Monday, January 18, 2010

Oude en nieuwe economie, nieuwe winkels en nieuwe dienstverbanden

In het nieuwe jaar 2010 lees ik op 13 januari in de krant op de economische pagina: “Bol.com spot met de crisis. Omzet internetwinkel groeit ondanks economische malaise met 20 procent.” En op de regionale pagina van dezelfde krant staat op dezelfde dag: “Licht uit bij een familiezaak. Expert Schuurman ten onder aan crisis en winkelstrijd.”
De opkomst van de nieuwe economie en de ondergang van de oude economie ten voeten uit.

De oude electronicazaak begon in 1926 en had op haar hoogtepunt 7 vestigingen rondom Utrecht en was daar een begrip. De eigenaar geeft aan, dat de internetwinkels en de grootschalige winkels als BCC en Media Markt hem de das om hebben gedaan.
De nieuwe internetwinkel Bol.com vertelt, dat zij begon met boeken, maar via de zoekmachine van hun website uitvond, dat de klant op haar site ook zocht naar allerlei andere spullen, en zo werden successievelijk electronica, dvd’s, games en speelgoed toegevoegd aan het assortiment. Een door internet gedreven dynamiek.

Zo rond 1997 gonsde het in mijn consultingfirma Cap Gemini van de verwachtingen voor de nieuwe economie, aangezwengeld door de mogelijkheden van internet. Die verwachtingen bleken te hoog gegrepen en er was in 2001 een correctie, de ‘dotcomcrisis’. De initiatieven die teveel op lucht waren gebaseerd werden doorgeprikt en gingen te gronde. Maar de onderliggende beweging zette door. Niet alleen werd de technologie steeds beter, maar vooral leerden steeds meer mensen en organisaties effectiever daarvan gebruik te maken.
Hierboven werd Bol.com genoemd, maar wie kent niet de fenomenale groeiers als Amazon, Marktplaats, Ebay en Cheaptickets. En de ontwikkeling is nog niet ten einde, want de kinderen van nu zijn nog veel meer vertrouwd met technologie dan hun oudere broers en hun ouders. Zodra zij zich als burger en consument gaan manifesteren zal nog meer van de oude economie naar de marge worden verdrongen.

Wat ik ook een uiting van de oude economie is de zogenaamde Balkenendenorm.
Volgens deze norm moeten personen in de (semi)-publieke sfeer niet meer verdienen dan de premier en dat behelst een jaarsalaris van 181.000 euro.
Maar ik merk, dat regelmatig deze norm klakkeloos wordt toegepast op zelfstandige professionals, die tijdelijk en op contractbasis hun diensten verlenen aan een (semi)-publieke organisatie. En dan wordt dus ‘oud’ (vast 40 jarig dienstverband, zekerheid, naast salaris nog pensioen en andere regelingen) verward met ‘nieuw’ (zzp’er, tijdelijke arbeidsrelatie, geen voorzieningen voor inkomensderving, pensioen en andere regelingen voor eigen rekening).
Zo was er in 2009 commotie over een Chef Luchtkwaliteit bij de Gemeente Utrecht, die ver boven de Balkenendenorm verdiende en zo is er op dit moment gedoe over de beloning van de ICT-top van de politieorganisatie.

Het is interessant om de reacties op deze politiezaak te lezen. Veel mensen reageren emotioneel als ze de hoge beloningen lezen. Anderen nuanceren terecht, omdat het niet gaat om vaste salarissen, maar om beloning van zzp’ers. Medewerkers van de politie reageren zeer negatief vanwege de slechte ICT-systemen. Zeggen bijvoorbeeld dat de hele interne organisatie met al zijn zakkenvullers moet worden opgeruimd, om ‘het werk in handen te geven van een echt ICT-bedrijf’. Achter die opmerkingen zitten twee aspecten. Op de eerste plaats dat van de beloning. Bij outsourcen van dit werk betaalt de Politie dus niet meer die hoge vergoedingen aan personen, maar waarschijnlijk flinke facturen aan de betreffende ICT-firma. Maar in die firma zullen ongetwijfeld diverse professionals en aandeelhouders ruim boven de Balkenendenorm beloond worden. In die zin is dat gemor over de Balkenendenorm dus zinloos. Uiteindelijk gaat het erom of je kwaliteit van diensten krijgt voor je gespendeerde geld. En dat is het tweede aspect. Om die kwaliteit te begrijpen en de realisatie te monitoren heb je goede professionals nodig; zij die alleen kunnen brullen over de Balkenendenorm hebben in dat proces geen waarde.
Er wordt voorspeld, dat het leger van zzp’ ers in de toekomst fors zal groeien (zie mijn posting van 7 mei 2009. Dat is wel degelijk een uiting van de nieuwe economie. Zij zullen hun diensten verkopen aan degene, die daar behoefte aan heeft en die daarvoor wil betalen. En de klant zal de beloning laten afhangen van de waarde, die de geleverde dienst voor hem heeft.