Wednesday, February 27, 2008

Ososs: het propageren van Open Software

Ososs hield in december 2007 het jaarcongres, dat werd geopend door staatssecretaris Ank Bijleveld-Schouten van Binnenlandse Zaken. De staatssecretaris maakte een uitstekende indruk, zowel inhoudelijk als qua presentatie. Zij en haar collega van Financiën Frank Heemskerk laten volgens Ososs-veteranen sinds het aantreden van het nieuwe kabinet een frisse wind waaien voor open source. Gesteld wordt, dat sedert de motie Vendrik van 2002 nu pas een serieus beleidsantwoord is geformuleerd door het actieplan “Nederland in open verbinding”.

Dagvoorzitter op dit jaarcongres was Herbert Blankenstein, journalist en op BNR-radio verantwoordelijk voor het programma De Elektronische Eeuw. Hij moest een kwartier tijdrekken omdat de staatssecretaris verlaat was en deed dat heel knap door zijn eigen ervaringen met open source gedurende de afgelopen 10 jaar te memoren. Conclusie daaruit is, dat het steeds beter wordt, maar dat software nooit een sinecure is. Het moet storingsvrij zijn, je moet het goed installeren en het moet samenwerken met al je andere hard- en software….

De lezingen over het onderwerp vond ik minder interessant dan de leveranciersmarkt. Dit is typisch een onderwerp waar je niet te veel over moet praten, maar waar je moet experimenteren en doen. Ik moet denken aan een youtube-filmpje over onze extroverte management guru Tom Peters, die een succesvolle klant (Southwest Airlines) citeert: “We have a strategy, it’s called DOING THINGS.” Soms moet je studeren, soms moet je doen.
De teksten van de lezingen zijn te vinden op de website van Ososs.
De IT-manager van Stichting ICTU vertelde bijvoorbeeld over zijn eigen ervaringen bij het invoeren van open software bij ICTU. Voor ICTU is het belangrijk om deze voorbeeldrol te pakken (“practice what you preach”).

De leveranciersmarkt was klein maar fijn. Een stuk of 15 aanbieders, goed geïnformeerd over open source en hun markt. Ik voerde een aantal interessante gesprekken bij de diverse stands. Een verslagje van de leveranciersmarkt volgt in een toekomstige posting. Om alvast in de stemming te komen voor de markt stond er in de receptie van het beursgebouw een oude Peugeot 106, volgestouwd met exemplaren van het boek “Open gemeenten. Resultaten van grootschalige inventarisatie inclusief Voorbeeldprojecten”. Het bleek, dat deze oude peugeot als vehikel had gediend voor ososs-adviseur Bouke Koelstra om heel Nederland te doorkruisen. Alle nederlandse gemeenten werden eerst telefonisch bevraagd over hun gebruik van open software en vaak daarna nog bezocht voor meer diepgaande interactie. Van circa 50 gemeenten werden interessante voorbeelden verzameld in de 102 pagina’s van dit boek, een mooi inititatief tot kennisdeling! Ik vind verhalen van gemeenten vaak zeer leerzaam, want
1) Ze zijn klein, hebben een klein budget en gaan dus heel pragmatisch en inventief om met processen en ICT.
2) Waar grote concerns zich het hoofd breken over business-IT alignment, zorgen medewerkers van gemeenten er gewoon voor, dat de zaak werkt en dat de burger beter geholpen wordt. Het helpt echt, als de klant altijd recht voor je snuffert staat!
Het boekje ademt ook die sfeer. Belangstellenden kunnen het ongetwijfeld opvragen bij Ososs.

Tuesday, February 19, 2008

Besturing van een keten, de praktijk

Vanaf 1-1-2006 is conform de Wet Walvis de loonaangifteketen operationeel geworden. De nieuwe loonaangifte combineert voor inhoudingsplichtige werkgevers de aangifte van loonbelasting en premies Sociale Verzekeringen. De Belastingdienst geeft deze gegevens door aan UWV, waarmee de 2 grootste ketenpartners zijn genoemd. UWV legt de gegevens over de inkomensverhoudingen van alle Nederlanders vast in de Polisadministratie. Een belangrijke afnemer van deze gegevens is CBS, waarmee de derde convenantspartner is genoemd. Vanaf de start in 2006 kampte de nieuwe keten met vele problemen.

Halverwege 2007 heeft minister Donner een ketenburo in Amersfoort gevestigd als zware interventie om regie te krijgen op de keten, waar de samenwerkende partners daar niet goed in slaagden. De analyse en zijn besluitvorming stuurt hij naar de Tweede Kamer op 10 april 2007.
Later volgt de conclusie, dat er tijd nodig zal zijn om de problemen op te lossen. Men mikt op het realiseren van een ‘werkende keten’ per 1-1-2008. Daarna volgen stapsgewijs de ‘stabiele keten’ en de ‘robuuste keten’.

Bij een bijeenkomst van managers van UWV en Belastingdienst najaar 2007 traden twee universitaire onderzoekers op, die vanuit hun onderzoekservaring behartenswaardige lessen voorhielden.
Prof. Ard-Pieter de Man stelde, dat voor een succesvolle keten allereerst de gemeenschappelijke doelstellingen voor de keten moeten worden vastgesteld. Want vanuit hun eigen missie hebben de ketenpartners (in dit geval UWV en Belastingdienst) verschillende doelstellingen.
De bevindingen van De Man vanuit zijn onderzoeken naar tientallen alliantievormen waren een eye-opener voor de aanwezigen. Hij heeft bijvoorbeeld bedrijven ingedeeld in succesvolle en minder-succesvolle alliantievormers. En stelde vast dat de succesvolle bedrijven bijvoorbeeld investeren in ketenregisseurs, mensen, die dedicated bezig zijn met de keten. Dat lijkt evident, maar het kan zo maar gebeuren, dat de afwegingen veel meer plaatsvinden binnen de oude hierarchische kolommen (zoals Belastingdienst en UWV) dan tussen de twee kolommen, te weten in de keten.

Toon van Dijk van Twente Universiteit heeft het rapport ‘Kink in de keten’ gepubliceerd, een ‘inventarisatie van de bevorderende en de belemmerende factoren bij samenwerking tussen landelijke overheidsorganisaties op het gebied van ICT’. Hij presenteerde de hoofdlijnen; geïnteresseerden moeten doorklikken naar zijn rapport want het is te veelomvattend om zijn verhaal hier weer te geven. Twee intrigerende opmerkingen van Van Dijk wil ik wel noteren:
= Hij constateert, wat wij allen ook voortdurend zien, dat er weinig wordt geleerd van vroegere fouten. “Niemand die nu bezig is met het Digitaal Klantdossier kijkt naar de evaluatierapporten van CVCS (Client Volg Communicatie Stelsel).” Dat vond ik intrigerend, omdat ik 7 jaar geleden van nabij aanschouwde, hoezeer het CVCS worstelde.
= Hij merkte op, dat bij benoemingen op hoge posten in ketens in toenemende mate wordt geselecteerd op reputatie. Dus niet redenerend vanuit de hierarchieën van de betrokken organisatie.