Tuesday, October 5, 2010

Stellingen over het ‘nieuwe werken’

Onlangs schreef ik over het optreden van trendwatcher Adjiedj Bakas op de beurs Overheid&ICT in het voorjaar van 2010. Zie posting van 10 augustus 2010. Als afsluiting van zijn optreden zat hij in een forum met jonge overheidsmanagers. De stellingen die daar werden besproken zal ik in deze posting behandelen.

Stelling 1
Onderscheid tussen werk en privé verdwijnt.
Ik vraag me af, of dat nieuw is. Voor mijzelf en veel mensen uit mijn ‘peer’-group is dat altijd zo geweest. Ambitieuze professionals waren altijd al bezig om in hun vrije tijd verder te praten over hun werk, te lezen over relevante ontwikkelingen, studies te volgen en na te denken over hun loopbaan. In feite waren veel van die mensen 7*24 (in het jargon van heden) met hun werk bezig. Ik interpreteer de stelling dan ook zo, dat een steeds grotere groep mensen zo met hun werk omgaat en dat in feite het fenomeen ‘9 tot 5 werker’ minder voorkomt.
Een interessante kant van deze stelling is, dat het nieuwe werken niet alleen 7*24 werken betekent, maar ook 7*24 bezig zijn met privé-zaken. Bakas merkt op, dat de website Funda (huizen zoeken) en sollicitatiesites het meest vanuit het werk worden bezocht. En dat is wél nieuw, want ‘vroeger’ was dat soort activiteit vanuit kantoor toch ongewenst.
Eén van de managers vult aan, dat je als tegenwicht vanuit huis ook veelvuldig je mail checkt.

Interpolis is een bedrijf dat al tientallen jaren experimenteert met nieuwe werkvormen. Geen vaste werkplekken en werken vanuit huis. Vanuit die praktijk weten we, dat vooral de middle manager moeite heeft met de ontwikkeling. Zij hebben niet meer van 9 tot 5 hun mensen in hun nabijheid. En hoe moet je de output van je mensen sturen zonder hun fysieke aanwezigheid?
Het zijn in wezen de oude managementcompetenties waarop meer dan ooit een beroep wordt gedaan: Beoordelen welke mensen goed zijn, welke resultaten ze boeken, wie je meer moet controleren, wie aandacht nodig heeft, wie je vooral veel ruimte moet geven.
Interpolis geeft workshops ‘leiding geven aan een leeg kantoor’.

Stelling 2: Branding op internet is essentieel voor je netwerk.

Dat vind ik echt een stelling van deze tijd. Bakas benadrukt deze branding keer op keer. Ik vind het een logisch gevolg van het internetverkeer: Je kent veel meer mensen en veel van die mensen vooral via internetcontacten en niet meer vanuit een langere fysieke samenwerking. En toch wil je weten, wie zij zijn, wat ze doen etc etc. Branding dus.
Een voorbeeld is, dat politie-agenten in uniform op datingsites staan. Waarmee ze zichzelf meteen positioneren. Gezagsgetrouw, betrouwbaar, baanzekerheid, conservatief…..
Iemand merkt op, dat de privacywaakhond CPB werkgevers streng controleert op informatie, die over hun personeel en klanten beschikbaar is, terwijl mensen zelf werkelijk alles op het net gooien.

Stelling 3: De afstand tot collega’s en aantal contacten is niet het issue, wél de intensiteit van het contact.

Het is duidelijk, dat virtueel vergaderen (via internet) heel effectief kan zijn. Er wordt geen tijd verspild met reizen en mensen op heel verschillende plekken kunnen snel de ‘hoofden bijelkaar steken”. Bakas meldt, dat Cisco na de Ijslandse vulkaancrisis een blijvende toename in virtueel vergaderen constateert.
Maar er worden ook kritische kanttekeningen gemaakt, die ik van harte onderschrijf, omdat ontmoetingen tussen mensen veel meer zijn dan alleen het uitwisselen van woorden.
Zo is gemeten, dat afspraken die in fysieke vergaderingen worden gemaakt voor 70% worden nagekomen, terwijl dat voor virtueel vergaderen maar voor 50% gebeurt.
En iemand brengt terecht in, wat ieder van ons heeft geleerd bij cursussen over presenteren: De woorden in de presentatie vertegenwoordigen maar 10% van de impact van een presentatie. De impact wordt vooral bepaald door de fysieke verschijning van de spreker, zijn uitstraling, zijn body language, zijn stemgebruik. Dat alles komt veel minder over bij virtueel vergaderen.

We blijven bij dit onderwerp (het Nieuwe Werken) nog even in de hype-fase. Nuttige vernieuwingen zullen worden geadopteerd, nutteloze ideeën zullen vanzelf afsterven.