Tuesday, November 27, 2012

Wederwaardigheden van Open Source

Op 28-10-10 schreef ik een posting 'setbacks voor open source' naar aanleiding van het terugdraaien van open source keuzen door de Duitse overheid. Bij deze nog eens een opsomming van gebeurtenissen. Er blijven tegengestelde bewegingen optreden.
In 2006 werd in de Nederlandse Tweede Kamer de motie Vendrik aangenomen. Open Source moest van overheidswege gestimuleerd worden. Daartoe werd het project OSOSS opgestart, later opgevolgd door het programma NoiV. Ook in andere landen zijn van overheidswege initiatieven geweest om open source te promoten. In Amerika wordt het gezien als een middel voor federale en lagere overheden om hun ICT-kosten te verlagen. In Duitsland en Frankrijk zijn grote overheidsdiensten overgegaan op open software. En in Engeland wordt het door de Tories gezien als het wondermiddel om een open, voor de burger gemakkelijk toegankelijke overheid te bouwen.
Aanleiding voor deze posting is het rapport van de Algemene Rekenkamer over Open Source. In maart 2011 heeft de Rekenkamer aan de minister gerapporteerd, dat het overgaan op open source maar een minimale kostenbesparing zal opleveren. Wellicht is dat ook de reden, dat het programma NoiV na de zomer 2011 zal stoppen. Voorstanders van open source wijzen erop, dat de focus op (licentie)kosten een veel te beperkte insteek is geweest van de Rekenkamer.
Rolf Zaal betoogt in Automatiseringsgids van maart 2011, dat er een politieke denkfout wordt gemaakt. De politiek denkt bij Open Source aan 'lekker gratis' en de Rekenkamer 'sukkelt daar kritiekloos in mee'. En berekent dat licentiekosten maar 4% van de totale ICT-kosten van het Rijk vertegenwoordigen. Volgens Zaal zit het voordeel van Open Source er vooral in, dat je als gebruiker zelf de verdere koers van de software kunt medebepalen. Je krijgt meer businessfit en komt nooit in een vendor lock-in. Zelf zie ik dat vendors als Microsoft alleen meebewegen als het moet (bijvoorbeeld wanneer ze druk van open software voelen, zoals bij Open Office). En anders is het toch hun eigen winstdoelstelling, die bepaalt welke aanpassingen in software wel of niet gedaan zullen worden. Je ziet aan Windows en Office, dat Microsoft steeds betere produkten levert, maar je moet je inderdaad afvragen, of dat verder gaat, zodra de druk van concurrentie (zoals open source software) wegvalt.
Het lijkt erop, dat open source een nicheprodukt wordt. Voor de liefhebbers en principiƫlen. Dat geldt althans voor operating systems en voor officeprodukten. Voor sommige produkten, zoals de browser Firefox en serversoftware zoals Apache, heeft open software juist een sterke positie veroverd. Soms lijkt het, dat instellingen Microsoftplatformen kiezen uit gemakzucht of door handig manoevreren van Microsoft. (Denk bijvoorbeeld aan het feit, dat het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken van open platformen terugconverteert naar Windows. ) Anderzijds worden de produkten van Microsoft steeds beter, zoals ik zelf ervoer met het verkrijgen van Windows 7. Daarom ben ik afgestapt van Linux Ubuntu in mei 2011 toen ik een nieuwe laptop kreeg. Om nu, in november 2012, Ubuntu weer te installeren, omdat Windows na een hersteloperatie helemaal is vastgelopen.
Ben benieuwd, hoe die strijd zich ontwikkelt op de markt van smartphones en tablets. Apple is natuurlijk een fenomenale vernieuwer, maar wel ontzettend van de proprietary software. Apple standaarden worden bijvoorbeeld keihard vastgehouden, zodat Apple via zijn Appstores enorm kan verdienen aan de verkoop van apps. De open standaarden van Android winnen echter snel terrein. Ik houd het erop, dat Apple net als Microsoft bij de pc's zal moeten inbinden. Hoewel het daar nu, november 2012, helemaal nog niet op lijkt. Het begint erop te lijken, dat 'open' en 'proprietary' voorlopig naast elkaar zullen blijven bestaan. Elke optie kan in bepaalde omstandigheden de voorkeur verdienen.