Monday, February 28, 2011

De computer in je zak

De computer in je zak wordt een wijd verbreid fenomeen. Bij deze noteer ik, wat ik daarover waarneem. Bij deze zakcomputers wordt gesproken over 'apps', een korte verwijzing naar Applicaties oftewel toepassingssoftware voor computers. Met name wordt met 'apps' gedoeld op applicaties, die op mobiele apparaten worden gebruikt.

Ik las in het maanblad Arts&Auto (oktober 2010) over een arts die diverse handige apps dagelijks gebruikt. Ooit puilden zijn zakken uit met boekjes en papiertjes. Dat is veranderd sinds hij 2 jaar geleden een iPone aanschafte. Hij noemt een waslijst van apps: WikEM geeft allerlei procedures voor de spoedeisende hulp, zoals de trombolysecriteria bij een CVA. MedCalc maakt allerlei berekeningen zoals een score voor triage van TIA-patiënten en de pneumonia severity score. Verder heeft hij Medicatie met een lijst van 191 veelgebruikte anesthesiologische medicatie (dosering, eigenschappen, indicaties en waarschuwingen). 'Het aanbod is intussen eindeloos en verspreid', zegt de arts. Om daar overzicht in te brengen zijn er intussen sites als www.iMedicalApps.com, waarop artsen en studenten apps beoordelen en rangschikken op hun bruikbaarheid in de dagelijkse praktijk.

Zo zijn er zijn op elk vakgebied vele apps beschikbaar. Bij een jongere generatie (dan ikzelf) wordt de computer in je zak steeds vanzelfsprekender.

De partij die een grote voorsprong heeft op dit terrein is Apple. In de zogenaamde Appstores van Apple is een grote hoeveelheid apps verkrijgbaar.
De apps van concurrent Google zijn gebaseerd op het besturingssysteem Android van Google. Dat wordt dus een concurrentieslag tussen het Apple-platform en het Android-platform. De partij die hier dus (tot nu toe in ieder geval) niet meespeelt is Microsoft.
Amazon is een grote interspeler, eigenlijk een internetwarenhuis. Deze Amazon begint recentelijk een apps-store voor apps op Android. En kiest daarmee dus partij voor het Androidplatform van Google.

In september 2010 staat er in magazine Telecom Works, dat Ahold verhuist naar Google Apps.
Deze apps zijn op mobiele apparaten te draaien, maar vervangen op de eerste plaats de e-mailsystemen op de desktops van 55.000 medewerkers in Europa en de VS. “Een wereldwijde webgebaseerde communicatie- en collaboratie oplossing”. Een aardige klap voor de desktopsystemen van Microsoft.

De applicaties op mobiele apparaten hebben soms revolutionaire gevolgen. Wat voorbeelden:

In oktober twittert Youp van het Hek over Tmobile en de wanprestatie van hun helpdesk ten opzichte van zijn zoon. 45000 volgers van Youp zien 4 tweets en Tmobile verhelpt snel de klacht. De volgende bucklerlul-affaire? Want ooit verdween het merk Buckler van de Nederlandse markt toen Youp zijn buckler-lul conversatie voordroeg.

In november sprak ik een generatiegenoot, actief in de provinciale politiek, die los is op de i-phone. Hij weet niet meer hoeveel apps hij heeft, maar geeft de meest onwaarschijnlijke voorbeelden. Er is ook een perfecte synchronisatie mét en toegang tót de thuiscomputer.
Onze kinderen zoeken op hun mobiel adressen en telefoonnummers op via Telefoonboek en Googlemaps en zijn voortdurend on line.

Maar het meest spectaculair (en letterlijk revolutionair) zijn de recente volkopstanden in de Arabische wereld, waar de jongere generatie met behulp van applicaties als Facebook en Twitter grote groepen mensen wist te mobiliseren om strak georganiseerde dictaturen ten val te brengen.

En enige dagen geleden meldde Tomtom, wereldmarktleider in navigatiesystemen, dat de verkoop van hun apparaten niet meer groeit vanwege de concurrentie van de mobiele apparaten (Iphone, Google, Samsung e.a.) die allemaal de navigatietoepassingen op hun apparaten een plaats geven. (Overigens heeft Tomtom dat voorzien en waarschijnlijk tijdig strategische aanpassingen in zijn aanbod in gang gezet.)

Saturday, February 19, 2011

Eerst organiseren en dan automatiseren

Op een seminar over Virtualisatie, waarover ik eerder schreef op 18/11/2010, was dus zowaar iemand, die de verandering bekeek vanuit de organisatiekant.
Albert Roelofswaal, programmamanager voor het nieuwe werken bij SNS Reaal.
Dit was dus meer een organisatieverhaal dan een automatiseringsverhaal. Hetgeen altijd de kern is geweest van mijn eigen functioneren, als hoofd organisatie, als business consultant en als programmamanager. Het oude motto kwam bij mij op: 'Eerst organiseren en dan automatiseren'. Je zou geneigd zijn om dat te vergeten als je de seminars van ICT-leveranciers bezoekt waarop de mogelijkheden van nieuwe technologie worden uitgevent.
SNS had als visie ontwikkeld “los te maken, wat onnodig vast zit”.
En wilde daarbij alle relevante aspecten in beschouwing nemen: Het gebouw, de arbeidsverhoudingen, de technologie en het financiele domein.
Hoewel de technologie het nieuwe werken (tegenwoordig vaak aangeduid als HNW) mogelijk maakt, gaat het veel meer om de organisatie, het leidinggeven en de werkstijl van de medewerkers.
SNS heeft in dat kader ook aangepaste HR-instrumenten ontwikkeld: De thuiswerk overeenkomst, een arbo checklist, een vergoeding voor de werkplek thuis, NS business card, een regeling voor telefonie. Verder waren er mogelijkheid om de stoel en de monitor van de medewerker mee te geven naar zijn thuiswerkplek.

De vragen uit de zaal vielen mij niet mee. Ik interpreteerde ze als de vragen IT'ers, die de achtergronden van het geschetste beleid niet begrijpen. De vragen ademden een wantrouwen tegen de bedrijfshierarchie en waren gebaseerd op gezochte problemen.
Bijvoorbeeld over het feit, dat de medewerkers in flexruimtes een plek moeten zoeken, als ze naar kantoor komen. Daarop volgt de sceptische vraag: Houdt de manager wél zijn kamer?
Andere vragen: Mag je ook heel vroeg beginnen op kantoor?
Wordt laptop niet te zwaar? (De spreker zei, dat hij moe werd van die vragen, maar dat er inderdaad klachten waren. Waarop lichtere notebooks werden aangeschaft en trolleys werden verstrekt. Tevens werden lockers beschikbaar gesteld, waar medewerkers hun spullen kunnen achterlaten.)

Een ander belangrijk criterium bij deze veranderingen is voor organisaties de Financiële beschouwing. Die wordt bij technologische benaderingen ook vergeten. De seminars over virtualisatie schetsen geweldige mogelijkheden, maar in de praktijk zijn de kosten daarvan natuurlijk wel een drempel voor bedrijven. Bij SNS bijvoorbeeld was het een onderdeel van de thuiswerk-overeenkomst, dat een medewerker zijn eigen internetverbinding van thuis gebruikt. Als die er niet is of onvoldoende mogelijkheden biedt, gaat de medewerker gewoon op kantoor werken. De boodschap is dus, dat SNS niet gaat investeren om alle thuiswerkplekken state-of-the-art te gaan maken.
Maar zware toepassingen als Televergaderen zijn niet meer haalbaar als één van de deelnemers een slechte verbinding heeft.

Ik kwam weer helemaal thuis door deze presentatie over Het Nieuwe Werken bij SNS. De ijsberg zit voor het grootste deel onder water en ook bij Het Nieuwe Werken is er veel meer dan de technologie. SNS heeft de organisatorische overwegingen leidend gemaakt.

Ik heb eerder geschreven over Het Nieuwe Werken, waarbij wordt uitgegaan van een andere doelgroep. Jonge professionals, vertrouwd met technologie en bijvoorbeeld als ZZP'er er al mee vertrouwd, dat vele zaken 'losgemaakt zijn' (om maar de terminologie van SNS over te nemen).
Maar als je deze veranderingen wilt doorvoeren bij bedrijven, die een personeelsbestand hebben, dat grotendeels in de oude manier van werken is opgegroeid, dan vraagt dat om een aanpak zoals SNS heeft ontwikkeld.

Monday, February 7, 2011

Een futuroloog over de Zorg

Onlangs schreef ik over de futuroloog Adjiedj Bakas, die de laatste jaren veel van zich doet horen. (Zie posting op deze weblog van 10-8-2010 “Een trendwatcher over netwerken in de toekomst.”) In het oktobernummer 2010 van Arts&Auto is er een interview met hem over de toekomst van de Zorg.
Hij wordt geïntroduceerd als een afgestudeerde neerlandicus die een aantal jaren een communicatiebureau leidde en “zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld tot dé trendwatcher van Nederland”.
Bakas signaleert twee drivers die de zorg op zijn kop zullen zetten: financiën en technologie. Dat stemt overeen met andere beschouwingen van hem over de toekomst en die drivers zijn ook heel herkenbaar.

Bakas zegt, dat veranderingen weerstand oproepen maar vervolgens heel snel kunnen inburgeren. Hij neemt als voorbeeld, dat je 15 jaar geleden als een uitslover werd gezien als je een mobiele telefoon gebruikte. Nu 'ben je een versleten sok' als je geen mobiel hebt. Inderdaad zijn ook verschijnselen als e-mail en e-commerce na een aarzelende start razendsnel geadopteerd.
Dat is allemaal technologie, die de mensen veel gemak brengt. In zijn visie zal ook de technologie, die in het menselijk lichaam ingrijpt, zeer snel worden geadopteerd. Dat laatste betwijfel ik, maar zijn beschouwingen zijn zoals gewoonlijk prikkelend en inspirerend. Na zijn boeken over De toekomst van de liefde en De toekomst van werk zal eind 2010 De toekomst van de zorg verschijnen.

Bakas haalt zijn kennis over de zorg uit boeken, bestuurskamers en familie en bekenden. Een neef, tandarts, vertelde hem over een nieuwe trend: een kunstkies met ingebouwde sensor, die een medicijn in het bloed pompt. “Straks krijgt iedereen zo'n kies die hoort bij zijn persoonlijke genpaspoort”, voorspelt Bakas. “Nog voordat je hoofdpijn voelt, heb je al een shot botox te pakken. Superefficiënt!”. Zelf ben ik een bèta, zowel op gymnasium als universiteit, en beschouw dit toch als naïeve praat van alpha's, die de complexiteit van de natuur niet begrijpen.

Een andere trend die hij noemt vind ik zeer geloofwaardig. Aangezien 'financiën' een krachtige driver is van veranderingen, ziet hij bepaalde ontwikkelingen in de ouderenzorg. De meeste zorgkosten maak je in de laatste levensfase. Hij ziet dus financiële conglomeraten ontstaan, waarin pensioenfondsen, zorgverzekeraars en woningcorporaties samenwerken. Zij bieden het pensioen in drie delen aan: geld, wonen en zorg in natura. Een vijftiental jaar geleden zag ik Achmea al initiatieven nemen met hun Proveniersplan, maar zij waren daarmee nog te vroeg. Ongetwijfeld zal deze door Bakas genoemde trend doorzetten.

Ten aanzien van de tweede driver (technologie) doet Bakas dus prikkelende voorspellingen zoals de voornoemde kies met botoxshots. Hij citeert Philipsfarmaceuten, die met een apparaat kunnen zeggen hoe oud je wordt, hoeveel je gaat kosten voor de zorg en wanneer je een hartaanval zal krijgen. Ik kan zo'n verhaal niet serieus nemen. Wel akkoord ben ik met zijn opmerking, dat het elektronisch patiëntendossier er gewoon gaat komen. “Natuurlijk zeuren er nog wat mensen over hun privacy, maar dat is gelul.” Mee eens. (Zie mijn posting van 18/8/2009). Voor zichzelf weet Bakas al zijn toekomstige doodsoorzaak: Suiker, want dat zit in de familie. Hij concludeert uit gesprekken met de farmaceutische industrie, dat deze het onderzoek naar de behandeling daarvan bewust blokkeert, omdat insuline de cashcow is van de industrie. Volgens hem zullen venture capitalbedrijven baanbrekende innovaties vinden en daarmee de traditionele machtspositie van de farmaceutische industrie doorbreken.

Als ziektes van de toekomst noemt Bakas obesitas en verstoringen van het immuniteitssysteem. Dat is herkenbaar want de groei daarvan kan eenieder waarnemen. De zorg zal meer te maken krijgen met patiënten, die al via internet diagnoses hebben gesteld en verwachtingen hebben over de medicijnen die ze wensen. En ook het e-consult zal een grote vlucht nemen. Hij ziet meer groepspraktijken ontstaan, omdat arts-zijn een vrouwen beroep wordt, waarbij parttime werken vanzelfsprekend is. Deze ontwikkelingen zijn al waarneembaar en zorgen inderdaad voor een ander verschijningsvorm van de zorg.

Dan toch nog even twee technologische uitsmijters van Bakas. Hij ziet twee ontwikkelingsgolven. Tot 2025 leidt dat tot een stelsel , waarin we onze eigen stamcellen gaan 'reprinten'. Dus als op je 70ste je hart kapot gaat, printen ze van je stamcellen een nieuw hart in de lokale apotheek, dat je in het ziekenhuis laat wisselen. Na 2025 zullen kleine nanomachientjes in ons bloed zwermen en automatisch alles repareren wat kapot is. Dat vind ik weer de alphapraatjes waar ik hierboven al gewag maakte.

Beschouwingen van Bakas zijn interessant en prikkelend!