Tuesday, August 21, 2012

Overheid en ICT 2012: over zzp'ers

Op de beursdag woensdag 25 april 2012 van de beurs Overheid & ICT waren er 's middags interessante lezingen. Op de eerste plaats door Arjan van den Born, die bekendheid geniet wegens zijn onderzoek naar de netwerkeconomie en het opkomende fenomeen zzp'er. Ik schreef eerder over zzp'ers met verwijzing naar zijn werk in deze weblog op 7 mei 2009. En op 24-9-2010 in een blog over een bijeenkomst in Seats2meet en het 'nieuwe werken'.
Arjan van den Born gelooft heilig, dat zzp'ers de ruggegraat zullen vormen van de toekomstige netwerkeconomie. Hij begint met een afbeelding van De Staalmeesters, een bekend schilderij van Rembrandt van Rijn. Om eraan te herinneren, dat gedurende lange tijd de gilden de ruggegraat waren van het economisch leven. In het gilde kon je als leerling beginnen en na verloop van tijd werd je gezel. Uiteindelijk werd je meester. De gilden zorgden dus voor de opleiding en de ontwikkeling tot volleerd professional. Hij stelt vast, dat in de 17de eeuw de ontwikkeling begon naar mechanisatie van het werk. Daardoor werd de produktiviteit groter en werd voor velen het eindstadium van meester onbereikbaar. Een grote grote groep werkers bleef dus altijd gezel. (Die zich verenigden in verbanden, gezelschappen genaamd.) Hij voert zijn stelling verder en stelt vast, dat in de 20ste eeuw de schaalvergroting nog verder doorzet en dat door industrialisatie en kapitalisme de mensen hun ambacht verliezen; ze worden gedegradeerd tot een schakeltje in het produktieproces. Het eindstadium daarvan zijn de grote hiƫrarchische organisaties, waarin mensen een lift-time employment vinden. Veel mensen doen daarin deeltaken ondersteund door automatisering en mechanisering, zonder het totaal van de produktieve activiteit te kennen.
Er zijn echter ook activiteiten (zowel denkwerk als handwerk), die niet geautomatiseerd kunnen worden. Mensen voeren daar nog de integrale activiteit uit. In de nieuwe gig-economie is een groeiende groep van deze vakmensen actief. Zij doen klussen waarvoor bepaalde kennis en vaardigheid nodig is. In Nederland noemen we ze zzp'ers. Door de techniek zijn zij ook in staat om volledig zelfstandig hun werk te doen; internet, mobiele apparaten en sociale media maken een functioneren mogelijk, waarin ze anderen niet nodig hebben. Hun klussen, die niet geautomatiseerd kunnen worden, worden erdoor gekenmerkt, dat ze tijdelijk zijn (in projectvorm) en complex, en dat ze creativiteit vereisen.
Van den Born geeft het bekende voorbeeld van de filmindustrie. Waar vroeger grote filmmaatschappijen (Century Fox. e.d.) de films maakten, zijn het tegenwoordig projecten. Een initiatiefnemer haalt voor de projectperiode alle specialisten bijelkaar die nodig zijn. En na oplevering van het produkt gaat iedereen weer zijn eigen weg. Bedrijven ziet hij fuzzy worden en hij ziet zelfs een model, waarin de freelancers de kern van de bedrijfsactiviteit uitvoeren en de mensen met vaste dienstverbanden in de schil van het bedrijf werken. Het tegenovergestelde van wat we tot nu toe zien, maar er zit wel iets in: De kern-activiteiten vragen de hoogste competenties en die hebben juist de freelancers. In de schil zitten de vaste mensen, die de processen faciliteren. Een intrigerend plaatje! (Ik beleefde tussen 2000 en 2010 veel situaties waarin externen de topprojecten van bedrijven uitvoerden. De 'internen' klaagden daarover en regelmatig waren er acties om het aantal externen terug te dringen. Maar in feite was de oorzaak erachter, dat de internen gewoon niet de kennis en vaardigheden hadden om de voorliggende uitdagingen te volbrengen!)
Het aantal managers wordt kleiner, want vaklui (professionals) hebben immers geen figuren nodig die hen voortdurend zeggen, wat ze moeten doen. Toch zullen ook deze zelfstandig werkende professionals behoefte hebben aan samenwerkingsverbanden. Het blijkt, dat dit soort mensen leert door kennisdeling en door het uitvoeren van nieuwe projecten. En ze hebben ook de behoefte om ergens bij te horen. Alleen is maar alleen! Als ze samenwerken stellen ze wel als eis, dat het voor henzelf toegevoegde waarde moet hebben. (What's in it for me?) Van den Born illustreert dat met het feit, dat er veel initiatieven zijn om zzp'ers plaats te bieden om hun werk uit te voeren. Soms zijn het koffiehuizen of eethuizen, waar ze rustig kunnen zitten om hun werk te doen. Soms ook gelegenheden, waar ze juist anderen kunnen ontmoeten om te praten en ervaringen uit te wisselen. Volgens Van den Boom mislukt 2/3 van deze initiatieven. Je hebt een dijk van een gastheer nodig en hij noemt als voorbeeld Seats2meet. Ik ken de Utrechtse vestiging daarvan en je vindt daar inderdaad alles wat je nodig hebt: internet, werkplekken, stille plekken, drukke plekken, vergaderruimten, koffiehoek.
Hij noemt ook het ontstaan van communities. Deze communities zijn vaak groter dan bedrijven. De professionals kunnen daarin opdrachten delen en kennis uitwisselen. Deze mensen hebben dus niet meer te maken met een manager, maar met een opdrachtgever, die kennis heeft en waarmee zij communiceren over de opdracht. In de vragenronde laat hij vallen, dat in de VS 30% van de economie in de GIG-economie verloopt!