Friday, June 26, 2009

Actuarissen als kritische waarschuwers

Vanuit mijn betrokkenheid bij het Actuarieel Instituut weet ik, dat de beroepsgroep van actuarissen erg bezig is met haar positionering in de financiële wereld van de toekomst. Met name ziet zij zich een rol spelen in de discipline ‘Risicomanagement’. Vele jaren reeds zijn regelgeving en toezicht op verslaglegging en financiële verantwoording sterk in opkomst. Ondanks dat mochten we in 2008 de wereldwijde financiële crisis beleven, hetgeen de roep om meer regelgeving en toezicht nog zal versterken. Dat actuarissen qua analytische vaardigheden daarin een rol kunnen spelen, is evident. De vraag is natuurlijk welke eigenschappen, naast analytische vaardigheden, er nog meer vereist zijn om zich te profileren als de risicomanager bij uitstek.
Maandblad De Actuaris van mei 2009 besteedt aandacht aan het thema ‘Merger & Acquisitions’. Een reeks van artikelen over fusies, waardering van pensioenverplichtingen en acquisities tijdens de financiële crisis. Voor de gewenste profilering vind ik dat een goed gekozen special, want op het terrein van fusies zijn vele voorbeelden te noemen van fusies, die niet goed doordacht waren, met te weinig analyse vooraf en vooral gedreven door megalomaan denken van directeuren die te optimistisch alle risico’s onderschatten. Blijkbaar zijn er vaak in de top van het bedrijf veel megalomane denkers en meepraters, terwijl de deskundige en kritische denker ontbreekt. De leidinggevende teams zijn niet evenwichtig samengesteld.

Met name in de periode dat ik bij Cap Gemini werkte heb ik geleerd over de vorming van projectteams met speciale aandacht voor de teamsamenstelling. De teamrollen van Meredith Belbin waren daarbij leidraad.

De ervaring was, dat bij Cap de rol ‘bedrijfsman’ sterk was oververtegenwoordigd. Ze zijn belangrijk, maar voor het evenwicht moet je andere rollen erbij zoeken.
Van één rol heb ik geleerd, dat die beslist ingevuld moet worden, en dat is de rol van de ‘waarschuwer’ (ook wel ‘monitor’ genoemd). Ik vond van die rol de volgende treffende typering:
“Belbin’s observatoren hadden geconstateerd dat er in veel teams een soort “muurbloem”-type was dat zich eigenlijk niet of nauwelijks liet gelden totdat er gekozen moest worden. Op dat moment bleek deze muurbloem uitstekend in staat om voor en tegens af te wegen en een rationele, verstandige afweging te maken.
Belbin schrijft over dit type teamwerker: ‘... een serieuze, voorzichtige figuur die een soort ingebouwde immuniteit bezat voor enthousiasme. Hij nam de tijd om tot een besluit te komen want hij wilde altijd eerst goed over de dingen nadenken.’ Toen Belbin de persoonlijkheidstesten van deze types nader onderzocht bleek het te gaan om intelligente mensen met een betrekkelijk lage score op prestatiemotivatie. Beetje saaie types inderdaad, kritisch, niet zo creatief en enigszins op een afstand blijvend.
Een monitor stort zich beslist niet in het strijdgewoel. Een monitor wacht tot het stof is gaan liggen, ordent de zaken en stelt een beslissing voor. En omdat de monitor betrekkelijk neutraal de groepsprocessen heeft gevolgd kun je erop rekenen dat de monitor tot een verstandig besluit komt.
Net als de ‘plant’ is de monitor is in een team vaak een buitenbeentje. Toch verschillen ze sterk. De plant heeft de neiging om zich af te zonderen. Die neiging heeft de monitor niet. Het is net alsof de monitor al zijn denkkracht aanwendt om de verschillende mogelijkheden door te rekenen terwijl de anderen zich vaak richten op maar één mogelijkheid. De monitor is daardoor niet zo gefocust op wat er in de groep gebeurt. En diep in z’n hart maakt de monitor dat ook niet zo heel erg veel uit. Tja, de monitor is nu eenmaal niet zo’n groepsdier.”
Ik moet zeggen, dat deze beschrijving redelijk past op vele actuarissen, die ik heb leren kennen. Een figuur dus, die zich niet zal opdringen, maar die voor bepaalde situaties uiterst noodzakelijk is. Ik verwijs weer even naar de financiele crisis, waar grote groepen intelligente mensen voortstormden naar de afgrond en er onvoldoende ruimte is geweest voor de ‘waarschuwers’. Op het jaarcongres van het Actuarieel Genootschap beschreef emotie-econoom Henriette Prast, hoe mensen lijden aan misplaatst positivisme: optimistisch kansen overschatten, informatie selectief en te gunstig interpreteren e.d. Zij spoorde de actuarissen aan om het slechte nieuws, dat niemand wil horen, te blijven brengen.
Het is de uitdaging voor actuarissen om zich in besluitvormingsproces te kwalificeren voor die rol. In mijn ervaring zijn er twee voorwaarden voor de verwerving van zo’n rol:
Ten eerste moet je de geambieerde rol verdienen. En ten tweede moeten eindbeslissers ook nadrukkelijk deze rol wensen en een plaats willen geven.
Ten aanzien van het eerste zien we het Actuarieel Genootschap actief opereren. In voornoemd maandblad De Actuaris meldt de voorzitter van het AG, dat een werkgroep van het AG veel publiciteit scoorde omdat al vroeg in 2008 een studie was gestart over de consequenties van verhoging van de AOW-leeftijd. En dat het AG de komende jaren werkt aan profilering op de onderwerpen Solvency II en Enterprise Risk Management.
En ten aanzien van het tweede is het gunstig voor de beroepsgroep, dat door de financiële crisis het bewustzijn is gegroeid, dat onafhankelijke, deskundige en kritische professionals betrokken moeten worden bij het beoordelen van risico’s.