Wednesday, October 27, 2010

Voorzitters vakgroepen AI nemen kennis van EMAS

Op 24 juni 2010 was er voor de voorzitters van de vakgroepen van het Actuarieel Instituut een laatste bespreking van de EMAS-cursus die in september 2010 start. (EMAS: Executive Master of Actuarial Studies). De inhoud van EMAS heb ik eerder beschreven in mijn posting van 10 april 2010 “AI leidt nu ook op voor de mastertitel”.

Het EMAS programma start voor het eerst in september 2010. Het zogenaamde Schakelprogramma loopt intussen al enige tijd.
Het Actuariëel Instituut heeft na een inkoopprocedure de opleiding deels ingekocht bij de Universiteit van Tilburg, hetgeen tot gevolg had, dat de Universiteit van Amsterdam haar eigen 'emas' heeft opgetuigd.
Amsterdam kan een deel van de opleiding onderbrengen in bestaande masteropleidingen; alleen het beroepsvormende deel komt in de nieuwe masterstudie 'emas', waardoor de opleidingskosten voor de student in Amsterdam fors goedkoper uitvallen.

Als vakgroepvoorzitter hebik mij eens verdiept in enig opleidingsjargon. Want er wordt geschreven, dat de studiebelasting van EMAS 60 ECTS bedraagt. Wat nu is een ECTS?
Een studiejaar in een voltijdsopleiding heeft een omvang van 60 ECTS.
En 1 ECTS heeft 28 studie-uren.
Deze normen zijn internationaal vastgesteld. In eerste instantie schrik ik enigszins van deze bureacratische en technocratische benadering van onderwijs, maar anderzijds moet je voor vergelijkingen, internationaal en tussen vakken, wel bepaalde normen aanleggen. Laat onverlet, dat onderwijs niet alleen bepaald wordt door 'uren aanwezigheid' of 'uren activiteit', maar uiteindelijk door de kwaliteit van de leerstof, de activiteiten gedurende de contact-uren, de activiteiten in zelfstudie en de begeleiding van het geheel.......

De instroom voor EMAS-master is drieledig. Op de eerste plaats vanuit de universitaire studies Wiskunde, Econometrie en Actuariele Wetenschappen. Op de tweede plaats vanuit de opleiding Actuarieel Analist van het AI. En op de derde plaats is er een reststroom van personen uit diverse opleidingen die zich kunnen aanmelden.
Met name voor de laatste groep is er een Schakelprogramma (Transition Program), dat deficienties aanvult voordat mensen worden toegelaten tot de EMAS-opleiding.
Tot op heden was er een speciale stuurgroep voor de ontwikkeling van het Schakelprogramma, maar vanaf heden, najaar 2010, zullen de modules van het Schakelprogramma ook onder de verantwoordelijkheid van de bestaande vakgroepen van het Actuarieel Instituut gaan vallen. Voor mijn eigen vakgroep Informatica betekent het, dat de module SC3 Simulatie zal worden toegevoegd aan het aandachtsgebied.

Friday, October 15, 2010

CAM solutions day

Op 17 juni 2010 ontving de firma CAM haar relaties in de grote bioscoopzalen van Cinemec in Ede.
Zij presenteren zichzelf en hun vierlagen-model voor de inrichting van de ICT-infrastructuur. Dit model vind ik heel inzichtelijk. Daarbij positioneren zij alle produkten die in de markt worden aangeboden bij de laag waar het produkt een rol speelt. Het zijn nogal wat produkten die je nodig hebt om zo'n nieuwe ICT-infrastructuur te maken: NetApp, Quantum, Commvault, Vmware, Microsoft, Platespin, Citrix, RES software, Trend Micro, Sonicwall, BlueCoat, Imprivata en Check Point. Dat zijn alleen nog maar de produkten, waarmee zij samenwerken.
De vier lagen zijn Storage, Back-end (netwerk en databasprocessen), Front-end (desktop en applicaties) en Access (toegang vanaf standaardwerkplekken). Daarbij moet je bedenken, dat front-end niet synoniem is met PC. Front-end is het samenstel van functionaliteit voor een bepaalde gebruiker. En deze front-end wordt ergens vanuit het netwerk aangeboden aan de gebruiker, waar en waarmee die gebruiker ook inlogt. En de vierde laag, een nieuw inzicht wat mij betreft, is nodig geworden, omdat standaard werkplekken tegenwoordig vele vormen kunnen aannemen: via LAN, WAN, VPN, Internet, GPRS/UMTS met allerlei apparaten. En al die werkplekken moeten effectief en veilig worden ontsloten.
In hun metafoor vergelijken zij Data plus Proces met een machinekamer en Frontend plus Acces als de werkplek.

De presentatie van zichzelf vond ik verrassend en verfrissend. Inhoudelijk is CAM goed. Jonge, enthousiaste, capabele mensen. Ook het publiek was jong. Jonger en dynamischer dan in sessies van IBM, Vmware en Telindus..... Niet de klassieke operators van computercentra, maar meer de jongeren die zijn opgegroeid met de nieuwe technologie.
Generatieverschillenin bedrijven worden zichtbaar. De jeugd werkt als vanzelfsprekend met internet, werkt in de cloud met youtube en social software.

De lokatie, Cinemec Ede, was top. In de voorhal is een zee van ruimte voor koffie, eten en pauze. De conferentiezaal (een grote bioscoopzaal eigenlijk) is ruim met comfortable stoelen, een megascherm en zeer goede geluidsapparatuur. Eigenlijk wel een verademing vergeleken met oude fabriekslokaties, die de laatste jaren populair zijn. Die zijn wel romantisch, maar qua voorzieningen inferieur. Wat ook een verademing was: Bij binnenkomst was er geen ergerlijke keiharde discodreun, zoals bij recente bijeenkomsten van Nederland Open in Verbinding en van Adobe, maar een rustig elektronisch deuntje. Hier zijn geen PR-mensen in de lead, maar gedreven inhoudelijke mensen!

In hun visie van Werkplek typeren zij zeer goed het Nieuwe Werken als het losmaken van persoon, werkplek en werktijd. Onafhankelijk van tijd en plaats heette het altijd. Maar hun beschrijving is meer to the point. Bij andere gelegenheden wordt het Nieuwe Werken gedemonstreerd door flitsende voorbeelden van bedrijfjes, maar CAM typeert het heel kort, analytisch en treffend: los van persoon, werkplek en werktijd.
Je kunt overal je ding doen. En als dat passend is ook 's avonds, in je weekend of in je vakantie.
Bij werkplek wordt geen onderscheid gemaakt tussen Intern en Extern, maar tussen Beheerd en Onbeheerd! Dat is ook een nieuw inzicht. Het nieuwe onderscheid richt zich niet op WAAR je bent, maar op je verbinding. Als je onderweg vanaf een parkeerplaats werk doet, kan dat op een manier, die net zo veilig is als in de beschermde kantooromgeving.

CAM werkt conform het motto “Eerst organiseren en dan automatiseren”. Dat betekent, dat je werkt aan het opstellen van SLA's, kostendoorbelasting en het gebruik van KPI's alvorens je een nieuwe technische inrichting introduceert.
Ter afsluiting werden demo's getoond, waarin binnen 1 minuut een OTA omgeving werd ingericht.
En op een PC werd een virtuele desktop getoond, die werd binnengehaald van het datacenter van CAM in Nieuwegein. Daar staat een citrixserver en met behulp van de tool RES werden supersnel alle instellingen van de gebruiker binnengehaald.
Het was sterk, dat de demo niet werd gedaan met powerpointsheets of met een ingeblikte demo op een stand-alone PC. Nee, de demo toonde echt een gevirtualiseerde desktop, binnengehaald via internet. Practice what you preach!

Tuesday, October 5, 2010

Stellingen over het ‘nieuwe werken’

Onlangs schreef ik over het optreden van trendwatcher Adjiedj Bakas op de beurs Overheid&ICT in het voorjaar van 2010. Zie posting van 10 augustus 2010. Als afsluiting van zijn optreden zat hij in een forum met jonge overheidsmanagers. De stellingen die daar werden besproken zal ik in deze posting behandelen.

Stelling 1
Onderscheid tussen werk en privé verdwijnt.
Ik vraag me af, of dat nieuw is. Voor mijzelf en veel mensen uit mijn ‘peer’-group is dat altijd zo geweest. Ambitieuze professionals waren altijd al bezig om in hun vrije tijd verder te praten over hun werk, te lezen over relevante ontwikkelingen, studies te volgen en na te denken over hun loopbaan. In feite waren veel van die mensen 7*24 (in het jargon van heden) met hun werk bezig. Ik interpreteer de stelling dan ook zo, dat een steeds grotere groep mensen zo met hun werk omgaat en dat in feite het fenomeen ‘9 tot 5 werker’ minder voorkomt.
Een interessante kant van deze stelling is, dat het nieuwe werken niet alleen 7*24 werken betekent, maar ook 7*24 bezig zijn met privé-zaken. Bakas merkt op, dat de website Funda (huizen zoeken) en sollicitatiesites het meest vanuit het werk worden bezocht. En dat is wél nieuw, want ‘vroeger’ was dat soort activiteit vanuit kantoor toch ongewenst.
Eén van de managers vult aan, dat je als tegenwicht vanuit huis ook veelvuldig je mail checkt.

Interpolis is een bedrijf dat al tientallen jaren experimenteert met nieuwe werkvormen. Geen vaste werkplekken en werken vanuit huis. Vanuit die praktijk weten we, dat vooral de middle manager moeite heeft met de ontwikkeling. Zij hebben niet meer van 9 tot 5 hun mensen in hun nabijheid. En hoe moet je de output van je mensen sturen zonder hun fysieke aanwezigheid?
Het zijn in wezen de oude managementcompetenties waarop meer dan ooit een beroep wordt gedaan: Beoordelen welke mensen goed zijn, welke resultaten ze boeken, wie je meer moet controleren, wie aandacht nodig heeft, wie je vooral veel ruimte moet geven.
Interpolis geeft workshops ‘leiding geven aan een leeg kantoor’.

Stelling 2: Branding op internet is essentieel voor je netwerk.

Dat vind ik echt een stelling van deze tijd. Bakas benadrukt deze branding keer op keer. Ik vind het een logisch gevolg van het internetverkeer: Je kent veel meer mensen en veel van die mensen vooral via internetcontacten en niet meer vanuit een langere fysieke samenwerking. En toch wil je weten, wie zij zijn, wat ze doen etc etc. Branding dus.
Een voorbeeld is, dat politie-agenten in uniform op datingsites staan. Waarmee ze zichzelf meteen positioneren. Gezagsgetrouw, betrouwbaar, baanzekerheid, conservatief…..
Iemand merkt op, dat de privacywaakhond CPB werkgevers streng controleert op informatie, die over hun personeel en klanten beschikbaar is, terwijl mensen zelf werkelijk alles op het net gooien.

Stelling 3: De afstand tot collega’s en aantal contacten is niet het issue, wél de intensiteit van het contact.

Het is duidelijk, dat virtueel vergaderen (via internet) heel effectief kan zijn. Er wordt geen tijd verspild met reizen en mensen op heel verschillende plekken kunnen snel de ‘hoofden bijelkaar steken”. Bakas meldt, dat Cisco na de Ijslandse vulkaancrisis een blijvende toename in virtueel vergaderen constateert.
Maar er worden ook kritische kanttekeningen gemaakt, die ik van harte onderschrijf, omdat ontmoetingen tussen mensen veel meer zijn dan alleen het uitwisselen van woorden.
Zo is gemeten, dat afspraken die in fysieke vergaderingen worden gemaakt voor 70% worden nagekomen, terwijl dat voor virtueel vergaderen maar voor 50% gebeurt.
En iemand brengt terecht in, wat ieder van ons heeft geleerd bij cursussen over presenteren: De woorden in de presentatie vertegenwoordigen maar 10% van de impact van een presentatie. De impact wordt vooral bepaald door de fysieke verschijning van de spreker, zijn uitstraling, zijn body language, zijn stemgebruik. Dat alles komt veel minder over bij virtueel vergaderen.

We blijven bij dit onderwerp (het Nieuwe Werken) nog even in de hype-fase. Nuttige vernieuwingen zullen worden geadopteerd, nutteloze ideeën zullen vanzelf afsterven.