Friday, January 29, 2010

Forum over de dochters van NORA

Binnen het programma Renoir wordt verdere structuur aangebracht in de Nederlandse Overheids Referentiearchitectuur, NORA. Op 4 november 2009 was het NORA-forum gewijd aan het voorstellen van de vier dochters Marij, Gemma, Petra en Wilma.
Het bleek dat deze respectievelijk gefocussed zijn op de rijksoverheid, de gemeenten, de provincies en de waterschappen.

Ik vind het altijd een uitdaging om architectuur van de prachtige topdown-platen toepasbaar te maken naar de praktijk van ontwikkelaars en bouwers. En dat is waar deze vier dochters een bijdrage aan leveren. Zij verzamelen voor de genoemde overheden de zaken die relevant zijn en werken deze uit. Het valt mij op, dat ze voornamelijk allerlei reeds vroeger ontwikkelde concepten onder de noemer van Nora brengen. In die zin is het dus veel meer een consolidatieslag dan een vernieuwing. Dat vind ik ook goed, want overheidsautomatisering werd tot nu toe gekenmerkt door grote versnippering en verwarring. Dat was ook de reden, dat het Nationaal Uitvoerings Programma is gestart. (Zie mijn posting van 10 december 2009.)

Na de algemene inleiding koos ik voor een workshop van Marij, omdat daarin zou worden gesproken over ketens binnen de overheid. Die hebben mijn interesse, omdat ik enige jaren betrokken was bij de Loonaangifteketen.
In de workshop van Marij werd als voorbeeld uitgewerkt de Strafrechtsketen. (De betrokken partijen zijn daar politie, jusitie, dienst justitiele inrichtingen, rechtbanken, reclassering en anderen.)
Spreker Wim Borst noemde enige factoren, die in de keten complexiteit en belangentegenstellingen introduceren:
1) De ketens gaan door bestuurslagen en sectoren. Er zijn dus ministeries, die daar op willen sturen, maar ook allerlei uitvoerende organisaties.
2) Er is geen centraal gezag in de keten. Elke schakel in de keten is autonoom en voert het werk binnen ‘zijn’ schakel uit zoals hij dat wil.
De spreker noemde, waarschijnlijk uit eigen ervaring, dat de centralisatieslag bij politie al 20 jaar duurt. Het doorbreken van lagen en regio’s moet dus niet worden onderschat.

De voornoemde complexiteit en belangentegenstellingen zijn herkenbaar voor eenieder, die in ketens heeft gewerkt.
De spreker herinnerde aan een bekend fenomeen en verklaarde dat ook. Want waarom gebeurt het, dat ketenprojecten een zeer hoge faalkans hebben?
Welnu, stel dat 5 ketenpartners alle een deelproject moeten uitvoeren en elk van die deelprojecten heeft een slagingskans van 90%. Dan ziet dat er op het eerste gezicht gezond uit. Maar eenvoudige kansrekening ( 0.9 tot de macht 5) leert, dat er 59% kans is dat de keten straks werkt!
En als de slaagkans per deelproject 80% is, wordt de kans dat de keten werkt slechts 33%.

Aan de hand van een aantal stellingen werd tot slot in de workshop gediscussieerd in de zaal. Je proefde, dat er veel ervaringsdeskundigen aanwezig waren. Eén opmerking bleef mij bij: Iemand zei tegen een hem bekende functionaris van een ministerie, dat hij teveel ‘redeneert als jurist, maar regels en beleid zijn niet de werkelijkheid’. Dat is ook herkenbaar. Vanuit centrale macht wordt gemakkelijk van alles opgelegd met die kenmerken.