Saturday, November 27, 2010

Mn Services papierloos sinds 2003

Voorjaar 2010 bezocht ik een oude collega uit mijn AMEV-tijd, die intussen een belangrijke functie bij Mn Services bekleedt.
Allereerst gingen bij het betreden van het gebouw in Rijswijk mijn gedachten terug naar 1993, toen ik voor het eerst dat gebouw betrad om vanuit Cap Volmac mijn klus te doen. In 1993 namelijk introduceerde de politiek één van de bijstellingen voor een doorgeschoten sociale zekerheid , een wet die bekend werd als het wao-gat.
Ik herinner me, dat destijds de besturen van het toenmalige ASR (Administratie Sociale Regelingen) inzagen, dat er een grote kans lag om het gat te vullen, dat de overheid liet vallen. Als ik mij goed herinner waren toen zo' n 30.000 werkgevers met 300.000 werknemers verplicht verzekerd bij ASR voor hun pensioen en bepaalde sociale regelingen. (Zij waren conform de wetten Publiekrechterlijke Bedrijfsorganisatie en Wet Financiering Sociale Verzekeringen ingedeeld in de sectoren metaalnijverheid, garagebedrijf en installatiebedrijven.) Ik herinner me ook, hoe ik de term 'oplegging' leerde kennen. Dat is een periodieke inning, waarin ASR op basis van het aantal geregistreerde werknemers en op basis van de vigerende CAO de premies voor pensioenen en sociale regelingen inde bij de bedrijven, die in genoemde sectoren waren ingedeeld. Ook voor de 'wao-gat verzekering' van ASR moest er zo'n factuur komen. Het project met Cap als bouwer begon na de zomer en moest voor januari 1994 de eerste 'opleggingen' produceren. Intussen veranderde ASR de naam in Mn Services. Samen met een oude Aegon-directeur werkte ik toen aan de vorming van een nieuwe afdeling, MnS Verzekeringen, waarvoor we ongeveer 25 mensen wierven, het merendeel van buiten.
Voor mezelf concludeerde ik toen, dat zo´ n verzekering onnodig was: voor een gezonde kenniswerker is het risico van arbeidsongeschiktheid klein. Bovendien heb ik de fictie nooit begrepen, dat mensen zo hechten aan 70% van het laatstverdiende inkomen. Het was goed dat de overheid eindelijk de trend van de uitbreidende sociale voorzieningen keerde; ik meen dat er toentertijd een half miljoen mensen een WAO-uitkering genoten. Iedereen kende in zijn straat wel een voorbeeld van iemand, die op middelbare leeftijd al volop van het leven genoot op basis van een WAO-uitkering. Een werkelijk onbetaalbare regeling. Iemand die in 1993 op 30-jarige leeftijd zo'n uitkering had verworven zit er volgens mij tot zijn 65ste in, tot 2028 dus. En zal meewarig kijken naar al diegenen na hem, die met veel minder rechten genoegen moeten nemen. Hij heeft in de tussentijd alleen een aantal herkeuringen moeten passeren.

De ingrepen in de Sociale Verzekeringen sedert 1993 zijn een goede zaak geweest. In 1996 volgden ingrepen in de Ziektewet en de Algemene Nabestaandenwet. En het verplicht aan een bedrijfstak opleggen van verzekeringen, die het gat in de Sociale Zekerheid moesten invullen, is ook verdwenen. De aanbieders van die produkten moesten daarna werkelijk aan hun klanten verkopen, dat zij het produkt nodig hadden en daarnaast natuurlijk met een concurrerende premie komen.
Dat gold voor Mn Services en de vergelijkbare aanbieders als PVF, Achmea, ABP, Cordares e.d. Die tak van sport werd aardig opgeschud en de aanbieders gedwongen om te concurreren en om kwaliteit te bieden tegen lagere kosten.
Van mijn gastheer begreep ik, dat Mn Services het in dat geweld goed heeft gedaan.
Zo werden Vermogensbeheer en Administratie van PME (de 'grootmetaal') overgehaald van PVF.

En zoals de titel van dit stukje aangeeft, is bij Mn Services met visie geautomatiseerd op de uitvoerende afdelingen. De kern van het pensioensysteem is een eigen ontwikkeling, aangevuld met Coda en workflowsoftware. Het resultaat is, dat er sedert 2003 daar papierloos wordt gewerkt. Dat zullen niet veel bedrijven in administratieve sectoren als Financial Services, Sociale Zekerheid en Overheid kunnen zeggen!

Thursday, November 18, 2010

IT Galaxy over virtualisatie

De afgelopen 2 jaar heb ik vele bijeenkomsten meegemaakt over virtualisatie. Organisatoren waren onder andere Vmware, Telindus, CAM, PQR en Centric. Het zijn de 'nieuwere spelers' van de internetrevolutie en de systeemintegratoren. Andere spelers als Netapp en de softwareleveranciers deden het nog niet zelf, maar zijn wel altijd als sponsor van de partij.
Opvallend is, dat de leveranciers samenwerken en dat ze dat vooral ook benadrukken. Ze hebben geleerd, dat klanten koudwatervrees krijgen, als ze merken, dat leveranciers elkaar tegenwerken, die in feite allemaal een stuk van de oplossing moeten bieden (computers, netwerkapparatuur, opslag, besturingssystemen, virtualisatiesoftware, applicatiesoftware, systeemsoftware, monitoring etc.)
Op 30 september 2010 organiseerde PQR in Maarssen een IT-Galaxy over virtualisatie.

Virtualisatie wordt steeds meer toegepast. In een eindfase is er sprake van cloudcomputing.
De verwerking en opslag van je data gebeurt dan 'ergens op het internet'. Cloudcomputing zal weer een enorme groeistuip geven aan de ICT. Richard Nolan beschreef hoe de ontwikkeling van ICT schoksgewijs verloopt. Er is een steile stijging van de investeringen en vervolgens volgt een rijpheidsfase waarin het investeringsniveau een tijd lang gelijk blijft. Tot nieuwe technologie leidt tot een nieuwe groeistuip. Achtereenvolgens de mainframes, de pc, de kantoorautomatisering en internet veroorzaakten zulke groeistuipen.
Het is dus begrijpelijk, dat de ICT-leveranciers zich actief profileren, want als je in deze ontwikkelfase achterblijft, ben je ten dode opgeschreven.

De salesmanager van PQR noemt bij de opening een aantal issues die 'drijven' naar oplossingen die PQR het dynamisch datacenter noemt.
Volgens hem zijn die issues: Storage (exponentiele groei, schoning), Consolidatie&Virtualisatie, Windows7 (wel of niet overgaan), ICT management, Security, Cloudcomputing.
De oplossingen van PQR zijn gebundeld naar drie gebieden: de desktop, de 'machinekamer' en de toegangsbeveiliging.
Een vergelijkbare bundeling hanteert de firma CAM, waarover ik op deze weblog schreef op 15 oktober 2010.

VP Dave Wright van Vmware memoreert de drieslag waarmee virtualisatie zijn intrede deed.
Eerst virtualisatie toepassen voor 'noncritical' applications. De ambitie is kostenverlaging. Als de techniek zich bewezen heeft, durft men de tweede stap aan om virtualisatie ook toe te passen in de produktie-applicaties, het primaire proces van het bedrijf. De ambitie is dan integratie, verhoging van kwaliteit en flexibiliteit. En in een derde fase is de ambitie 'Time to market'. Door virtualisatie kan men sneller vernieuwingen doorvoeren en strategisch voordeel behalen tegenover concurrenten.
Deze filosofie hoorde ik al eerder op de grote Vmware bijeenkomst in Nijkerk, waarover ik op 15 mei 2010 schreef op deze weblog. Momenteel zie ik Vmware als de meest prominente speler in de virtualisatie, die eigenlijk de hele nieuwe ontwikkeling draag.

Een vertegenwoordiger van Netapp zette nog eens keurig op een rij, waarom virtualisatie een noodzaak wordt voor bedrijven.
Ik noteerde, dat deze man in tegenstelling tot vele techneuten een goede spreker is. Techneuten praten voor zichzelf, te snel, slikken de helft in, sonderen niet wat er bij de luisteraars gebeurt. Deze man had duidelijk vele jaren in sales en management achter de rug. Hij somt op:
– Virtualisatie tackelt de onderuitnutting van resources (10% van processoren, 10% van netwerken, 40% van storage.)
- De groei van het data volume bedraagt 50 tot 100%.
Netapp werkt de business case dan uit in eenvoudige stappen. Het is opmerkelijk, dat Netapp als focus heeft om de opslag te beheersen en dat doet door uitsluitend software aan te bieden. Een van de pijlers daarvan is, dat de fysieke data worden gescheiden van de logische data ('single data').
Grappig genoeg was na de lunch één van zijn bazen geprogrammeerd om een visieverhaal te houden. Hetzelfde verhaal, maar dan verteld door iemand die het niet zelf heeft geschreven en die het maar half begrijpt. Een voorbeeld van hoe je een goed verhaal kunt verknoeien.

Omdat de bijeenkomsten over virtualisatie worden georganiseerd door ICT-leveranciers, is de invalshoek altijd technocratisch. Terwijl het duidelijk is, dat een succesvolle toepassing alleen lukt, als de organisatie en de mensen het dragen. Daarom was het goed, dat er tenminste één spreker was, die vanuit de organisatorische invalshoek werkte. Dat was een programma-manager die bij SNS verantwoordelijk was voor de invoering van het Nieuwe Werken. Daarover een andere keer meer.

Monday, November 8, 2010

Een Open Source CRM-pakket

Op 10 juni 2010 werd in Houten een seminar georganiseerd over het softwarepakket Sugar CRM.
De bijeenkomst werd georganiseerd door Brix CRM, een firma die adviseert en ondersteunt bij de invoering van CRM-systemen.
Ook vertegenwoordigers van het bedrijf Sugar CRM waren prominent aanwezig.
Als ik het goed begrepen heb, werkt Brix CRM met 20 medewerkers (in Nederland) en is Sugar CRM gevestigd in Californië, alwaar 180 mensen werken aan produktie en onderhoud van de software.

Ik oriënteer me al een aantal jaren op het fenomeen Open Source software en heb intussen zelf ervaring met het gebruik van Open Office, Mozilla Firefox, Thunderbolt en Linux (Ubuntu).
Maar Open Source software voor bedrijfsapplicaties als Content Management Systems (CMS) en Customer Relationship Management (CRM) beschouw ik als een categorie met andere eigenschappen.
De eerste categorie is echt gratis en voor individuele gebruikers. Het geld wordt daar verdiend met advertising en via donaties van gebruikers. Het aantal gebruikers van deze categorie is potentiëel ook zeer groot, namelijk iedereen die thuis of op zijn werk aan een pc werkt.
Het aantal gebruikers (bedrijven) van de tweede categorie is natuurlijk vele malen kleiner. Het bedrijf Sugar maakt met 200 man de software in Californië. Een eenvoudige versie van de software wordt gratis ter beschikking gesteld; voor krachtigere versies moet licentie worden betaald. Deze constructie zie je veel bij het aanbieden van softwarepakketten.

De CEO van Sugar, Larry Augustin, vertelde over de zegeningen van de laatste versie van de software. Hun ambitie is om de software dezelfde look and feel te geven als gebruikers intussen gewend zijn van Google, Facebook en LinkedIn. Door zijn verhaal begreep ik ook wat het business model is van deze firma. Het is Open Software in die zin, dat je de basisversie van de software gratis kunt gebruiken. Uiteraard moet je natuurlijk wel betalen, als je adviesfirma's als Brix CRM vraagt om hulp bij de invoering. Een ander kenmerk van Open Source is, dat de code vrij beschikbaar is. In het geval van Sugar CRM betekent het, dat zogenaamde communities aanvullingen en uitbreidingen op Sugar schrijven. Waarschijnlijk zal het bedrijf Sugar CRM deze aanvullingen eventueel opnemen in nieuwe versies van de software.

Het algemene frame van Customer Relationship Management (CRM) leerde ik kennen een paar jaar vóór de dotcom-crisis in het jaar 2000. Toen waren Peoplesoft en Siebel de aanbieders, die 'hot' waren. Veel grote banken bijvoorbeeld deden toen POC's (proof of concept) om te beslissen of ze er mee aan de slag zouden gaan. Beide genoemde aanbieders zijn intussen opgeslokt door Oracle. CRM betekende het vastleggen en gebruiken van alle informatie en contacten m.b.t. klanten. Het systeem was in eerste instantie bedoeld voor de salesforce, het callcenter en alle frontoffice medewerkers.
Ik heb nog even de laatste beoordelingen van ICT-watcher Forrester nagekeken: Oracle, Oracle Siebel en Oracle People Soft worden alle drie geklasseerd als zogenaamde Enterprise Solutions. (Die overnames door Oracle zijn overigens een mooi voorbeeld van verticale integratie. Oracle is oorspronkelijk een leverancier van relationele databases en heeft dus nu de toepassingen overgenomen, die gebruik kunnen maken van de Oracle database.)
Sugar CRM wordt genoemd als CRM-suite for midsized organizations. Forrester definieert 8 pakketten waaronder Sugar als zogenaamde Leader Category.

Ik heb thuis factsheets van Sugar CRM en Brix CRM doorgenomen.
Ik denk, dat deze CRM-applicatie in dezelfde hoek zit als CMS-applicaties (Content Management Systeem) als Hippo. Zowel van Sugar als van Hippo weet ik, dat diverse overheidsinstanties ze hebben ingezet in hun bedrijfsproces.