Friday, September 11, 2009

Tayloriaans programmeren vindt zijn Waterloo

In het Duitse magazine Der Spiegel van 6 juli j.l. stond een interessant artikel over Windows 7. Ik ben geen technisch programmeur en verdiep me niet in de voor- en nadelen van nieuwe besturingssystemen. Ik kreeg in 2007 Windows Vista, omdat ik een nieuwe notebook kocht. En merkte als gebruiker weinig verschil met de voorganger XP. Volgens kenners zitten er toch belangrijke verbeteringen onder de motorkap. Wat ik wel merkte aan Vista is, dat soms opnieuw opstarten vereist was en dat het vaak erg langzaam liep. Maar verder verdiepte ik mij daar niet in. Het valt mij echter wel op, dat de laatste maanden steeds meer geschreven wordt over Windows 7, blijkbaar de opvolger van Vista.

Het interessante aan het artikel in Der Spiegel vond ik de beschrijving van de revolutie, die binnen Microsoft heeft plaatsgevonden tijdens het ontwerpen en bouwen van Windows 7. Want daar is in stilte een krachtige transformatie doorgevoerd, waarin ik tot mijn genoegen belangrijke principes van de kwaliteitsbeweging herken.

De ontwikkeling van Vista werd destijds gekenmerkt door grote afstemmingsproblemen. Er werkten 2000 programmeurs aan het nieuwe besturingssysteem.
Achteraf luidt de conclusie, dat het te complex was. Met onvermijdelijk veel fouten en dat is desastreus voor een produkt. Windows Vista geldt als de meest complexe software aller tijden; 2000 ontwikkelaars schreven 50 millioen programmaregels.
Ik kreeg het beeld van de karikatuur van het tayloriaanse produktieproces: veel mensen, kleine deeltaken, coordinatie door opzichters. Doel van zo’n proces is efficiëntie, maar in de praktijk levert het uiteindelijk coördinatieproblemen en kwaliteitsproblemen.

Der Spiegel schrijft nu: “Microsoft hat gelernt den Fehler zu fürchten”. Onder andere zitten sedert 3 jaar twee programmeurs samen achter het beeldscherm. Eén schrijft programmaregels en de ander kijkt mee om fouten direct te signaleren.
Van Microsoft worden veel negatieve zaken gezegd: machtsbelust, technisch gedreven zonder gevoel voor de noodzakelijke gebruikersfunctionaliteit, etc
Maar één eigenschap zal niemand Microsoft ontzeggen. En dat is vechtlust. Na de slechte ervaringen met Vista is Ray Ozzie binnengehaald en is er fundamenteeel gezocht naar verandering. Het siert een bedrijf, dat het zoiets kan opbrengen en consequent kan doorvoeren. Alles moest anders worden na Vista en dat hebben ze gedaan. Het ontwerpproces werd volledig klantgericht en het bouwen begon pas, nadat eindgebruikers en diverse gedragswetenschappers de functionele eisen hadden afgerond. Bij de bouw golden de principes van ‘extreme programming’ en werd een einde gemaakt aan de bureaucratische procedures in het programmeringstraject. Waar de introductie van Vista telkenmale moest worden uitgesteld, is de introductie van Windows 7 al twee maal vervroegd en staat nu op oktober 2009.
En elke dag om 16u wordt de ‘daily build’, het dagprodukt, afgesloten en aangeboden voor testen, waarbij 5000 testmachines zijn ingezet, die alle mogelijke situaties simuleren, die bij klanten worden aangetroffen.

Wederom wordt een kwaliteitsprincipe ingevoerd, door schade en schande wijs geworden. Je moet investeren in preventie. De fouten achteraf door controles opsporen en herstellen leidt tot non-kwaliteit. Het zijn de principes waarop tientallen jaren geleden werd gehamerd door Deming, Juran en andere kwaliteitsguru’s.