Thursday, July 29, 2010

Elektronisch Patiënten Dossier tijdens de beurs Zorg & ICT

De laatste jaren is de ontwikkeling van het EPD via deze weblog van tijd tot tijd gevolgd.
Discussie over EPD wordt vooral aangewakkerd door tegenstanders die menen, dat hun privacy wordt bedreigd. Daarover heb ik al eerder mijn mening gegeven (posting van 18 augustus 2009).

Rondom de beurs Zorg & ICT in maart 2010 was er weer extra aandacht voor het EPD. Want het mooie van zo’n fundamentele ontwikkeling aan de basis is, dat deze heel solide doorzet, omdat het gewoon keihard nodig is. Ziekenhuizen en andere zorgverleners werken gestaag door aan hun EPD’s, omdat ze het nodig hebben voor hun bedrijfsvoering. Het EPD stelt de gegevens beschikbaar, die de diverse spelers in de keten van het zorgproces gebruiken. Het EPD zorgt voor een leesbare en foutloze vastlegging, voor een snelle beschikbaarheid van de gegevens overal waar ze nodig zijn.
De naam Elektronisch Patienten Dossier is verwarrend, want bij zorgverleners is het meer dan een dossier met gegevens. Allerlei aantekeningen voor het proces worden gemaakt en er wordt vastgelegd, wie acties heeft gepleegd, wie er wat moet gaan doen en wanneer. Het bewaakt kortom ook de workflow. Geen passief dossier dus, maar een systeem van werkvoorbereiding en werkbegeiding.
Wèl een dossier is het landelijke EPD waarover voortdurend discussie is, onlangs nog tot in de Eerste Kamer. Het zogenaamde EPD van Klink. Voor de privacy-ongerusten: Het landelijke EPD bevat niet de gegevens zelf, maar uitsluitend verwijzingen naar de zorgverleners, die gegevens van het betreffende sofinummer in beheer hebben.
Vakblad ICTzorg van maart 2010 schrijft, dat intussen 3000 van de 6300 zorgaanbieders zijn aangesloten op het landelijke EPD. Begin 2009 waren dat er 100. Ik vind dat verbluffend, want het vereist toch aandacht en investering bij de individuele zorgaanbieder om de aansluiting gerealiseerd te krijgen. Blijkbaar helpt het toch, dat Klink harde deadlines heeft opgelegd!

Siemens heeft het laatste jaar de Europese aanbestedingen van het UMC Utrecht en het Leids Universitair Centrum LUMC verloren van Chipsoft. Iets om over na te denken, dat een lokale speler als Chipsoft het afgelopen jaar 5 van de 7 aanbestedingen van ziekenhuizen won. Siemens met 3300 implementaties wereldwijd kwam er niet tussen.
Een tijdje terug schreef ik over het EPD van het Antonius Ziekenhuis, geheel zelf gebouwd met open source software. En concludeerde toen, dat uniek leiderschap van een medisch onderlegde ICT-directeur dat kon realiseren, maar dat zo’n situatie voor de meeste ziekenhuizen niet is weggelegd. Die hebben toch behoefte aan sterke spelers als Siemens en IBM om de klus voor ze te klaren.

In het vakblad van ICT-professionals in de zorg verscheen een artikel van 4 auteurs, waaronder 3 specialisten van het Beatrixziekenhuis in Gorinchem. Het is getiteld “Het Nieuwe Veiligheidsprobleem”.
Zij constateren, dat het EPD snel terrein wint in ziekenhuizen. Handmatige en papieren vastleggingen zijn er niet en daardoor wordt de afhankelijkheid van het EPD groot. Als het systeem niet beschikbaar is, kan de staf zijn werk niet doen. Dit is een voorbeeld van de achterlopende ICT-organisatie in ziekenhuizen. Bedrijven in handel, industrie en diensten hebben al jaren geleden het onderwerp ‘back-up en recovery’moeten aanpakken. Want als het systeem en de gegevens langere tijd niet beschikbaar zijn, kan dat in het ergste geval betekenen, dat een bedrijf out of business gaat.
Bij ziekenhuizen is het nog veel erger, want daar is het direct levensbedreigend voor patiënten. Een verzekeraar kan best een dag zonder zijn systemen, voor een betalingssysteem van een bank is het al kritischer, maar voor de zorg kan men zich rampzalige situaties voorstellen.
Goed punt dus van deze auteurs. Echt een issue, in tegenstelling tot het fantasieloze geklaag van de privacy-ridders over het EPD. De auteurs geven geen indicatie van de verbreidheid van het probleem. Er zijn absoluut ziekenhuizen die het gewoon onder controle hebben. Zo schreef ik in december 2008 in een posting, dat de Gelre-ziekenhuizen sedert 2001 een drievoudige terugvalcapaciteit in hun infrastructuur hebben ingebouwd. Dat wil zeggen, dat elk van de drie ziekenhuizen in staat is om voor het collega-ziekenhuis de informatievoorziening te continueren. Voor de Gelre-ziekenhuizen bestaat het probleem dus niet.
Tenslotte las ik in mei een column in een securitytijdschrift over het LPD. De column reageert op een artikel van een deskundige van de Vrije Universiteit, die beveiligingsproblemen van het LPD signaleert en eist, dat het LPD moet vastleggen welke zorgverleners een dossier inzien. De columnist typeert dat als onuitvoerbaar, want wie controleert dan die registraties? En doet vervolgens een goede suggestie. Neem de patient serieus, die steeds mondiger en meer betrokken wordt, en laat hém controleren, wie het dossier inziet. Dat sluit weer mooi aan op het pleidooi van de vaatchirurg van het LUMC die medischegegevens.nl heeft opgezet. (Zie posting van 16 juni j.l.).

Friday, July 16, 2010

Nog een paar cases van jaarcongres NOiV

Op 28 mei schreef ik hier over het jaarcongres van NOiV (Nederland Open in Verbinding). Dit vond plaats op 18 maart 2010 in het Media Plaza Utrecht Bij deze beschrijf ik nog een aantal besproken cases op dit congres.

In de plenaire zaal werd als intermezzo het spel Petje Op Petje Af gespeeld, bekend van het televisieprogramma Holland Sport. Iedereen in de zaal gaat staan en beantwoordt gestelde vragen met JA door zijn petje op te houden en met NEE door zijn petje af te doen. Uiteraard lag er op elke stoel een NOiV-petje. Degenen, die af zijn, doen niet meer mee en blijven zitten. Zelf was ik na vijf vragen af en de laatste 30 personen, die nog stonden, werden uiteindelijk naar voren geroepen. De vragen werden gesteld naar aanleiding van een enquete naar de opinies bij overheden over het programma NUP. (Zie postings van 10-12-2009 en 3-5-2010.) De vraag aan de 30 overblijvers luidde: Hoeveel procent van de overheden denkt eind 2012 volledig te kunnen voldoen aan de eisen van het NUP?
Degenen, die het lager dan 50% schatten, kwamen uiteindelijk rechts van de presentator te staan. Ikzelf zou daar ook gestaan hebben, want ik zou nog geen 20% schatten. En aan de linkerkant stonden 4 personen, die boven de 50% zaten. Die hadden het dus bij het goede eind. Ik vond dat verbluffend hoog net als de meerderheid in de zaal dus. Zouden de ondervraagde overheden gelijk hebben of zouden ze kunnen lijden aan ongefundeerd optimisme? Uiteindelijk won van de 4 overblijvers een jonge Marokkaanse knul op gympies. Leuk.

Er was een spreker namens de Duitse stad Muenchen. Daar loopt een project LiMux waarin de stad wil overschakelen naar open source. Dat is een majeure operatie als je bedenkt, dat de stad 21 diensten kent en 15.000 desktops. Ze hebben de periode 2001-2007 gebruikt om studies uit te voeren. Knap lang als je het mij vraagt, maar aan de andere kant zijn de afbreukrisico’s groot en moet je zeer zorgvuldig te werk gaan. Uiteindelijk werd overgegaan op de eerste stap, zijnde de uitrol van Open Office. De tweede stap zal de uitrol van een open operating system zijn. Daarnaast worden ook 28000 desktops op scholen overgezet naar open software. De filosofie daarachter is, dat je zo ook de ouders dwingt om met deze standaarden om te gaan.
Een belangrijk advies dat de spreker meegaf: “Analyze how many lock-ins there are in business applications that prevent installation.” Daarbij moet je bijvoorbeeld denken aan macro’s die in Word zijn geprogrammeerd. www.wollmux.org

Olle Johansson is een bevlogen Zweedse spreker, die zich inzet voor het gebruik van open source telefoniesoftware. Hij promoot de SIP standaard, een open source VOIP commonplace protocol. En benadrukt, dat telefonie slechts één applicatie is binnen de IP community (de internet wereld). Laat je dus niet wijsmaken, dat telefonie iets bijzonders is waarvoor je specifieke leveranciers met hun produkten nodig hebt. Aldus de mening van Olle. Hij citeert Simon Phipps: The biggest enemy of freedom are happy slaves.
Volgens hem kan de hele wereld communiceren op basis van een persoonlijk IP-adres. Hij vindt het dan ook een bedreiging, dat de huidige reeks IP nummers ‘op raakt.’
Niet de kosten maar de business benefits zijn voor hem driver naar open source. Stay in control. Skype vindt hij een prachtige applicatie, maar wel proprietary.

Bij dit telefonie-onderwerp constateer ik opnieuw, dat open source succesvol wordt neergezet als aan twee voorwaarden is voldaan. Ten eerste moeten er leiders zij die erin geloven en die het begrijpen. En op de tweede plaats moeten zij in hun omgeving de nodige competenties hebben om zulke systemen te realiseren. En dat zijn de uitzonderingen! Zoals bijvoorbeeld het Elektronisch Patienten Dossier van het Antonius Ziekenhuis, dat ik in februari 2010 beschreef. En de kennis en ervaring van deze Olle Johansson over telefonie lijkt mij ook zeer schaars. Meestal zal de ondersteuning van een gekwalificeerde ICT-partner nodig zijn. (IBM, Siemens, KPN etc.) Ooit zal het allemaal zo rijp worden, dat applicaties als water en gas uit de kraan komen, maar zover is het nog lang niet!

Thursday, July 8, 2010

Jaarcongres Actuarieel Genootschap over Risicomanagement

Op 25 maart j.l. vond het congres plaats in Theater Gooiland te Hilversum.
Zo’n 500 bezoekers waren er aanwezig.

Het Actuarieel Genootschap werkt al een paar jaar aan de positionering van de ‘nieuwe actuaris’ en ambieert een belangrijke positie in het actuele thema Risicomanagement.
De voorzitter ging daar in zijn openingswoord op in. Hij schetste niet alleen het beeld van de ideale actuaris, maar schroomde niet om ook de tekortkomingen van de beroepsgroep te schetsen. (Zie mijn posting van juni 2009 “Actuarissen als kritische waarschuwers”.)
Hij benadrukte het ‘leren van andere beroepen’ en het hanteren van zelfreflectie.

Mr Kellerman van toezichthouder DNB maakte indruk met haar degelijke en professionele benadering. Interessant was een kansverdeling van opbrengsten en hoe diverse stakeholders daar met verschillende brillen naar kijken. De CEO’s benadrukken vooral de upside, terwijl de toezichthouders juist belangstelling hebben voor de downside. De aandeelhouders bekijken het middengebied van risk en return. De rating agencies analyseren een gebied dat deels de aandeelhouders en deels de toezichthouders overlapt.

Harry Panjer, een Canadese professor met Nederlandse voorouders, opende met een verhaaltje in het Nederlands voordat hij overschakelde naar het Engels. Hij maakt zich sterk voor het certificeren van de CERA-titel. Hij toonde realisme door in te schatten, dat maar 10 tot 20% van de actuarissen ambieert om CERA te worden. Toen hij via het aanwezige stemmensysteem onderzocht, hoe dat in de zaal ligt, was de uitkomst verbluffend. Dat was namelijk meer dan 50%. Ik schat in, dat er twee oorzaken zijn voor deze hoge uitkomst. Op de eerste plaats roepen mensen makkelijk JA, terwijl ze bij nader inzien, de benodigde tijd en inspanning overziende, wel eens anders zouden kunnen beslissen. Op de tweede plaats was de gemiddelde leeftijd in de zaal laag. Er waren voor meer dan de helft twintigers en dertigers aanwezig en veel daarvan hebben de ambitie om zich nog verder te ontwikkelen.

Roland van de Brink van Mn Services beschouwde Risicomanagement en probeerde voorbij de hype te komen. Hij zag vele bomen, waardoor je wellicht het bos niet meer ziet. (Enterprise Risk Management, Integrated RM, Global RM, Quantitative RM, Financial RM etc.) Noemde het voorbeeld van een consultant die bij een bedrijf 200 mogelijke risico’s had benoemd, waarop hij werd overtroffen door een collega die er 400 had benoemd. Bij hetzelfde pensioenfonds overigens. Waar ben je dan eigenlijk mee bezig?
Hij opende door te spreken over de financiële crisis die ons sedert 2008 bezig houdt en refereerde aan een stelling uit de chaostheorie. Die luidt, dat grote uitslagen een teken zijn van stabiliteit van het systeem. En dat je moet gaan oppassen bij een langdurige lineaire ontwikkeling. Vond ik wel een eye-opener!

Als laatste spreker was er de bioloog Midas Dekkers. Vaak is zo’n spreker vanuit een hele andere wereld een succes. Hij relativeert en krijgt de zaal aan het lachen. Maar deze spreker was waarschijnlijk niet in vorm want de zaal, inclusief mezelf, was maar weinig geboeid en blij dat men door kon naar de borrel met rijk voorziene hapjes.
Een interessant congres al met al, met boeiende sprekers over Risicomanagement.