Friday, May 28, 2010

Jaarcongres NOiV 18 maart 2010

Nederland Open in Verbinding (NOiV) is een actieplan, dat wordt gecoördineerd door het ministerie van Economische Zaken. Dit plan en de voorloper ervan (OSOSS, Open Standaarden en Open Source Software) lopen al vanaf 2006 na een bekende motie van kamerlid Vendrik. Op het jaarcongres in het Utrechtse Mediaplaza waren dit jaar 580 deelnemers, tegen 380 vorig jaar op het eerste plenaire jaarcongres. Het onderwerp leeft dus bij Nederlandse (semi)overheden en de sfeer was dan ook geanimeerd.
Eén ding moet mij van het hart: Waarom moeten tegenwoordig grote manifestaties gepaard gaan met een ontzettende teringherrie? Bij het binnenlopen van de mensen in de centrale zaal dreunde een harde disco. Van de weeromstuit gaan mensen dan ook keihard tegen elkaar praten en het geluidsniveau stijgt. Waarom?
Ik maakte in 2006 die herrie mee in een New Yorkse winkel van Abercrombie. Daar werd mij uitgelegd, dat de aard en de sterkte van de muziek door psychologen is uitgezocht, zodat de mensen maximaal in een koopstemming zijn. Zou dat ook bij de manifestaties van tegenwoordig het geval zijn? Mijn advies? Kappen met die herrie. De mensen komen naar een inhoudelijke bijeenkomst en willen met elkaar praten en luisteren. Stop alsjeblieft met die uitwas van het discotijdperk.

De bijeenkomst bestond uit een paar plenaire lezingen van hoog niveau en daarna break-out sessies in kleine zalen. Die break-out sessies hadden wisselend niveau. Organisatoren van een manifestatie zouden weldegelijk de presentatoren moeten screenen op presentatievaardigheden. Ik maakte een spreker mee, die in elke zin minsten 15 maal ‘eh, eh, eh” zei. Dat moet je hemzelf en het gehoor besparen.

Bij de opening presenteerde zich een nieuwe ambassadeur van Open Source. Hij vertelde, dat hij voordien directeur was van bureau Jeugdzorg, hetgeen mij te denken gaf. Maar tijdens zijn verhaal ervoer ik hem als een inspirerend figuur. Bij het bureau Jeugdzorg had hij als principe, dat mensen gestimuleerd moeten worden om hun eigen energie te vinden. Geen gepamper dus. Zijn filosofie spreekt mij aan en is zeker nodig om de open source gedachte te propageren. Zo’n verandering kan alleen door de mensen zelf worden gerealiseerd; het opleggen van die filosofie zal niet werken.
Hij memoreerde terecht de pioniers Frank Heemskerk (nu demissionair) en Cees Vendrik, mensen die met oprecht enthousiasme en energie zich hebben ingezet voor de Open Source beweging, geen baantjesjagers die voor de vorm hun tijd uitzitten.
In deelsessies en plenaire sessies noteerde ik overigens wat ik zelf ook al langer waarneem en beschrijf. Dat Open Standaarden groeien als kool, maar Open Source software alleen op deelgebieden.

De vervanger van Frank Heemskerk, de hoogste ambtenaar van Economische Zaken, deed het trouwens uitstekend in zijn presentatie. Hij benadrukt terecht, dat het bij uitrol van Open Standaarden en Open Source niét gaat om ICT. Het gaat om organisatieverandering.

Voor het eerst kon ik ook de nieuwe CIO van de overheid aanschouwen. Deze CIO is op advies van de Algemene Rekenkamer aangesteld na hun onderzoek naar het mislukken van grote ICT-projecten van de overheid. Ik vond zijn betoog niet overtuigend. Aan de ene kant bestaat zijn functie natuurlijk om via procedures en richtlijnen alle departementen onder controle te krijgen voor wat betreft de uitvoering van hun megaprojecten. Aan de andere kant leidt het alleen maar tot grotere bureaucratie als er niet iets anders bij komt: leiderschap, guts, er bovenop springen etc. De vraag is of het Haagse circuit dergelijk gedrag zou accepteren. Waarschijnlijk niet. Een figuur die er zo op vliegt zal ongetwijfeld wel een vormfout maken, waarop hij keurig wordt afgeschoten om weer plaats te maken voor een kleurloze, niet-effectieve bureacraat.

In een volgende posting wil ik nog een paar sprekers verslaan, die interessante cases inbrachten.

Monday, May 17, 2010

Virtualisatie

Het is al weer zo’n drie jaar geleden, dat het mij opviel, hoe op de beurs Linuxworld voortdurend de kreet ‘virtualization’ viel. Ik kende de term al veel langer van de IBM mainframes, maar niet van de wereld van pc’s en servers. Sindsdien werd het mij wel duidelijk, dat die ontwikkeling hard nodig was om in het almaar (wild)groeiende machinepark van servers en pc’s de effectiviteit en de efficiëncy terug te krijgen.

Op 9 februari werd het VMware Virtualization Forum 2010 gehouden in Nijkerk. Deze firma is naar eigen zeggen in de afgelopen 12 jaar de marktleider geworden in Virtualisatie.
Uiteraard liet ik deze kans niet glippen om meer te weten te komen over deze trend, die al een aantal jaren in kracht groeit in automatiseringsland.

Hoewel deze trend echt een management-issue is vanwege de grote impact die virtualisatie kan hebben op de ICT-kosten en op de verhoogde flexibiliteit van de business, zie je toch vooral de uitvoerende mensen van het computercentrum. Het is altijd interessant om bij de entrée waar te nemen, wie er naar binnen gaan. En meelopend in de stroom mensen vanaf de parkeerplaats naar de ingang zag ik aan de auto’s en aan de mensentypen, dat vooral de mensen van het computercentrum (operators, managers, staf) hierop af kwamen.
Volgens mij was er enigszins een mismatch tussen de gepresenteerde informatie en de bezoekersgroep. De presentaties waren vooral gericht op de (vermeende) winstpunten voor de business en minder op de inhoud van wat virtualisatie eigenlijk is en doet.
Het sterkst was dat merkbaar in het programmaboekje. Zwaar glossy formaat, maar nul inhoud. Vol met advertenties met oppervlakkige claims. Dit glanzende programmaboekje was zo oppervlakkig in elkaar geflanst, dat sommige advertenties gewoon nog in de Franse taal waren weergegeven. Waarschijnlijk door een Amerikaan gekopieerd vanuit een event in Frankrijk! Ik sprak erover met vertegenwoordigers bij de stand van Trend Micro, wier advertentie ook in het Frans was opgenomen. Zij gaven mij interessante white papers; de inhoud is dus wel degelijk aanwezig, als je de juiste mensen de ruimte geeft.

De aftrap werd gegeven door de Regional Director Benelux van WMware. Hij vertelde, dat zijn firma 12 jaar geleden de virtualisatie van de mainframes overbracht naar de wereld van x86, de Intelplatforms van servers en pc’s. Veel bedrijven hadden grote behoefte aan consolidatie in de wildgroei van hardware en software. Hij noemde het feit, dat van het ICT-budget 70% gaat zitten in maintenance. En dit getal hoor en lees ik al tientallen jaren. (vgl software bouw). Er zijn zelfs bedrijven waar het richting de 100% groeit en dat betekent dus, dat elke vernieuwing voor zo’n bedrijf onmogelijk is. Ingrepen als Virtualisatie zijn dus zeer welkom!

Er waren interessante presentaties over clouds, desktopmanagement en virtualizationmanagement. Elke vernieuwing geeft weer kansen op wildgroei, als men zijn verstand niet gebruikt. En het blijkt altijd weer de grote valkuil om maar lukraak te werken. Virtualisatie vind ik een prachtig voorbeeld. Want enerzijds biedt het de mogelijkheid om de grote wildgroei aan servers weer te beheersen, maar anderzijds is het zo makkelijk om een nieuwe virtual machine aan te maken, dat een onoverzienbare massa VM’s het resultaat is. Men heeft er ook al een naam voor: VM-creep. Virtualization management moet daarvoor de oplossing bieden.

Terug naar de presentatie van de regional director: Volgens zijn presentatie heeft VMware wereldwijd 170.000 klanten. Daaronder alle Fortune 100 bedrijven en 96% van de Fortune 1000.
Interessant was dat hij drie stadia onderscheidde bij de inzet van Virtualisatie. Logischerwijs zijn kostenverlaging en beter beheer de eerste stap en voor bedrijven de eigenlijke trigger om virtualisatie toe te gaan passen. De tweede stap die hij noemt behelst het openen van nieuwe business opportunities: De LOB’s profiteren van grotere snelheid en stabiliteit bij de uitvoering van processen. En via SLA’s kunnen ze die cruciale succesfactoren ook concreet gaan managen. Als derde stap noemt hij de ontwikkeling naar SAAS, Software as a Service. Als dat namelijk bereikt wordt, hoeft een bedrijf zich niet meer bezig te houden met ICT maar uitsluitend met zijn business. ICT zal net zoals water, gas, licht zonder verder gedoe altijd beschikbaar zijn.

Monday, May 3, 2010

Gateway-review van het NUP Programma

Eerder schreef ik op deze weblog over het Nationaal Uitvoeringsprogramma NUP. En vanuit interesse voor ICT Governance ook al eens over de Gatewaymethode, die beoogt om megaprojecten niet te laten ontsporen door regelmatige, deskundige en onafhankelijke reviews. De Algemene Rekenkamer heeft het toepassen van deze methode geadviseerd, nadat zij vorig jaar een onderzoek publiceerde naar het mislukken van grote overheidsprojecten.

De beide onderwerpen komen bij elkaar nu er een Gateway-review is gehouden over het NUP-programma. Het goede bericht is, dat zo’n review is gehouden, het slechte nieuws is, dat er naar mijn waarneming totaal niks wordt gedaan met de vernietigende uitkomst van de review. Ik citeer wat de Gateway-review naar buiten brengt:

QUOTE
Te complex, een eenzijdige oriëntatie op techniek en een gebrek aan visie. Het landelijke overheidsprogramma dat de basis moet leggen voor een soepele elektronische dienstverlening aan de burger, dreigt te mislukken.
Verbeteren
Dat stelt een team van onafhankelijke deskundigen dat in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken het uitvoeringsprogramma doorlichtte. Eind 2008 spraken rijk, gemeenten, provincies en waterschappen af vaart te maken met het verbeteren van de elektronische dienstverlening.
Vertrouwelijk
Vier deskundigen onder leiding van Arthur Docters van Leeuwen, oud-voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten, onderwierpen het Nationaal uitvoeringsprogramma (NUP) aan een zogenoemd gateway review.
Dat is een in Engeland ontwikkelde methode om in korte tijd de slaagkansen van ICT-projecten te beoordelen. Vakgenoten interviewen daarbij in een paar dagen de belangrijkste betrokkenen. De Automatisering Gids wist vorige week de hand te leggen op het vertrouwelijke eindrapport van de reviewers.
Imago
De beoordelaars geven het uitvoeringsprogramma e-overheid de code kleur rood. Als de minister niet snel ingrijpt, dreigt er onacceptabel grote schade. De kwaliteit en het imago van het openbaar bestuur zijn volgens Docters van Leeuwen en zijn collega’s in het geding. Probleem is dat het invoeren van de nieuwe dienstverleningsconcepten om ingrijpende organisatieveranderingen vraagt. Gemeenten hebben daar ondersteuning bij nodig, maar die wordt nog maar mondjesmaat geboden.
Te omvangrijk
Het NUP, dat bestaat uit negentien bouwstenen, zes voorbeeldprojecten en vier andere onderdelen, is volgens de beoordelaars ook veel te omvangrijk en complex. Ook de samenhang ontbreekt. De kritiek op de totstandkoming van de e-overheid komt niet onverwacht. Begin deze maand publiceerde BB Digitaal Bestuur een artikel waaruit bleek dat maar zeven van de negentien NUP-bouwstenen tijdig opgeleverd kunnen worden.
UNQUOTE

In februari was de Gatewayreview, maar 30 maart werd op een leveranciersbijeenkomst met het programma NUP met geen woord gerept over de kritiek. Vrolijk wordt er gefilosofeerd over de verdere realisatie. Nu hebben leveranciers daar natuurlijk geen belang bij (lekker doorgaan met het budget opeten), maar vanuit het programma zou je een zekere sense of urgency willen proeven.
De politiek, die zelf om de review heeft gevraagd, gaat over tot struisvogelpolitiek. Lees bijgaande link van 2 april 2010.

Gelukkig is er een tweede kamerlid, Arda Gerkens, dat zich hier boos over maakt. Ik heb haar geattendeerd op het verslag van de NUP-leveranciersbijeenkomst. Maar ik vrees het ergste. Men maakt zich achteraf druk om mislukking van megaprojecten. En als er een kans is om eerder in te grijpen, is niemand geïnteresseerd. Wat is dat toch?