlijk ook zijn, dat het gedachtengoed gemakkelijk te kopiëren en te implementeren is, zodat buitenlandse partijen er in hun land voordeel mee kunnen doen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor Ideal, een betalingsmogelijkheid waarmee je internetaankopen kunt betalen, waarbij je automatisch doorgeleid wordt naar je eigen e-banking-applicatie.

Tuesday, May 29, 2012

Voorspellingen voor 2012 en de jaren daarna

Weer een rondje voorspellingen. Ditmaal die van Gartner in Data Center Solutions (DCS Europe). Iedere voorspeller laat zich leiden door zijn eigen stokpaardjes. En dit rijtje is geschikt voor hardware boeren, degenen die computercentra beheren. Want dat zijn de personen, die bladen als Data Center Solutions lezen. Maar altijd weer interessant om kennis te nemen van het denkwerk van bepaalde clubs. Ík zal de tien voorspellingen voorzien van mijn eigen associatie met de genoemde issue.
By 2015 low-cost cloud services will cannibalize up to 15 percent of top outsourcing players' revenu
Lijkt me logisch, dat er in een markt altijd plaats is voor low-cost aanbiedingen. Net zoals bedrijven als Aldi en Lidl een bepaald deel van de supermarktprodukten in de markt kan zetten tegen een lage prijs. Maar de grote aanbieders kunnen natuurlijk ook zelf een deel van hun aanbod tegen lage prijzen aanbieden. Om in het supermarkt-voorbeeld te blijven: Albert Heijn introduceert huismerken en 'kannibaliseert' daarmee een deel van zijn eigen omzet.
In 2013 the investment bubble wil burst for consumer social networks, and for enterprise social software companies in 2014.
Dat is aannemelijk. Voor Facebook en Linkedin is de hypecurve volop aan het werk. Er wordt gespeculeerd over enorme opbrengsten van een beursgang. Het is dus aannemelijk, dat die zeepbel ('bubble') wel eens zal barsten.
Bu 2016, at least 50 percent of enterprise email users will rely primarily on a browser, tablet or mobile client instead of a desktop client.
Zou dat niet al veel eerder dan 2016 het geval zijn?
By 2015, mobile application development projects targeting smartphones and tabletcomputers and tabletcomputers will outnumber native PC projects by a ratio of 4 to 1.
Het is evident, dat er gigantisch veel applicaties ( 'apps') worden gemaakt voor mobiele apparaten. Deze stelling suggereert en ik geloof het ook, dat het merendeel van de acties, die mensen met computers doen, zullen gebeuren via mobiele apparaten. Denk aan spelletjes, communicatie, aankopen, bankieren etc.
By 2016, 40 percent of enterprises will make proof of independent security testing a precondition for using any type of cloud services.
Dat zou wel eens veel harder kunnen gaan. Geen enkel bedrijf kan het zich permitteren om gehacked te worden, bestolen te worden, of platgelegd te worden.
At year-end 2016, more than 50 percent of Global 1000 companies will have stored customer-sensitive data in the public cloud.
Zou kunnen, mits ze natuurlijk zeker weten, dat hierbovengenoemde beveiliging gegarandeerd is.
By 2015, 35 percent of enterprise IT expenditures for most organizations will be managed outside the IT department's budget.
Wellicht nog meer dan 35%, want IT-budget hoort natuurlijk gewoon in de business.
By 2014, 20 percent of Asia-sourced finished goods and assemblies consumed in the US will shift to the Americas.
Je leest al vaker dat deze 'near'-sourcing gaat doorzetten. Enerzijds wordt Azië duurder en anderzijds wil men minder afhankelijkheid van het verre China.
Through 2016, the financial impact of cybercrime will grow 10 percent per year, due to the continuing discovery of new vulnerabilities. Helaas.
By 2015, the prices for 80 percent of cloud services will include a global energy surcharge. So be it.
Through 2015, more than 85 percent of Fortune 500 organizations will fail to exclusively exploit big data for competitive advantage.
Die begrijp ik niet. Tenzij ze bedoelen, dat bijna alle grote bedrijven die informatie zelf hebben of via dienstverleners kunnen inkopen.

Saturday, May 19, 2012

Technologie in het Antonius Ziekenhuis

Najaar 2011 lees ik in Computable, dat in 2012 aan alle medewerkers van het Antonius Ziekenhuis smartphones worden verstrekt en aan een selecte groep ook tabletcomputers. Tot die selecte groep behoren vooral verpleegkundigen. Zodat ze niet naar een desktop pc moeten, maar ter plekke wanneer nodig gegevens kunnen raadplegen en invoeren.
Als aanleiding wordt genoemd, dat de telefooninfrastructuur van het ziekenhuis toe is aan vervanging. En dan is dit wel een innovatieve keuze. Het zou mij niet verbazen, als het te maken heeft met hun ICT-directeur. (Op 14/2/2010 schreef ik een posting over het EPD van het Antonius Ziekenhuis. Daar werd over verteld tijdens een bijeenkomst, die was georganiseerd door NoiV, Nederland Open in Verbinding. En wel omdat dit EPD gebaseerd is op open source software. De ICT-directeur is een arts, die ooit begon met automatisering van huisartspraktijken; uiteindelijk leidde hij een softwarebedrijf voor automatisering van huisartspraktijken.) Want het getuigt van visie om een stap te maken, waarbij ziekenhuismedewerkers nog beter en sneller de medische gegevens kunnen gebruiken. En zo'n nieuwe interface (want dat zijn tablets en smartphones) heeft alleen toegevoegde waarde, als de onderliggende gegevenarchitectuur goed is. En dat is dus het EPD waarin het Antoniusziekenhuis al jaren heeft geïnvesteerd. Zie hieronder het persbulletin over deze ontwikkeling:
QUOTE St. Antonius Ziekenhuis gaat over op smartphones & tablets St. Antonius Ziekenhuis, 11 oktober 2011, 14:55 uur. Het St. Antonius Ziekenhuis gaat medio volgend jaar, in samenwerking met Vodafone en Dimension Data, over op smartphones en tablets. Hiermee is het St. Antonius het eerste ziekenhuis in Nederland dat op grote schaal – 5500 medewerkers in totaal – met smartphones en tablets gaat werken. Om het zorgproces nog beter te ondersteunen, wordt de hele communicatie-infrastructuur vervangen. Hierbij gaat vaste telefonie over in mobiele telefonie. Door de communicatie-infrastructuur te verbeteren kan efficiënter gewerkt worden en wordt de bedrijfszekerheid verder verbeterd. De tijd die hiermee wordt bespaard, kan weer aan de zorg voor de patiënt worden besteed.  Het vervangen van de communicatie-infrastructuur maakt het mogelijk om naast mobiele telefonie ook mobiele toegang tot ziekenhuissystemen te realiseren middels het 3G netwerk. Zo krijgen artsen en verpleegkundigen van het St. Antonius mobiel toegang tot het elektronisch patiëntendossier van het ziekenhuis. Ze kunnen hierdoor bijvoorbeeld patiëntendossiers aan het bed bekijken en bewerken op tablets. Ook heeft men direct inzage in de beschikbaarheid van collega’s. De afdeling ICT van het St. Antonius werkt, in samenwerking met Vodafone en Dimension Data, aan de ontwikkeling van steeds meer mobiele applicaties.
Bedrijfszekerheid Door de communicatie-infrastructuur te verbeteren wordt ook de bedrijfszekerheid groter. Door gebruik te maken van ‘virtual national roaming’, een techniek waarmee in geval van nood een netwerk van een andere mobiele provider gebruikt wordt, blijft het ziekenhuis te allen tijde bereikbaar. Daarnaast is veel aandacht besteed aan de beveiliging van het netwerk en de smartphones en tablets, omdat privacygevoelige gegevens geraadpleegd kunnen worden. De medewerkers van het St. Antonius werken op het beveiligde netwerk van het ziekenhuis. Bovendien worden de smartphones en tablets zelf ook extra beveiligd. Zo kan in het geval van diefstal of verlies op afstand informatie op de apparaten gewist worden en kan het apparaat onbruikbaar gemaakt worden.  Vodafone en Dimension Data zijn momenteel bezig met de technische voorbereidingen om de overgang op mobiel (data)verkeer mogelijk te maken. Vodafone verzorgt het netwerk en ondersteunt bij het beheer van de smartphones en tablets. Dimension Data richt een volledig nieuw Avaya-communicatiesysteem in en voert het technisch projectmanagement uit. Het St. Antonius heeft voor deze partijen gekozen omdat hun geboden oplossingen het best aansluiten bij de ambities van het ziekenhuis. Beide partijen hebben veel technische expertise en ervaring in de zorg. UNQUOTE

Tuesday, May 1, 2012

Regelarme instellingen

Het kabinet Rutte heeft als een doelstelling om de bureaucratie in Nederland reduceren. Zowel binnen overheid, semi-overheid als bedrijfsleven. Minder regelgeving geeft ondernemers en instellingen ook de kans om minder energie te besteden aan bureaucratie en meer tijd aan hun eigenlijke kernproces. Heel verrassend vind ik de actie van staatssecretaris Veldhuijzen op de valreep van het jaar 2011:
quote
27 december 2011 - VWS Overbodige administratieve lasten moeten verdwijnen en daar is een experiment regelarme instellingen voor nodig. Dat schrijft staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten (VWS) op 27 december 2011 aan de Tweede Kamer in de brief 'experiment regelarme instellingen'. Met de resultaten zet de staatssecretaris de aanval in op bureaucratie in de langdurige zorg. Door minder tijd te besteden aan papierwerk is er meer tijd voor de cliënt en wordt het werk in de zorg aantrekkelijker. Veldhuijzen van Zanten wil dat mensen die werkzaam zijn in de verpleging plezier in hun werk hebben zonder overbodige administratieve rompslomp. Daarom start met ingang van 2012 het experiment regelarme zorginstellingen. Er is een inventarisatie gemaakt van regels in de zorg die wellicht niet nodig zijn. Als blijkt dat de kwaliteit van de zorg ook goed blijft zonder zo'n regel, dan verdwijnt die regel voor de hele zorg. Dit bespaart tijd en geld. De zorginstellingen mogen dat geld houden. Alleen al door te standaardiseren kan een besparing van meer dan honderd miljoen euro worden geboekt.
Massaal gehoor aan oproep staatssecretaris Zorgaanbieders in de langdurige zorg hebben massaal gehoor gegeven aan de oproep van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten in juli 2011 om hinderlijke regels te melden. Door circa 230 zorginstellingen zijn in twee maanden tijd zevenhonderd meldingen gedaan. De regels die gemeld zijn worden de komende tijd aangepakt. Daarnaast hebben zorginstellingen voorstellen gedaan om als instelling te mogen experimenteren met minder regels. In het nieuwe jaar gaan 28 zorgaanbieders van start met het experiment. Twee van hen, Opella en De Hoven, gaan zelfs volledig regelvrij werken. Zij gaan luisteren naar de vraag van de cliënt en kijken dan welke regels echt nodig zijn. Het experiment regelarme instellingen  is een van de maatregelen van dit Regeer- en gedoogakkoord.
Vanaf 27 december 2011 lapt zorgorganisatie Opella de regels letterlijk aan haar laars. De organisatie neemt deel aan een experiment van het ministerie van VWS om de uitdijende bureaucratie in de zorg een halt toe te roepen. Schrappen van regels betekent dat Opella veel klantgerichter kan gaan werken. Met functionele regels, in plaats van onnodige regels. De klant merkt dat direct Schrappen van regels betekent dat de medewerker meer tijd krijgt voor de klant. De medewerker hoeft immers niet meer allerlei gegevens te registreren. Met de klant wordt afgesproken welke ondersteuning hij of zij graag wil. Deze afspraken worden vastgelegd in een plan. Voor de ene persoon betekent dit meer tijd voor een dagelijkse wandeling; de ander geeft liever de voorkeur aan een goed gesprek of een keer samen iets lekkers bakken. De nieuwe aanpak start op Opellalocatie Walraven in Bennekom en wordt daarna verder uitgerold over de organisatie. In Walraven wonen zo'n 100 mensen zelfstandig in 68 appartementen, indien nodig met zorg en ondersteuning van Opella. Verder zijn er twaalf kleinschalige woningen, waar elk zes mensen met dementie wonen. Kleine diensten Opella is zorgondernemer op de zuidelijke Veluwe. Zij bestaat in 2012 tien jaar en telt 2300 medewerkers en ruim 3500 klanten. Opella betekent letterlijk 'kleine dienst'. Kleine diensten met een grote waarde staan centraal. Met deelname aan het VWS-project benadrukt Opella haar klantgerichte en vooruitstrevende karakter. Het project past in de ontwikkeling die de organisatie de afgelopen jaren doormaakte om vooral als dienstverlener beschikbaar te zijn voor klanten en het verleden als 'instituut' achter zich te laten. unquote
Ben benieuwd hoe dit uitpakt. In de jaren tachtig zijn er soortgelijke acties geweest binnen de kwaliteitszorg. Ik herinner mij de OVA-techniek (Overhead Value Analysis). Op zeker moment is er steeds meer overhead gegroeid: regelgeving, controle, rapportages en zo voorts. Het probleem is, dat deze initiatieven begonnen zijn als middel om de kwaliteit te verhogen, maar uiteindelijk voor de bureaucraten een doel zijn geworden. Dat is het moment voor een grote schoonmaak. Anderzijds zijn regels en procedures wel nodig voor preventie en controle. Je moet dus geen regels schrappen, waardoor je terugvalt naar JBF-kwaliteit (Jan Boere Fluitjes werk). Deze veldhuizen van Zanten is een verademing. Ze brengt ook kletsmijers tot zwijgen.... Zal het experiment volgen. Over de aanpak wordt niks gezegd. Het moet natuurlijk geen zootje worden, want protocollen en regels hebben wel een doel (gehad). Probleem was alleen dat sommigen de regels en de protocollen als doel gingen zien; oude fout, zelfde gevolgen. Overigens lijkt me naast de Zorg ook het Onderwijs een veld, waarin overbodige overhead aangepakt kan worden. Ik hoop in de toekomst evalutaties te zien van deze Veldhuijzen-initiatieven.

Sunday, April 8, 2012

Nieuwe leider voor IBM

In Computable van 4-11-2011 het bericht, dat Virginia Rometty, 54, per 1-1-2012 de nieuwe CEO van IBM wordt.

In Amerika is een CEO echt nog het boegbeeld van een onderneming. De aanstelling van een nieuwe CEO zegt iets over de richting, die het bedrijf wil kiezen of wil houden. Bij Exxon waar ik ooit mijn loopbaan begon kende iedereen de CEO; dat was C.C. Garvin Jr. Gevraagd wat zijn belangrijkste taak was en hoe hij een bedrijf kon runnen met vestigingen in zeg 40 landen, met zeg 300.000 medewerkers en zeg 1000 fabrieken, antwoordde hij, dat hij vooral zijn opvolger moest selecteren en de 20 personen moest aansturen die aan hem rapporteren. Maar de crux is dus het selecteren van een opvolger. Natuurlijk zijn er management development systemen, die je vertellen wat het beschikbare potentieel is, maar het concreet kiezen van een opvolger is een omvangrijke taak.

Bij IBM was het jarenlang gebruik, dat een CEO uit eigen gelederen kwam, iemand die al tientallen'
jaren 'blauw gespoten was'. Maar zo rond 1990 hadden de commissarissen in de gaten, dat zo'n keuze in een snel veranderende wereld een recept voor mislukking zou worden. Want de mainframeboeren van IBM waren weliswaar succesvol ook de PC gaan bouwen, maar de wereld veranderde: Vroeger deden de IBM'ers zaken met de IT-directeuren van bedrijven, maar in toenemende mate waren het niet IT-directeuren maar de businessmanagers, die de besluiten namen over IT-aankopen. Die aankopen werden dus meer businessdriven en minder technology-driven. En zou een IBM CEO die uitdaging aankunnen, die helemaal was opgegroeid in het technologisch gedreven IBM? De commissarissen dachten van niet en benoemden voor het eerst een CEO van buiten.
Dat werd dus Louis Gerstner. En de herinnering aan deze geweldenaar zette mij aan om deze posting te schrijven. Op zijn Wikipedia-pagina is te lezen, dat Louis V. Gerstner in april 1993 aantrad als CEO van IBM. Hij had daarvoor successen geboekt bij American Express en RJR Nabisco. Ik kan mij herinneren, dat er discussie was of iemand vanuit de 'foodbusiness' leiding kon geven aan een technologiebedrijf.
Maar de commissarissen hadden goed gezien, dat er iemand van buiten nodig was om het ingedutte IBM te veranderen. Zij dwongen John Akers (een verkoper met een lang IBM-verleden) om af te treden en zochten een opvolger. Wikipedia zegt 'Gerstner is largely credited for turning around IBM's fortunes.” En: “Gerstner is credited for saving IBM from going out of business in the early 1990's.”
Niet gehinderd door een technologische achtergrond vanuit IBM, ging Gerstner bij de klanten langs en vormde zich een beeld, wat die klanten nodig hadden. IBM was niet langer gefocussed op hardware, maar hij liet de dienstverleningstak enorm groeien. En hij zette alles op het fenomeen internet, dat de zakenwereld ging veranderen.
Hij nam afscheid van OS/2 en de PC-divisie, zaken waraan veel IBM'ers aan verknocht waren; Gerstner zag dat het een bodemloze put was en dat de energie van het concern gericht moest worden op services en internet.

Na Gerstner kwam Sam Palmisano. Hij startte de campagne “Solutions for a smarter planet”, ICT combineren met maatschappelijke vraagstukken als watermanagement en groeiende steden. Hij wordt nu dus opgevolgd door Ginny Rometti als CEO, maar blijft nog aan als bestuursvoorzitter (onze Raad van Commissarissen).
Ginny Rometti heeft een technische achtergrond. Echte eigen kweek dus. Zij groeide via sales engineer naar consulting en integreerde in 2002 PWC. Ze gaf toen leiding aan ruim 100.000 consultants en is de verpersoonlijking van de ontwikkeling, dat IBM een servicescompany is geworden. En IBM's nogal sterke positie in mainframes is niets meer dan een schakel in het dienstenaanbod.
Laatste nieuws: In April is in de VS altijd het Masters Golftoernooi in Augusta, Georgia. Dit is misschien wel het belangrijkste van de 4 majors ter wereld. De organiserende golfclub, Augusta National, is echter een toonbeeld van conservatisme. Zo kun je alleen lid worden als je door de club gevraagd wordt. En degenen, die gevraagd worden, zijn grote bankiers, belangrijke politici en andere prominenten. En tot op heden heeft Augusta heeft nog nooit een vrouw toegelaten als lid. (Ze mogen er wel spelen als introducee, maar lid zijn is wat anders.)
Nu wil het geval dat IBM al zo'n 10 jaar de grootste corporate sponsor is van het toernooi. En dat alle CEO's van IBM in die periode (Akers, Gerstner, Palmisano) zijn gevraagd als lid van Augusta National. Een bekende feministe in de VS is nu een actie gestart. Volgens haar moet IBM hetzij een lidmaatschap eisen voor Virginia Rometti, hetzij haar sponsoring van het toernooi stoppen. Want als de commissarissen van IBM dat niet doen, geven zij het signaal af, dat Rometti niet gelijkwaardig is aan haar voorgangers. Goed punt, lijkt mij!

Friday, March 16, 2012

EPD

Regelmatig wordt op deze weblog het Nederlandse EPD (Elektronisch Patiëntendossier) gevolgd. De laatste posting daarover was op 20/7/2011. Toen moesten we helaas constateren, dat het landelijke schakelpunt (LSP) voor het EPD was getorpedeerd door enkele fossiele digibeten in de Eerste Kamer. Maar in december 2011 is er dan goed nieuws.

De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie laat weten:

http://www.npcf.nl/

'Als de patiënt er toestemming voor geeft kunnen medische gegevens straks veilig, betrouwbaar en elektronisch worden uitgewisseld. “Eindelijk”, zegt NPCF-directeur Wilna Wind. “We zijn blij dat we nu met de zorgaanbieders tot een akkoord zijn gekomen. Ze zien in dat een elektronische uitwisseling leidt tot verdere verbetering van kwaliteit van zorg.” Vandaag wordt een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin de zorgaanbieders en de NPCF bekend maken tot een akkoord te zijn gekomen over een definitieve doorstart van elektronische uitwisseling van medische gegevens via het Landelijk Schakelpunt.'

Ik moest even prakkizeren, hoe die doorstart dan kan als de Eerste Kamer het wetsvoorstel heeft getorpedeerd. De conclusie is, dat door de actie van de Eerste Kamer de financiering van het LSP wegviel. Maar door de inzet van een aantal verlichte geesten in het land is ervoor gezorgd, dat zorgverzekeraars fondsen verstrekken. Zij zien natuurlijk het grote belang van deze ontwikkeling. En verder zal het ministerie van Volksgezondheid in de overbruggingsfase geld geven.
Tenslotte is het zo, dat zorgaanbieders nu niet verplicht zijn om aan te sluiten op het LSP; het is immers nu geen wet, maar een privaat initiatief.
Zo zie je maar dat fundamentele ontwikkelingen gewoon door de basis worden doorgedrukt. Het is niet te stoppen, want alle zorgaanbieders hebben gewoon een EPD, eenvoudigweg omdat daarzonder het werk in deze overbelaste branche onmogelijk is.

De enigen die nog geen EPD hebben zijn de patienten. Zelf ben ik alvast begonnen met het ordenen van mijn eigen gegevens (bloedonderzoek en andere gegevens), zodat ik niet afhankelijk ben van anderen. Het zijn tenslotte mijn gegevens! En aanbieders als Microsoft en Google kunnen je ook faciliteren bij het bewaren van de gegevens.

Ter informatie nog een bericht van 8 december 2011.
“”DEN HAAG - Er komt toch een Elektronisch Patiëntendossier (EPD), zonder dat de 3overheid daarbij is betrokken.
Huisartsen, ziekenhuizen, apothekers en de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie zijn het alsnog eens geworden over een doorstart van het EPD.
De organisaties richten een Vereniging van Zorgaanbieders op die verantwoordelijk wordt voor de uitwisseling van medische gegevens, zo schrijft minister Edith Schippers (Volksgezondheid) de Tweede Kamer donderdag.
Schippers is niet betrokken bij het plan, maar stelt eenmalig wel ruim 2 miljoen euro beschikbaar om regie en zeggenschap van de patiënten vorm te geven. 1,5 miljoen daarvan is voor het openhouden van het klantenloket tijdens de overgangsperiode.
Op verzoek van de Tweede Kamer riep de minister de betrokken partijen op het eerder vastgelopen overleg over het EPD te hervatten. Het College Bescherming Persoonsgegevens bekijkt de plannen op veiligheid en privacy.
Zorgverleners blijven het EPD gebruiken, de patiënten wordt om toestemming gevraagd en zij kunnen aangeven of hun gegevens landelijk mogen worden gebruikt.
Schippers denkt dat de nu gevonden oplossing tegemoetkomt aan de uiteenlopende opvattingen van Tweede en Eerste Kamer.
De Eerste Kamer haalde eerder dit jaar een streep door de elektronische uitwisseling van medische gegevens omdat dat niet veilig genoeg zou gebeuren. De Tweede Kamer wilde wel een EPD en vindt uitwisseling van belang voor de patiënt.
Eindelijk kunnen medische gegevens straks veilig, betrouwbaar en elektronisch worden uitgewisseld, reageert Wilna Wind, directeur NPCF. Zij vindt het belangrijk dat toestemming van de patiënt nodig is voordat zijn gegevens kunnen worden uitgewisseld.
De NPCF begint volgend jaar een project dat ertoe moet leiden dat straks iedereen die gebruik maakt van de gezondheidszorg, toegang heeft tot een persoonlijk gezondheidsdossier. Wind: ''Patiënten zijn als het aan ons ligt niet meer afhankelijk van de artsen om hun toegang te geven tot de eigen medische gegevens.””
Unquote
Hetgeen in de laatste alinea staat, juich ik van harte toe. Zet hem op, Wilna Wind!

Saturday, March 3, 2012

Opruimen van botnets (2)

Op deze blog werd eerder geschreven over dit onderwerp op 19/8/2011. Aanleiding was het opruimen van Bredonet. Daarbij was de Nederlandse politie intensief betrokken en de actie kwam ook uitgebreid in de Nederlandse pers. Het bijzondere aan deze actie was, dat het brein achter het botnet was geïdentificeerd. Een man uit Azerbeidjan, waarop internationaal ook werd gejaagd door de politie.

Internationale samenwerking is de sleutel achter het succes van de 'good guys'. Vooraanstaande partijen in die samenwerking zijn Micosoft, de FBI en de High Crime Unit van de Nederlandse politie. Ik heb het gevoel, dat Microsoft de eer van deze successen een beetje naar zich toe haalt en daarom was het interessant om een overzichtsartikel uit IT PRO te lezen. Microsoft timmert flink aan de weg met hun Microsoft Digital Crimes Unit waarmee ik ook via Facebook verbonden ben. Zoals ik al eens schreef is het ook weer niet zo filantropisch, dat zij zich zo inzetten. Want de botnets kunnen zich vormen, omdat ze veelal gebruik maken van gaten in de Windows software.

War on botnets in IT PRO:
Tom Brewster beschrijft hoe rond de eeuwwisseling de kwaadaardige netwerken ontstonden en dat pas in 2008 het eerste succes kwam voor de misdaadbestrijders: de 'onthoofding' van botnet-hoster McColo in 2008. Al die tijd hebben de misdaadbestrijders nodig gehad om een effectieve coördinatie te ontwikkelen. Zij hebben natuurlijk te maken met nationale grenzen en beperking van de bevoegdheden van nationale politie-organisaties. De misdadigers daarentegen kunnen wereldwijd via internet hun activiteiten optimaliseren.

Toen McColo werd uitgeschakeld daalde het spam-niveau met 80 procent.
Daarna kwam de ontmanteling van Mariposa en Mega-D. Tenslotte in 2010 werden Waledac en Bredolab uitgeschakeld, die tientallen miljoenen computers beheersten.
In 2011 volgden Coreflood en Rustock, waarbij opnieuw een grote daling van spam werd gemeten.
Dit alles brengt Tom Brewster tot de conclusie, dat de misdaadbestrijders aan de winnende hand zijn. Ik word wat huiverig van zo'n uitspraak, omdat het ook een feit is, dat veel computermisdaad bij toeval wordt ontdekt. Wie weet hoeveel zaken er spelen, die niet ontdekt worden en die na uitvoering keurig al hun sporen uitwissen.

Hij meldt dat in oktober 2011 Kelihos werd beëindigd met juridische vervolging van 24 personen. In november ontmanteling van DNS Charger. De misdaadbestrijders slagen er nu ook in om de personen te vervolgen, die achter de misdaad zitten. Deze personen zijn er namelijk goed in om opnieuw botnets te bouwen; en dat moet je voorkomen. De gecoördineerde aanpak tussen politie-organisaties en landen is ook noodzakelijk om te voorkomen, dat misdadigers ontdekken dat ze worden aangepakt. Dan kunnen ze snel hun infrastructuur verplaatsen om zo hun botnet te redden.
Veel gegevensuitwisseling en veel coördinatie is dus nodig om deze personen te pas af te snijden. En ze vervolgens juridisch te vervolgen.

Microsoft vervolgt een zekere Alexander Piatti die werkt vanuit een domain in Tsjechie

Intussen heeft Microsoft in oktober een deal gemaakt met deze Piatti.

Goed nieuw tot zover, maar heden, februari 2012 lees ik in de pers, dat een toename wordt verwacht van infiltratie van je internetbankieren. Bij Rabo gebeuren dagelijks “man in the middle”-aanvallen, waarbij tijdens je internetbanksessie een indringer tussen jou en de bank gaat zitten en (voor jou) ongezien overschrijvingen van jouw rekening naar de zijne toevoegt.

Thursday, February 16, 2012

Technische en sociale innovatie.

Tijdschrift De Actuaris wijdde een een editie aan de toekomst van de pensioenen en introduceerde daar de 'generatie-modellen'. (Zie posting van 1-2-2012)

In hetzelfde tijdschrift schrijft Henk Volberda, hoogleraar Strategisch Management en Ondernemingsbeleid in Rotterdam. Hij maakt een interessant onderscheid tussen technische en sociale innovatie. Ik zie daarin wel een link met de voornoemde generatiemodellen, omdat het nieuwe begrip Sociale Innovatie onlosmakelijk verbonden is met de vaardigheden en attituden van een nieuwe generatie.

Erasmus Universiteit onderzocht in 2010-2011 bedrijven op produktiviteitsverbetering. Zij concluderen, dat 62% van de bedrijven meer gericht is op efficiency en kostenreductie dan op innovatie. Er wordt een onderscheid geïntroduceerd tussen technische en sociale innovatie. Sociale innovatie omvat het verwerven, integreren en toepassen van nieuwe kennis, managementkennis, onderwijs en ervaring. Alsmede het ontwikkelen van manieren om te organiseren, managen, werken en samenwerken met andere partijen. De drie hefbomen van sociale innovatie zijn flexibel organiseren, dynamisch managen en slimmer werken.

Ik vertaal dat als volgt: Ik zie deze zaken liggen in het verlengde van de kwaliteitsbeweging van de laatste decennia van de vorige eeuw. In de kwaliteitsbeweging worden uiteindelijk empowerment en ontwikkeling van medewerkers en teams gezien als doorslaggevende factoren voor het succes van een bedrijf. Daarbij moet men dogma's van oude hierarchische organisatiestructuren achter zich laten. En men moet bereid zijn om verbeterprocessen te ontwikkelen en een vaste plaats te geven in de onderneming.

Volgens Erasmus presteren sociaal innovatieve bedrijven meetbaar beter op Innovatie (31% beter), productiviteit (21), groei marktaandeel (20), aantrekken nieuwe klanten (17), omzetgroei (16), winstgroei (13), medewerkertevredenheid (12). Ik ben geneigd om zulke onderzoeksresultaten van sociale wetenschappers kritisch te bekijken, zeker als ze pretenderen dat ze er exacte metingen aan verbinden. Maar in zijn algemeenheid geloof ik er rotsvast in, dat bedrijven met een echte passie voor kwaliteit en innovatie uiteindelijk een onoverbrugbare voorsprong nemen.
Het voorbeeld van Apple Computer dringt zich op. Onder aanvoering van wijlen Steve Jobs heeft Apple voortdurend vernieuwd en de cijfers van marktaandeel en winst zijn onvoorstelbaar hoog. Net in de afgelopen week boekte het aandeel Apple een all-time high van 500 dollar; niet slecht als je dat 10 jaar geleden voor een paar tientjes hebt gekocht.

Het benutten van talenten en competenties van medewerkers (slimmer werken) draagt voor 39% bij aan sociale innovatie. Onderwijs en ervaring hebben een cruciale rol. Voor het Actuarieel Instituur is daarmee de cirkel rond, want zij verzorgen immers de opleidingen die professionals nodig hebben om in de financiele dienstverlening van de 21ste eeuw hun mannetje te staan.

Collega De Grip van Universiteit Maastricht vult de mening van Volberda aan. Duurzaam leren eist: leren door doen, leren van collega's. Dus vooral uit de praktijk en minder vanuit de theorie. Dat is weer een link met de generatiemodellen, omdat de jongste generaties zó willen leren en niet op de oude cursorische manier.
 

Wednesday, February 1, 2012

Generatie-modellen

In de Acturaris van Mei 2011 schrijft Aart Bontekoning, organisatiepsycholoog en generatie-expert,
over generatie-modellen.
Dat zijn relevante inzichten voor actuarissen, die zich met pensioenen bezighouden en de solidariteit over verschillende generaties, die daarbij aan de orde is.

Henk Becker, emeritus hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Utrecht, wordt geciteerd in het artikel. Deze wijst op recente manifestaties van de zogenaamde protestgeneratie, die o.l.v. figuren als Jan Nagel het onderste uit de kan willen voor deze generatie van baby-boomers. Hetgeen overduidelijk ten koste gaat van jongere generaties.
Maar de oude generatie kan goed protesteren en eisen; die vaardigheid hebben ze ontwikkeld in de zestiger jaren. Volgens Becker heeft de jonge generatie het te druk met presteren om zich daartoe te organiseren. Ze zijn ook individualistischer.
In sommige landen, vooral Frankrijk, weet de oude generatie keihard veranderingen als verhoging van de pensioenleeftijd tegen te houden. Hoewel de argumenten voor verhoging van de pensioenleeftijd niet zijn te weerleggen; hun eigen belang geeft voor hen de doorslag.
In Nederland heeft de zogenaamde protestgeneratie rijkelijk geprofiteerd van allerlei sociale regelingen (WAO, WW, bijstand) die intussen voor toekomstige generaties wegens onbetaalbaarheid worden gekortwiekt.

De jongere generaties voelen zich ook niet aangesproken door de materie. Alternatieve vakbonden die de belangen van de jongeren benadrukken, hebben tot nu toe geen succes.
Opgemerkt wordt, dat de markt het zal corrigeren. De jongeren en hun kennis worden schaars, zodat hun beloning zal stijgen. Daar komt volgens mij bij, dat de invloedrijke posities bij bedrijven en overheden nu worden ingenomen door vijftig-plussers, die langzamerhand deze posities zullen overdragen aan vertegenwoordigers van jongere generaties.

Via Google vond ik een interessante publicatie van professor Becker in Intermediair uit 2003.
QUOTE
De dertigers van nu zijn niet te benijden', zegt professor Henk Becker. De emeritus hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Utrecht baarde begin jaren negentig opzien met Generaties en hun kansen, een boek dat vlijmscherp blootlegde in hoeverre individuele kansen van mensen verbonden waren met hun geboortejaar. Becker is zich sindsdien blijven verdiepen in de generationele opbouw van Nederland en maakt zich op het moment vooral zorgen over de mensen die tussen 1964 en 1974 zijn geboren.

'Vooral jonge dertigers hebben een aantal lastige problemen. Om te beginnen zijn ze niet gewend aan tegenslag en weten ze niet precies hoe ze daarmee moeten omgaan. Wat dat betreft hebben de veertigers het makkelijker. Toen zij van school kwamen, was er een recessie. Zij zijn gewend aan problemen, weten wat het is om je weg te vinden op een ongunstige arbeidsmarkt en hebben geleerd om zich met al die tegenwind toch staande te houden. Zij leven vanuit het idee dat het altijd mis kan gaan, dat je moet oppassen. In hun achterhoofd hebben ze steeds rekening gehouden met sores en nu die er is, gaan ze gewoon terug naar de levenswijze van toen. Dertigers kunnen dat niet, omdat ze daar geen ervaring mee hebben. Dat geeft hun een psychologische achterstand.´

'Verder zullen de dertigers, nog meer dan de veertigers, de rekening moeten gaan betalen voor het uit de hand gelopen bevrijdingsfeestje van de vorige eeuw. Vergrijzing, problemen in de gezondheidszorg en sociale voorzieningen: op hen drukt het zwaarder dan op wie ook. Ze zullen moeten blijven werken tot minstens hun 65e, als ze tenminste niet in verzet komen. Eerlijk gezegd is dat eigenlijk het enige wat ze kunnen doen: naar de babyboomers wijzen en zeggen "ruimen jullie zelf ook een deel van je rotzooi op".'

Sinds kort maakt ook Bart Lefering (38) zich zorgen over saaiheden als pensioenregelingen en de toekomst. Een half jaar geleden verkocht de kok en restaurateur het laatste van zijn drie restaurants in Zuid-Limburg. Ook het net verbouwde huis moest eraan geloven om de opgebouwde schuld tenminste nog een béétje te kunnen aflossen. Nu zit hij, "chocolade-etend en zappend" op de bank, met vrouw en twee kinderen in een ondergehuurde eengezinswoning aan de verkeerde kant van het spoor, verbijsterd over de staat van zijn leven. 'Tegen vrienden en familie zeg ik dat ik me aan het heroriënteren ben. Dat klinkt beter dan de realiteit, die is dat ik mezelf voel wegzinken in een diepe, luie, bierdrinkende depressie.´

Henk Becker staat niet te kijken van dit soort verhalen. 'In de bijbel, in Prediker om precies te zijn, staat dat het goed is als een mens zijn juk in zijn jeugd draagt. Dan ben je nog sterk en doe je ervaring met tegenslag op, die je in de rest van je leven kunt gebruiken. Jonge hoogopgeleiden moeten anders leren denken, hun psychologie en handelen aanpassen. De overheid zou eigenlijk een campagne moeten beginnen om dertigers uit te leggen wat er aan de hand is en hoe ze dit het hoofd kunnen bieden. Van sparen tot bijbaantjes, van het aanpassen van het consumptiepatroon tot leren leven met een iets minder opgeblazen zelfbeeld.'
UNQUOTE

Interessante samenvatting van de generatietheorie van Becker is te vinden op personeelslog.

In deze theorie worden generaties gevormd door maatschappelijke ontwikkelingen, cultureel maar vooral economisch. Technologie wordt niet expliciet genoemd maar is volgens mij een belangrijke enabler, zeker bij de vorming van de jongste generatie van 'screenagers'.

Wednesday, January 11, 2012

Leveranciersbijeenkomst mGBA in Marienhof Amersfoort op 12 oktober 2011

In de maand september woonde ik twee bijeenkomsten bij, waar de invoering van basisregistraties (posting 6/12/2011) en met name het BPR (posting 2/1/2012) centraal stonden en waar het publiek volledig bestond uit 'uitvoerders', gebruikers en afnemers. Dat wijst erop, dat de implementatie in volle gang is.

Tot voor kort waren deze bijeenkomsten vooral het feestje van techneuten, projectleiders en architecten. De aanbodkant dus. Op 12 oktober was het echter nog een techneutenbijeenkomst. Logisch ook voor een leveranciersbijeenkomst.

Heel ander publiek dan bij BPR: jasje, dasje, echt accountmanagers uit IT Hoek.
Ook heel anders dan bij de dag ‘vrienden van de basisadministraties’ van NUP; daar waren ook vooral uitvoerders.
Het grote verschil in samenstelling van het publiek demonstreert de klassieke 'disconnect' tussen it’ers en gebruikers.

Er waren zo'n man of 80.
Toen de programmamanger GBA vroeg wie er kwamen voor de Burgerzaken-modules, gingen er maar een tweetal handen omhoog. Schrijf maar vast op: Over niet al te lange tijd zal een Gateway-review waarschuwen, dat er een ernstige disconnect is tussen het centrale GBA-deel en de decentraal te ontwikkelen Burgerzakenmodules. En die decentrale modules zijn uiteindelijk wel essentieel om ervoor te zorgen, dat gemeentes mutaties goed kunnen doorvoeren, die nodig zijn om de centrale databases up to date te houden!
Ook de organisatoren van deze leveranciersbijeenkomst en de aanwezige projectleiders komen uit het centrale deel.

In de ontwikkelingsgang van het GBA (sedert ruim 25 jaar) werden de systemen eerst ontwikkeld per gemeente en de centrale organisatie bij Binnenlandse Zaken was alleen de verkeersagent en de postbus waarlangs de gegevens tussen de gemeenten werden uitgewisseld. Nu gaat echter de database van persoonsgegevens naar centraal en mogen de gemeenten de periferie van het centrale systeem regelen. Maar die wijziging lijkt vooral in de studeerkamer van de centralisten echt te leven…

Er zijn door mGBA 14 Burgerzakenmodules gespecificeerd:
Afstamming, Naam en Geslacht, Documenten en Verzoeken, Huwelijk en Partnerschap, Migratie, Nationaliteit, Reisdocumenten, Rijbewijs, Overlijden, Overig, Onderzoek, Binnengemeentelijke Leveringen, Verkiezingen, CRIB.

Dat gaat dus om de mutatieverwerking, gegevensuitvoer, raadpleging en procesondersteuning.

Een projectleider besprak de planning van het centrale deel; het bekende technische, technocratische verhaal. Vervolgens kwam de projectleider Migratie. Deze zit volop in de planvorming. GBA en BPR leven namelijk volledig naast elkaar. Desgevraagd zei hij, dat zijn grootste kopzorg is, als straks de koplopers in produktie gaan, terwijl de beide db's nog parallel bestaan. “De rest komt allemaal wel goed, dat is allemaal ICT”. Hij spreekt volgens mij een waar woord.Hoe weerbarstig ook, ICT problemen worden tegenwoordig planmatig wel opgelost. De organisatie- en procesproblematiek kan nog niet technocratisch worden gemanaged.

Monday, January 2, 2012

Klantendag van BPR

Op 27 september 2011 organiseerde BPR een klantendag in Het Spant te Bussum. BPR is een afdeling van het ministerie van Binnenlandse Zaken en de afkorting staat voor Basisregistratie Personen en Reisdocumenten.
Blijkbaar werd deze klantendag vroeger vaker georganiseerd en pakken ze dat nu weer op. Er was veel belangstelling, want er waren 1000 aanmeldingen en de inschrijving werd twee weken voor de klantendag al gesloten

Net als bij de Vrienden van de Basisregistraties, waarover ik onlangs schreef, bestond het publiek geheel uit “uitvoerders” en niet uit techneuten. Dat zie je aan de mensen. Het feit, dat het geen techneutenbijeenkomsten zijn, maar gebruikersbijeenkomsten, betekent iets: De plannen komen van de tekentafel en de praktijkmensen gaan er werkelijk mee aan de slag.

Ik kreeg voor het eerst te maken met deze afdeling BPR. Voor het gemak beschouw ik ze maar even als de 'gebruikers'-organisatie die bij Binnenlandse Zaken die GBA beheert.
Dus nog even de afkortingen recapituleren: BPR is de afdeling binnen BiZa. En BRP is de Basisregistratie Personen, zeg maar even de oude GBA plus het register van niet-ingezetenen (RNI).

De Directeur Generaal sprak en daarna de directeur BPR. Het was echt een feestje voor deze ambtenaren: In het Spant vol met gebruikers van hun GBA. De hele afdeling BPR zat er ook, een heel vak vol. 'De Klantendag is terug' sprak de directeur. Zoals gezegd was er een heel ander publiek. De uitvoerders. Dat betekent dat de implementatie in volle gang is; de nerds zijn naar de achterkamer om de uitvoerders te bedienen.
De directeur verneemt van uitvoerders, dat zij genoeg ingangen hebben om bij hun werk zaken te verifieren. (Ze hebben alleen behoefte aan bestandsvergelijking en dat stuit blijkbaar op wettelijke bezwaren.) De voorzitter van de Programmaraad Stelsel van Basisregistraties leidt uit de opmerking 'genoeg ingangen' af, dat gebruikers nog altijd diverse schaduwadministraties hanteren. En dat is dodelijk voor het operationaal maken (en kwalitatief optimaliseren) van het stelsel.
Aan de sprekers was te horen, dat het elimineren van schaduwadministraties de grootste uitdaging is. Mensen zijn er immers aan gewend en elk falen van de basisadministratie wordt aangegrepen om hun vertrouwde oude administratie weer aan te wenden. Maar het gaat in grote steden bijvoorbeeld om tientallen administraties, die alle de persoonsinformatie doubleren en daarmee onherroepelijk fouten introduceren in de processen.

Na de plenaire bijeenkomst waren er vele parallelsessies in kleinere zalen, waar medewerkers van BPR hun onderwerp behandelden. Ik ging naar het zogenaamde Identiteitsspel. De medewerker van BPR was een gymnasiast (dat kon je merken aan zijn taalgebruik en zijn scherpzinnigheid), die via ondere andere PinkRoccade bij BPR is terechtgekomen.
Hij maakt onderscheid tussen de begrippen Legitimeren, identificeren, authenticeren.
Deze begrippen worden gemeenlijk door elkaar gebruikt. Het was een eye-opener, dat je in de bioscoop jezelf legitimeert met je bioscoopkaartje en op een seminar met je badge; je legitimeert daarmee, dat je daar aanwezig mag zijn.
Waarom is dat allemaal nodig vergeleken met vroeger? Zo vroeg hij.
Vroeger in een kleine gemeenschap kende iedereen elkaar. Tegenwoordig bewegen mensen zich niet alleen in hun eigen kleine dorpsgemeenschap, maar ze gaan naar andere steden en andere landen, alwaar in bepaalde gevallen andere mensen de behoefte hebben om te kunnen vaststellen, met wie ze te maken hebben.
En de transacties waren vroeger zodanig, dat diensten en produkten werden geleverd met gelijktijdig oversteken van de betaling in geld. Tegenwoordig kunnen deze transacties op afstand en via elektronische communicatiemiddelen worden uitgevoerd.
Hij heeft een plaatje gemaakt met transacties waarbij authenticatie nodig is, maar moet meteen toegeven, dat het gemaakt is vanuit de overheid. Terwijl de hele commerciële wereld die behoefte ook heeft, denk aan gelduitgifte-automaten, internetbankieren en – winkelen.