Wednesday, March 10, 2010

Aanbestedingen en verwerving van Open Source

NOiV is de opvolger van Ososs waarover ik 27 februari 2008 schreef. Ooit begon OSOSS in 2006 met een beroemde motie van kamerlid Vendrik. Ik vraag me af, in hoeverre Open Source nu ruim 3 jaar later nog steeds een belangrijk doel is. Immers de leveranciers van gesloten software zijn allemaal meegebogen naar Open Standaarden, zodat ‘customer lock in’- situaties steeds minder voorkomen. Blijft het argument van de kosten, waarbij men zich realiseert, dat open source weliswaar gratis verkrijgbaar is, maar dat het gebruiken en beheren van deze software dus zeker niet gratis is.

Ik bezocht twee bijeenkomsten waar het programma NOiV probeert open source en open standaarden te promoten, in lijn met de eerder genoemde kamermotie. En ik krijg daarbij het idee, dat het promoten van open source een achterhaald doel is. Er zijn wel instellingen, die graag meebewegen in het inzetten van open source. Maar dat vereist wel, dat management en ICT’ers bij zo’n instelling een duidelijke eigen visie hebben op ICT. Veel instellingen vinden het veel gemakkelijker om zich te laten leiden door de visie van een grote ICT-leverancier (zoals IBM, Oracle of Microsoft). Zij stellen begrijpelijkerwijs de vraag: “Wat schieten we op met open source?” Want je gaat conversietrajecten in en riskeert het om gebruikers, die momenteel zeer tevreden zijn bijvoorbeeld met de Microsoft Officesoftware, in de problemen te brengen met een conversie waarom ze niet gevraagd hebben.
Dus zullen veel instellingen blijven bij de closed source van IBM, Oracle, Microsoft e.a. Anders ligt het bijvoorbeeld in Frankrijk, waar de overheid het voor alle overheidsinstellingen verplicht heeft gesteld om gebruik te maken van open source in plaats van Microsoft Office.
Zo niet in Nederland. Het programma NOiV promoot weliswaar het gebruik van open source en open standaarden bij overheden, maar hanteert daarbij het principe ‘comply or explain’. Met andere woorden: Als je keuze niet uitgevallen is voor open source of open standaarden, dan moet je een verhaaltje klaar hebben om het uit te leggen. En zo’n verhaal is er altijd wel.

Volgens mij is de ontwikkeling zo, dat open standaarden wel breed doorzetten, maar open source niet. Immers, de softwareleveranciers buigen mee met de tijdgeest en zorgen ervoor, dat hun software via open standaarden naadloos communiceert met de buitenwereld, zodat de closed software probleemloos past binnen een applicatielandschap. En daarnaast is het een feit, dat de ondersteuning van closed source door leveranciers beter is geregeld dan de ondersteuning van open source. IBM c.s. hebben nog steeds meer solide organisaties staan dan de Red Hats en de open source communities van deze wereld.
Zo kan er een situatie van best of breed ontstaan. Je hanteert een mix van open software en closed software, al naar gelang deze produkten zich bewezen hebben. Sommige open software produkten zijn ijzersterk en onomstreden. Denk aan Apache voor webservers en Mozilla Firefox voor internetbrowsers.

Illustratief was de presentatie van een waterschap (één van de lagere overheden naast provincie en gemeente). Daar was een aanbestedingstraject georganiseerd voor de verwerving van een Content Management Systeem (CMS). De projectleider vertelde, hoe voorwaarden waren ingebouwd om open software uitdrukkelijk een kans te geven. CMS software is bekend als een domein, waar open software hoge ogen gooit met bekende produkten.
Desondanks waren er na de inschrijvingstermijn maar 5 aanbiedingen die aan de voorwaarden voldeden. 3 aanbiedingen vielen af omdat ze niet rechtsgeldig bleken (handtekening van verkeerde persoon bijvoorbeeld of solvabiliteit onvoldoende geacht). De 2 overgebleven aanbieding betroffen dus closed source!
Dit laatste leidde in de zaal tot enigszins honende opmerkingen. Men merkte op, dat de overheid via het programma NOiV uitsluitend met de mond belijdt, dat zij open source promoot. Maar dat er in de uitvoering vervolgens dusdanige belemmeringen worden opgeworpen, dat open source aanbieders geen partij zijn voor de grote leveranciers, die gespecialiseerde staven kunnen inzetten om de gecompliceerde inschrijving succesvol te kunnen doorlopen.

De spreker demonstreerde welke teksten in de aanbesteding zijn opgenomen om open source aanbieders uit te nodigen. De zaal merkte op, dat de volzinnen in deze aanbesteding van de waterschappen beschouwd kunnen worden als windowdressing.
Het blijkt wel, dat de aanpak van de overheid (comply or explain) door velen als boterzacht wordt beschouwd. Maar als de overheid meer dwingend zou optreden, komen ongetwijfeld de leveranciers middels hun ICT-office in het geweer, hetgeen ook al gebeurd is. Volgens mij is per saldo nu het resultaat, dat er geen level playing field is, maar dat de grote leveranciers door de administratieve zwaarte van de aanbestedingsgevechten in het voordeel zijn.