Sunday, April 20, 2008

Sturing van ketens (2)

In mijn posting van 19 februari 2008 beschreef ik hoe twee grote organisaties stappen zetten om een gezamenlijke keten beter te gaan besturen. Het gaat om UWV en de Belastingdienst, die sedert januari 2006 de nieuwe systematiek van Loonaangifte en Polisadministratie uitvoeren.
Inspiratie werd aangedragen door twee universitaire onderzoekers die vanuit vele praktijksituaties in kaart hebben gebracht, welke succes- en faalfaktoren gelden voor het sturen van een keten.

In een vervolgsessie was de doelstelling om gemeenschappelijke conclusies te vertalen naar een concreet organisatieontwerp voor de Loonaangifteketen. Het was een goed initiatief om de resultaten van universitaire onderzoekers in te brengen in dit proces. Nog even een resumé van deze inbreng:

De bevindingen van De Man (Vrije Universiteit) vanuit zijn onderzoeken naar tientallen alliantievormen waren een eye-opener. Hij heeft bijvoorbeeld bedrijven ingedeeld in succesvolle en minder-succesvolle alliantievormers. En stelde vast, dat de succesvolle bedrijven investeren in ketenregisseurs, mensen, die dedicated bezig zijn met de keten. Dat lijkt evident, maar het kan zo maar gebeuren, dat de afwegingen veel meer plaatsvinden binnen de oude hierarchische kolommen (zoals Belastingdienst en UWV) dan tussen de twee kolommen, te weten in de keten. Verder is de organisatieontwikkeling een kwestie van aanpakken en doorzetten, waarbij succesvolle alliantievormers frequent evaluaties uitvoeren en daaruit consequenties trekken.

Toon van Dijk van Twente Universiteit heeft het rapport ‘Kink in de keten’ gepubliceerd, een ‘inventarisatie van de bevorderende en de belemmerende factoren bij samenwerking tussen landelijke overheidsorganisaties op het gebied van ICT’. Ik citeer de belangrijkste belemmerende factor uit de samenvatting van het rapport: ‘Bij het tot stand komen van ketensamenwerking is sprake van fundamentele spanning. Wat het beste zou zijn voor de keten hoeft niet automatisch goed te zijn voor alle deelnemende organisaties. Bestuurders zien hun verantwoordelijkheid vooral liggen bij het inrichten en in stand houden van een solide primair proces, inclusief de daarmee gepaard gaande financiering. De eigen financiering gaat voor de financiering van de samenwerking.’
Ik heb het gevoel, dat deze door Van Dijk genoemde factor nu al dominant speelt in de gemeenschappelijke keten van Belastingdienst en UWV. Zowel door sturing van buiten als door cultuurinterventies moet het patroon worden doorbroken, dat de belangen van de ‘oude’ organisaties dominant zijn boven de ketenbelangen.

De eerste bijeenkomst leidde tot conclusies op hoofdlijnen en de tweede bijeenkomst was voorzien om eerste stappen te zetten in de concrete inrichting van de ketenbesturing.
Deze bijeenkomst is twee maanden na de eerste gekomen. Een voorstel voor inrichting van de ketenbesturing wordt nu voorgelegd aan directies van beide organisaties. Deze fase is moeilijk en beide genoemde academici geven ook aan, dat de stap om een stuk controle te delegeren naar een ketenorganisatie cruciaal is. Wordt vervolgd.…

Wednesday, April 9, 2008

Indrukken op de leveranciersmarkt van het OSOSS-congres

Begin december was het OSOSS-congres in Den Haag en deze posting is een vervolg op mijn posting van 27 februari j.l.

KPMG was op de leveranciersmarkt onder de naam KPMG CT Information Technology. Dit onderdeel zit in Den Haag tegenover het beursgebouw. Ik was nieuwsgierig wat KPMG heden ten dage in ICT doet. Vroeger hadden ze Nolan Norton en KPMG Consulting totdat ze die hele club verkochten aan Atos Consulting. En andere firma’s van de vroegere big five accountants maakten ook zulke moves, want het verkopen van de Consulting Divisie werd op zeker moment in Amerika afgedwongen teneinde onethische belangenverstrengeling te voorkomen. Toch zie je dat betreffende firma’s na enige tijd weer ICT clubs gaan opzetten. Daar kun je gif op innemen. Het is als een gezwel dat na verwijdering toch weer de kop opsteekt. In dit geval beschouw ik het als een goedaardig gezwel, want het bewijst, dat de vraag naar ICT-adviezen bij klanten naar hun toe blijft komen. Klanten willen daar gewoon met een vertrouwde partij over praten en deze ‘vertrouwde partij’ ziet ook wel, dat deze advisering zeer winstgevend is, gegeven het belang van ICT voor de klant en de geldssommen die er in de ICT omgaan.
Overigens was de adviseur die de stand van KPMG bemande bijzonder deskundig t.a.v. de projecten die zij deden en de inzet van open software in het bijzonder. Ik heb een zevental casestudies meegenomen en later doorgelezen. Zeer professionele en interessante case studies moet ik zeggen.

Red Hat was er als partij, die voor klanten open software netjes voorverpakt, installeert en support. De brochure beschrijft hoe zij de Provincie Gelderland van Unix naar Linux hebben geholpen. De klant is tevreden. Meldt dat ze voor Unix 500.000 euro hardware nodig hadden en dat dit teruggaat naar 125.000 euro. De jaarlijkse supportkosten zijn gedaald van 150.000 euro naar 30.000 euro. Daarnaast worden door de klant meerdere kwalitatieve voordelen ervaren.
Overigens is het aanbod van Red Hat imposant en varieert van Red Hat Enterprise Linux tot Red Hat Desktop. Zie www.redhat.com. Trots distribueren zij exemplaren van de CIO Insight enquete naar Vendor Value, waarin klanten Red Hat bovenaan zetten als IT-leveranciers www.cioinsight.com

Atcomputing werkt sinds 1974 met unix en sinds 1993 met linux. Zij zijn met 25 man en ontstaan uit de universiteit van Nijmegen. ‘Googelen, mobiel bellen en navigeren zijn ondenkbaar zonder deze open source software’ zeggen zij in hun folder. Ze zijn gegroeid uit de universiteit en dat verklaart m.i. ook hun uitstraling: geboeid en gedreven door de mogelijkheden van linux, wel commercieel maar niet glad.
Zij adviseerden o.a. het Kadaster en kozen daar een commerciële linux (ondersteund door een serviceleverancier) omdat de applicaties 24 uur beschikbaar moeten zijn.
Blijkbaar zijn zij een bekende partij voor opleidingen in unix, linux e.a. De cursusgids toont een omvangrijk programma. Een quote vanuit deze gids wil ik hier niet laten ontbreken: “If you think education is expensive, then try ignorance”.

In de stand van Cap Gemini trof ik een oude bekende van Cap. (Ik heb daar ruim 9 jaar gewerkt en respecteer Cap nog altijd zeer.) Goed dat ze er stonden en zoals gebruikelijk was ook hun materiaal keurig verzorgd. Maar achteraf het materiaal lezend bekruipen mij toch twijfels. De brochure Open Source Maturity Model claimt dat Cap bij de 100.000 inmiddels bestaande open source applicaties het kaf van het koren kan scheiden. Twee opmerkingen van mij. Op de eerste plaats zie ik een schablonematig toepassen van CMM (maturity model) matrixen op mij af komen, typisch een aanpak van wereldvreemde consultants. En op de tweede plaats vraag ik mij af, wie er in godsnaam zit te wachten op het scheiden van kaf en koren. Bij alle andere andere leveranciers kun je gewoon cases zien van zeer geslaagde toepassingen varierend van Enterprise Linux, Jboss, Apache, Ubuntu, mySQL, sugarCRM, Open Office, Mail, Instant Messaging, Mozilla, kortom van mainframe tot desktop. Who needs more?
En ook bij de andere brochures (wel mooi glossy) vind ik de inhoud teleurstellend en tekort schieten bij de concrete expertise en ervaringen die andere aanbieders gemakkelijk ten toon spreiden.

Behalve dat Logica CMG net als Cap een factsheet heeft om zogenaamd het kaf van het koren te kunnen scheiden, hadden zij nog een factsheet die wél heel belangwekkend lijkt. De factsheet ePlatform licht namelijk toe, dat Logica op verzoek van haar klanten deze applicatie als open source aanbiedt. “Broncode is vanaf december 2005 beschikbaar onder de GPL-licentie. Voor meer informatie www.logicacmg.nl/opensource .”
Noot: In april 2008, enige maanden na het OSOSS congres, lees ik over een opdrachtverlening voor het ANDEZ-project. Logica heeft dat gewonnen en kondigt aan om van meet af aan haar software als open software aan te bieden via het web. Lovenswaardige houding van Logica.

Een interessant gesprek had ik ook bij Bull. Verrassend, hoe goed zij in de wereld staan. Tien jaar geleden had ik contact met ze namens een grote Bullklant, die hun gcos-mainframe gebruikte, en ooit heb ik er nog eens een oriënterend sollicitatiegesprek gevoerd. Ik zag het niet als een bedrijf met toekomst, maar ik ga nu toch geloven, dat zij één van de mainframe-dinosaurussen zijn, die zich hebben aangepast in plaats van uit te sterven…In de recente Computable 100 lees ik van hun directeur, dat zij met Bull 2.0 weer helemaal terug zijn. In diezelfde Computable 100 vind ik ze op de ranglijsten terug op plaatsen als 74 en 80. Op de ososs-leveranciersmarkt vond ik hun visie op open software en hun praktijkvoorbeelden bij klanten zeer overtuigend overkomen.