Thursday, May 19, 2011

Keteninformatisering in de strafrechtsketen

Voor het AGIM (Amsterdams Genootschap van Informatiemanagers) hield op 18 november 2011 Wim Borst van het Ministerie van Justitie een voordracht over bovengenoemd onderwerp.
De bijeenkomst vond plaats in het nieuwe UvA Science Park, een prachtige omgeving, waar de wetenschap weer verder zijn vleugels kan uitslaan.

Wim is door de postdoctorale opleiding Informatiemanagement enthousiast geworden om te leren 'onderscheid te maken'. Tussen activiteiten, produkten, processen, organisaties en structuren. Deze analytische benadering was voor hem als jurist een openbaring.
Hij deelt wat hij allemaal leerde in de EMIM-studie, veel daarvan niet nieuw voor mensen die beroepsmatig al bezig waren met automatisering en informatiemanagement. Hij verdiept wel al zijn denkwerk met literatuurstudie en verwijzing naar auteurs. Een intellectuele en conceptuele verrijking van zijn beschouwingen.

Als produkt van de Strafrechtsketen benoemt hij de 'Interventie'. Deze Interventie is het gevolg van een 'Incident'. Hij noemt zijn voordracht 'Jegens en Wegens', omdat de interventie plaats vindt jegens een individu wegens een incident.
Daarmee heeft hij de drie centrale entiteiten benoemt, van waaruit hij de strafrechtsketen verder gaat definiëren.

De stappen van de strafrechtsketen zijn er vijf: Opsporen, Vervolgen, Berechten, Ten uitvoerlegging en Reïntegratie.
En dan komt de grootste complicerende factor. Bij elk van deze vijf stappen zijn circa zeven verschillende instanties betrokken. Hoe kan dan de coördinatie en de informatiestroom worden gewaarborgd?
Ik had al eens eerder bij een presentatie van de politie geleerd, hoe moeilijk het is om de informatiebehoefte van al deze instanties te bevredigen. De instanties vallen onder verschillende departementen en de wil om informatie te delen of om gemeenschappelijke dossiers en applicaties te ontwikkelen is niet maximaal. Vaak wordt dat nog verder belemmerd door praktische problemen als moelijk ontsluitbare legacysystemen.

Wim stelt, dat voor de kwaliteit van de processen in de keten de 'voorkant moet worden dichtgetimmerd”. Voor de strafrechtsketen betekent dat het creëren van een 'integer persoonsbeeld' door goede identificatie van de persoon. Dat herinnert mij aan mijn ervaring in de verzekeringswereld, waar we leerden, dat de intake van het proces bepalend is voor de verdere kwaliteit. Als foutieve input wordt doorgelaten bij de input, dan geeft dat in het vervolgproces problemen: rework, uitval, zoekwerk, opstoppingen.
Hij presenteert als een belangrijke conclusie, dat het delen van informatie over een individu over verschillende processtappen en applicaties wordt belemmerd. De oorzaak is, dat de zoeksleutels niet éénduidig zijn. Een familienaam bijvoorbeeld kan namelijk op veel verschillende manieren worden geschreven (per ongeluk of expres) en als je daarop zoekt vindt je dus veel relevante informatie niét. Zijn voorstel is om een uniek nummer in te voeren, het zogenaamde SRK-nummer. (SRK voor StrafRechtsKeten.)
Zijn oplossing was echter al lang onderkend binnen het vak Gegevensmanagement. En voor personen heb je dus in Nederland al het BSN, burgerservicenummer. En de tegenwerping, dat buitenlanders geen BSN-nummer hebben, is ook al ondervangen doordat voor hen het RNI wordt ingericht, het Register Niet Ingezetenen.
Het BSN nummer (inclusief RNI) mag alleen worden gebruikt door overheidsinstanties en voor de strafrechtsketen zal het gebruik van dit nummer dus gepermitteerd zijn.

Ten slotte verzucht hij, dat het moeilijk is om het denken in termen van Informatiemanagement onder de aandacht te brengen van zijn vakbroeders, de juristen. Zij distantiëren zich daar altijd nog van, omdat ze het beschouwen als het terrein van de IT. Zeer terecht is hij van mening, dat juist materiedeskundigen (de 'business') de leiding moeten nemen voor een goed informatiemanagement in de strafrechtsketen.
Hij heeft daarom het initiatief genomen om voor collega' s een collegecyclus te organiseren, waarin hij zijn kennis met hen wil delen.
Tenslotte heeft het Rijk voor de stroomlijning van de informatievoorziening een Rijks-CIO (Hillenaar) benoemt en CIO's per departement. Het lijkt mij, dat deze laag betrokken moet raken om tot vooruitgang in deze materie te komen.