Friday, March 27, 2009

Discussie over ICT Governance

Beheersing van grote projecten is een intrigerend onderwerp. Een oude projectcollega van het Polisproject schreef op de website van Digitaal Bestuur een mening over de door de Rekenkamer voorgestelde Engelse Gatewaymethodiek. Mijn reactie daarop wil ik mijn bloglezers niet onthouden. (Onderaan de bladzijde volgt de verwijzing naar het oorspronkelijke artikel van George Leih.)

“Beste George, met interesse las ik jouw stelling t.a.v. de inzet van Gateway.
Als ervaringsdeskundige en geïnteresseerde in ICT Governance heb ik vorig jaar het onderzoek van de Rekenkamer naar grote overheidsprojecten gevolgd en kennis genomen van hun aanbeveling om Gateway in te zetten voor het begeleiden daarvan.

Na mij verdiept te hebben in de achtergronden voelde ik mij aangesproken door deze Gatewaymethodiek. Het is echter wel zaak om bij inzet van die methode daar échte inhoud aan te geven. Als de methode pro forma wordt ingevoerd zonder de essentie ervan in te brengen (Zoals soms gebeurt bij een formalistische toepassing van Prince 2, waar nieuwe formulieren en procedures in feite de oude handelwijzen continueren), dan zal Gateway niet helpen.

Echter, m.i. biedt Gateway alle mogelijkheden om de door jou geschetste valkuilen te omzeilen. Jouw eerste afkeuring, dat Gateway alleen managerial en financieel georiënteerd is, bestrijd ik, omdat het ontsporen van een groot project per definitie een managementprobleem is.
Je noemt 4 valkuilen (te groots en meeslepend; doelloos en vol compromissen; vlucht naar voren; techniek onderschat). De eerste 3 valkuilen zijn al gegraven, voordat er enig software-ontwerp is begonnen. En het door jou voorgestelde alternatief lijkt qua naamgeving toch echt de software als richtsnoer te nemen. Daarentegen worden die eerste drie valkuilen potentiëel wél aangepakt door de Gatewaymethode. De methode onderkent 5 cruciale overgangsmomenten en de eerste 3 daarvan (zakelijke rechtvaardiging; verwerving; investeringsbeslissing) kunnen potentiëel de genoemde valkuilen vroegtijdig aan het licht brengen.

Zoals eerder op dit DB-forum gesteld door Freek Blankena is “de samenstelling van het reviewteam de sleutel van elke Gatewayreview.” Cruciaal is , dat de onafhankelijke reviewers niet ambitieuze bestuurders naar de mond praten en de risico’s afzwakken onder het motto ‘Laten we het gezellig houden’. Hoewel ik de managerial benadering van Gateway goedkeur, ben ik het me je eens, dat onderschatting van de techniek ook al in de vroege fasen een gevaar is. Wij hebben samen dit fenomeen in een groot project mogen beleven! In het reviewteam moet de kennis en ervaring absoluut aanwezig zijn om dat aspect te doorgronden.
Ook de door jou benadrukte rol van leveranciers herken ik sterk. Vaak worden de managers bij leveranciers afgerekend op korte termijn doelen van maandomzet en resource-utilisatie; laten deze doelen nu uitstekend worden ondersteund door projecten die qua budget en tijd uit de bocht vliegen! In het reviewteam moet dus de vaardigheid aanwezig zijn om deze processen te doorzien en op dit punt opdrachtgever en leverancier bij de les te houden.

Concluderend herken ik jouw bezorgdheid over het onderschatten van de techniek, maar ben het oneens met jouw stelling, dat “ISVV de faalfactoren in overheidsprojecten beter ondervangt dan de Gatewaymethodiek”. Het door jou voorgesteld alternatief kan hooguit als extra hulpmiddel dienen om beter de techniek te doorgronden, maar lijkt me daarvoor weer te zwaar.”

Het artikel waarop ik reageer vind je op 'Digitaal Bestuur'.

http://digitaalbestuur.nl/opinie/ga-verder-dan-gateway

Tuesday, March 17, 2009

UWV Marktplaats, een innovatief mechanisme om skills te werven

In 2008 maakte ik kennis met UWV Marktplaats, waar vacatures voor externe medewerkers worden gepubliceerd. Het is medio 2008 opgestart en als deelnemer aan die markt moet ik zeggen, dat het uitstekend functioneert.

Na een google search vond ik het verhaal van de externe adviseur die hier blijkbaar een rol in speelde:

QUOTE

UWV is in november 2007 gestart met een pilot rond het marktplaatsconcept voor inhuur van externen. Voor het uitdenken en uitwerken van dit basisconcept heb ik een initiërende, aanjagende rol gespeeld, binnen UWV, bij leveranciers en bij de (Rijks)overheid.Waarom UWV marktplaats? UWV heeft de wens te komen tot een rechtmatige, snelle en flexibele vorm van inhuur van externen tegen een optimale prijs/kwaliteitsverhouding. De aanleiding voor het marktplaatsconcept waarbij ook de markt van kleinere leveranciers wordt aangeboord. Het is voor UWV steeds moeilijker om voor de lange termijn vast te stellen welke concrete expertise en competenties noodzakelijk zijn, en dit vast te leggen in contracten. Daarnaast is een belangrijk deel van de innovatieve expertise bij kleinere partijen te vinden die veelal niet op aanbestedingen inschrijven of worden uitgesloten. Het doel van UWV MarktplaatsHet doel is om vraag en aanbod op een laagdrempelige manier bij elkaar te brengen, zodat er meer ruimte ontstaat voor een volledige marktwerking. Naast gevestigde grote partijen, worden middelgrote en kleine ondernemingen uitgenodigd zich in te schrijven voor UWV Marktplaats. Hoe werkt UWV marktplaatsOp UWV Marktplaats kunnen leveranciers zich prekwalificeren voor één of meer arbeidskavels. Op grond hiervan worden zij op de hoogte gehouden van de actuele behoefte van UWV aan externe inhuur. Leveranciers kunnen vervolgens op vacatureniveau reageren. Voor algemene informatie en registratie is UWV Marktplaats te vinden onder http://www.uwv.nl/marktplaats/

UNQUOTE

Grote opdrachtgevers hebben de afgelopen decennia diverse manieren uitgeprobeerd om de inhuur van externen te centraliseren en kostenmatig te controleren. Vaak kwamen zij uit op de systematiek van de preferred suppliers. In een tendertraject worden dan een beperkt aantal, meestal grote, leveranciers geselecteerd, die een mantelcontract sluiten voor het leveren van bepaalde diensten.
Dit systeem lijkt de problematiek te vereenvoudigen en transparant te maken, maar blijkt grote nadelen te hebben:

- Preferred suppliers selecteren is veel werk. Daarna ben je ‘aan ze overgeleverd’.
- Zelf nam ik waar, dat mantelpartijen in tijden van hoogconjunctuur hun mindere mensen inzetten op het afgeknepen manteltarief. De besten gaan elders heen.
- Er is een grote markt van kleine aanbieders, waar veel kwaliteit zit, maar die onbereikbaar is voor de opdrachtgever. Deze opdrachtgever is ‘overgeleverd’ aan wat de preferred supplier wenst aan te bieden.

Voordelen die ik zie in de genoemde Marktplaats:
- Door een strak offerteformaat en strakke regels kan UWV de bewerkelijkheid van een groot volume van aanbiedingen goed beheersbaar houden.
- Tussenlagen (intermediairs) worden geëlimineerd en dat is fantastisch. In mijn ervaring zitten er vaak lagen tussen (salesmanagers, intermediairfirma’s) die eigenlijk de betreffende kandidaat alleen van papier kennen en die niet serieus kunnen communiceren over het gevraagde vakmanschap

UWV maakt de markt ook extra transparant door van tijd tot tijd op internet de gunningen van een periode te publiceren.

Ik vind dit een hele knappe innovatie. Een krachtige impuls richting “ideale markt” (zoals gedefinieerd in economieboeken).
De Marktplaats is transparant voor een ieder en bereikbaar voor een ieder. In feite is het ook weer een voorbeeld van ‘disintermediation’ door de inzet van ICT.
Binnenkort ga ik een kijkje nemen op een Open Dag van de Marktplaats.

Saturday, March 7, 2009

Researchseminar over sociomaterial agency

Op de Universiteit van Amsterdam sprak op 23-1-09 Lucas Introna in het kader van de researchseminars van Primavera. Introna is Professor of Organisation, Technology and Ethics op Lancaster University.

Hij houdt zich bezig met sociale en maatschappelijke effecten van ICT. Voorwaar een gebied, dat mij met vele anderen altijd heeft geinteresseerd. Als practitioner verdiep je je meestal aan de hand van praktijkcases en consultingstudies. Om de filosofisch geörienteerde aanpak van deze universitaire onderzoeker te volgen, was het wel nodig een stuk voorbereidende literatuurstudie te doen. Zoals je zult begrijpen bij het lezen van de uitnodiging voor dit seminar:
QUOTE
Lucas D. Introna
Department of Organisation, Work and Technology
Lancaster University

Abstract

In the history of ethical thought there has always been an intimate
relationship between agency and questions of morality. But what does
this mean for artefacts? It would not be too controversial to claim
that the idea that artefacts have, or embody, some level of
agency (even if it is very limited or derived in some way) has become
generally accepted. However, there still seems to be wide
disagreements as to what is meant by the agency of artefacts, how it
is accounted for, and the subsequent moral implications of such
agency. I will suggest that one's account of the agency of artefacts
is fundamental to the subsequent discussion of the moral status and
implications of artefacts, or technology more generally. In this
paper I will outline two different accounts of sociomaterial agency:
(a) a human-centred inter-actional account (Johnson and VSD) and (b)
a post-human intra-actional account (Latour, Barad and Heidegger). I
will show that the post-human intra-actional account of sociomaterial
agency posits the social and technical as ontologically inseparable
from the start. Such a position has important implications for how
one might understand sociomaterial agency and how one might deal with
it. I will propose that the authors in the post-human approach all
share what I call a 'co-constitutive' account of agency in which
agency is not an attribute of the human or the technical as such but
rather the outcome of intra-action. I will endeavour to illustrate
the implications of such an account for our understanding of
sociomaterial agency by considering the phenomenon of plagiarism
detection. I will conclude by proposing disclosive ethics (in
particular disclosive archaeology) as a possible way forward in
dealing with the ethical and political implications of post-human
intra-agencies.
UNQUOTE
Sedert de tekstverklaring op de middelbare school gebeurt het niet vaak, dat ik een tekst meerdere keren moet lezen alvorens de inhoud te vatten. Maar dit was weer zo’n stuk, waarin elk woord en elke bijzin ertoe doet. Prikkelend voor de geest.
Naar aanleiding van deze tekst en aanvullende verwijzingen moest ik één nieuw begrip via Wikipedia opzoeken (cyborg) en andere begrippen moest ik opfrissen (fenomenologie, existentialisme, autopoiesis).

Sociomaterial agency interpreteer ik als volgt. Gesteld wordt door Introna, dat technieken en menselijke activiteiten samengebundeld een nieuwe entiteit vormen en dat ze dus niet gezien kunnen worden als losse, onafhankelijke zaken. Het blijft moeilijk om deze nieuwe entititeiten te duiden, maar het feit dat je hun bestaan erkent vind ik een interessante stap.
Centrale stelling van Introna e.a. is dus, dat je techniek en menselijk handelen niet kunt scheiden. Echter, het denken in technieken en hulpmiddelen blijft hardnekkig één van de fouten waardoor grote projecten en veranderingen mislukken of problemen ondervinden.
Ik realiseer mij, dat mijn waarneming in een posting van 8 juli 2008 ook goed te beschrijven is met het werk van Introna.
(Toen schreef ik, dat GBO m.i. te technology-driven een aantal zaken onderschat. GBO stelt voor Nederlandse overheden instrumenten zoals DigiD beschikking. En is teleurgesteld, dat die uitrol zo langzaam verloopt. Mijn commentaar was, dat het tempo van de gemiddelde burger nu eenmaal niet hoger is.) Nu realiseer ik mij, dat deze spanning ligt in het domein dat Introna onderzoekt.

Practitioners (praktijk toepassers) zoals ikzelf hanteren in het algemeen methoden als het 7S- model, INK e.a. om te bevorderen, dat de niet-technische (niet ICT-gerichte) zaken voldoende aandacht krijgen. Maar de filosofische benadering van Introna e.a. vind ik krachtig, omdat deze overduidelijk stelt, dat techniek niet los te zien is en ook niet waardevrij is, daar ‘de sociomaterial agency’ onherroepelijk politieke en maatschappelijke consequenties inhoudt.