Wednesday, October 28, 2009

Reunie van softwarepioniers.

Op 3 oktober j.l. was er een reunie van Volmaccers op het hoofdkantoor van Cap Gemini in Utrecht. Volmac werd in 1993 overgenomen door Cap Gemini, maar was in de dertig jaar daarvoor de toonaangevende pionier en marktleider in de softwaremarkt van Nederland.

Nu, ruim 16 jaar na die overname, krijg ik op de reünie toch de indruk, dat we te maken hebben met een uitstervend ras. Hoewel er veel mensen waren (zo’n 500), zijn de echte pioniers van het begin er niet meer; ze leven niet meer of ze rentenieren in exotische oorden. Wel werd er bij de aftrap nog een dame in het zonnetje gezet, die in 1963 in dienst was getreden!

Ik ontmoette veel oude collega’s en nam de volgende groepen waar:
De meerderheid heeft Volmac en de rechtsopvolgers op zeker moment verlaten om elders zijn of haar carrière voort te zetten. De meesten uit eigen keuze en sommigen gedwongen in tijden van reorganisatie. Ik vind het opvallend, dat er in deze groep veel spirit en drive zit. Ze hebben allemaal wel een bepaalde niche gevonden om zich te ontplooien.
Dan is er een groep die nog altijd bij Cap is en ook van plan is de laatste 5 tot 10 jaar vol te maken. Tenslotte is er een kleine groep die in de huidige crisis en reorganisatie bij Cap verzocht wordt om te vertrekken.
Uiteraard is zo’n reünie een uitstekende gelegenheid om weer een vijftiental connecties via LinkedIn te leggen. In zo’n gezelschap blijkt 100% van de mensen een LinkedIn account te hebben. Een oude collega, een echte netwerker, blijkt daarnaast ook een enthousiaste twitteraar, zo enthousiast, dat je bijna ook zou gaan twitteren. Maar voor mijzelf schat ik Twitter toch in als te actief en te frequent (24 uur per dag online..); een handvol uitingen per maand via LinkedIn en weblog past meer bij mij.

Een welkomstwoord werd gesproken door Henk Broeders, een huidige topman bij Cap. Ik vond het opvallend dat hij vele keren het woord ‘discipline’ gebruikte. Deze (kadaver)discipline schijnt inderdaad zeer hoog geweest te zijn bij het oorspronkelijke Volmac. Maar omdat hij het woord zo vaak gebruikte, vermoed ik, dat hij terugverlangt naar zo’n bedrijfscultuur. En juist dat lijkt mij niet meer te passen in de softwarewereld van na de PC- en de Internetrevolutie. Volmac is inderdaad groot geworden door met militaire discipline op tayloriaanse wijze applicaties te produceren. Maar daarna zijn de creatieve ‘out of the box’- denkers en de eindgebruikers aan de macht gekomen.

Sommige uitgevlogen professionals werken als adviseurs aan Vitaliteit. En zoals ik al eerder opmerkte proef je die drive ook bij veel mensen op deze reunie. Zo zag ik veel vijftigers, die nog jong van geest zijn. En dat doet mij eraan denken, dat in de huidige AOW-discussie even over het hoofd wordt gezien, dat demografen al langer voorspellen, dat in de toekomst een tekort zal ontstaan aan hoog opgeleide en ervaren werkers. De klassieke competenties van softwarehuizen zullen ongetwijfeld ook tot het schaarse goed gaan behoren.

Wednesday, October 14, 2009

AI-uitje 2009

De vele vrijwilligers die voor het Actuarieel Instituut bijdragen leveren worden elk jaar uitgenodigd voor het ‘AI-uitje’. (Zie bijvoorbeeld ook mijn posting van 7-10-2007.)
Nu AI na 12 jaar verblijf in Woerden de nieuwe thuisbasis heeft gevonden op het Utrechtse Papendorp, was een puzzeltocht door Utrecht een mooie gelegenheid om nader kennis te maken met de stad.
18 juni 2009 verzamelden zich de deelnemers in een café-restaurant aan de voet van de Dom.
Altijd leerzaam zo’n puzzeltocht, ook als je meent dat je een stad al aardig kent omdat je er jarenlang gewoond hebt. Op je gemak een stad doorkruisen (‘slow travel’) geeft altijd weer nieuwe gezichtspunten.
Kan het zo zijn, dat men tegenwoordig de plaatsbepaling niet meer doet door middel van straatnamen, maar via namen van café’s? Ik werd om mijn puzzelgroep te vinden door de organisatie verwezen naar ‘Zussen’ en andere café’s, die 35 jaar geleden nog niet bestonden. De straatnamen wisten ze niet. Waar plaatsaanduidingen als Janskerkhof, Oude Gracht en Mariaplaats mijns inziens meer voor de hand zouden liggen!

Er waren ongeveer 60 deelnemers; de meesten zijn docenten van de AI-opleidingen. Zelf ben ik al 12 jaar van de partij en wat mij steeds weer opvalt is de jeugdige leeftijd van de docenten en de regelmatige verandering in het bestand. Een teken van vitaliteit. Dit jaar speelden we een spel dat werd gedreven door sms-jes en videoboodschappen. En het is opvallend, hoe gemakkelijk de nieuwe generatie de I-phone trekt, googelt en vindt. Dat is een duidelijke verandering vergeleken met vroeger. We kwamen bijvoorbeeld langs een oude watertoren, die is omgebouwd tot museum. Daar kregen we een envelop met aanwijzingen, maar eerst moest de naam van een oud pand op de Oude Gracht worden genoemd. De aanname is natuurlijk, dat de groep op zoek gaat naar dat pand om de naam van de gevel af te lezen. Niet bij ons echter, want één van de whizkids had al via zijn I-phone fotoos van dit pand gevonden en zodanig uitvergroot, dat de naam op de gevel leesbaar was. De receptionisten van de watertoren stonden paf en overhandigden aarzelend de door ons begeerde envelop…..

Een ander kenmerk van de groep verandert niet: Vergeleken met andere beroepsgroepen blijven actuarissen vrije vogels, die primair voldoening halen uit hun professie. Geld en status zijn veel onbelangrijker dan bijvoorbeeld voor bedrijfskundigen, economen en ICT’ers.
Het straalt ervan af, als je naar bijgaande foto kijkt! Daar zag ik te midden van de vele nieuwe en onbekende gezichten opeens een welkomstcomité van oude bekenden. (Klik door naar de foto!)

Behalve dat actuarissen vrije vogels zijn, hebben ze ook nog andere kenmerken. Daarover schreef ik 26 juni j.l. op mijn weblog onder de titel “Actuarissen als kritische waarschuwers”. Die posting sloeg aan en werd door het Actuarieel Instituut op de website van AG&AI geplaatst. De teller op mijn blog
begon de weken daarna flink door te tikken met het aantal gemeten bezoekers. Leuk. Maar de kern daarvan was, dat bovengenoemde vrije vogels dus in staat zijn om heel onafhankelijk en kritisch te blijven kijken, zonder dat ze overigens de neiging voelen om hun kritiek krachtig en aanhoudend naar voren te brengen. Want voor hen moet het op de eerste plaats gemoedelijk en gezellig blijven. En door die eigenschap zijn in ieder geval de bedrijfsuitjes altijd heel geslaagd en gezellig.

Thursday, October 1, 2009

Noraforum juni 2009

In juni was er weer een Noraforum-bijeenkomst. Zelf vind ik, dat daar interessante zaken voorbijkomen. Tegelijkertijd verbaas ik mij over de manier, waarop de discussie over Nora door mensen wordt gevoerd. Lees de link en huiver. Vaker vind ik architecten gekenmerkt worden door een zekere felheid. En wel op een onplezierige manier, namelijk vooral gericht op het halen van het eigen gelijk en zonder gevoel voor een zekere dienstbaarheid aan de klant en aan het te behalen organisatie doel.

Maar terug naar de inhoud. Ik begin met de onderwerpen van het forum, die mij het meest pakten.

Een groep personen presenteerde hun zogenaamde 8m-model. Hun startpunt intrigeerde mij onmiddellijk, want zij spreken van een verwondering die ik met hen deel:
“• Het begon met de verwondering over en onderzoek naar het blijven volharden in grote IT-projecten terwijl die steeds mislukken.”
En hun eerste bevinding deel ik ook van harte:
“• Al gauw zagen we dat een eenzijdige systeemaanpak de menselijke maat in zowel bouw als gebruik van IT oplossingen te boven ging en geweld aandoet.”
In hun verdere uitwerking maken ze dan interessante uitstapjes naar de menswetenschappen. Zie de link naar hun presentatie.
De laatste decennia zijn er veel gedachten ontwikkeld om te komen tot geslaagde IT-projecten. Veel is gezegd over gebruikersparticipatie om te verhinderen, dat IT’ ers te veel de leiding nemen. Theorieën over business alignment zijn er plenty en voor ICT-governance zijn er niet alleen theorieën, maar ook methoden en middelen zoals bijvoorbeeld Gateway. (Zie mijn posting van 27 maart j.l.). Maar de analyse in de onderhavige presentatie graaft m.i. nog wat dieper naar de onderliggende menselijke instincten. Interessant uitgewerkt.

Vanuit de gemeente Eindhoven was er een presentatie van enthousiaste architecten, geen zelfingenomen ivorentorenfiguren, maar medewerkers die echt proberen dienstbaar te zijn aan hun gemeente. Ze ontwikkelden praatplaten om in hun gemeente de communicatie op gang te brengen. Ik trof er ook een citaat, dat mij altijd heeft aangesproken, maar waarvan ik nu eindelijk ook de bron ken:
“People can be divided into three groups:
Those who make things happen, those who watch things happen, and those who wonder what happened.”
Nicholas Murray Butler (1862-1947)
The Nobel Peace Prize 1931
Ik voeg daaraan toe, dat in mijn ervaring in een gemiddeld team van 10 personen er 2 of 3 vertegenwoordigers zijn van de eerste groep (als je geluk hebt!). En dat is trouwens ook voldoende. Als het er minder zijn, moet je als de wiedeweerga op zoek naar aanvulling of vervanging.

Verder was er een toetsingskader van ICTU Renoir, een interessant en professioneel werktuig. Zo’n opzet wordt gauw ingewikkeld, maar het is een discussiekader waarbinnen betrokken professionals en andere stakeholders hun bijdrage aan e-overheid kunnen evalueren.
Het Noraspel dat Renoir introduceert om beslissers te informeren en te betrekken kan mij niet bekoren. Ik vind het te vergezocht. Beter is het om beslissers gewoon aan te spreken, niet in spelvormen maar in rationele argumentatie.

Ik kijk geïnteresseerd uit naar het volgende Noraforum.