Tuesday, December 6, 2011

'Vrienden van de basisregistraties'

Ik kreeg een uitnodiging voor een bijeenkomst van Vrienden van de Basisregistraties. Volgens mij is dat een voortzetting van het NUP-initiatief, waarover regelmatig geschreven is op deze weblog. Waarschijnlijk een nieuwe benadering, met een minder techniekgedreven aanpak. (Op zeker moment was er immers een Gateway-review, waaruit bleek, dat het NUP-programma te veel aanbodgedreven was en grote kans liep om te mislukken. Zie posting van 3 mei 2010 op deze weblog.) Het gebruiken van de basisregistraties is uiteindelijk de sleutel voor een moderne elektronische overheid. En de technische bouwstenen, die alles aan elkaar schakelen zijn in wezen voor gebruikers niet interessant.
Er was een bijeenkomst van de Vrienden van de Basisregistraties op 22/9/2011 in Amersfoort.

Op de bijeenkomst spraken twee goede inleiders en het ging eigenlijk uitsluitend over de GBA. En dit is volgens mij ook de basisregistratie waarmee de meeste gebruikers bij overheden en bedrijven te maken hebben.

Wel een volle zaal: mensen van gemeenten, provincies, manifestpartijen, leveranciers. Ik telde ongeveer 160 mensen waarmee het zaaltje ook vol zat.
Indruk: Veel mensen van de implementatie. Ambtenaren, netjes geknipt, overhemd. Minder ICT, want dat ziet er anders uit, meer beharing, onconventioneler.
Wel goed deze ontwikkeling. Ik merkte al eerder op, dat er duidelijk een implementatieperiode gaande is. Kijken hoever ze gaan komen.

Inleider Arre Zuurmond is van mening, dat de NUP-programma's te lang aanbodgedreven waren. Er wordt wel gesproken over 'afnemers', maar ze worden niet echt betrokken. Hij is op zoek gegaan naar uitvoerders. Gezinsvoogden bijvoorbeeld, die met slechte en ontoereikende informatie het veld ingaan. En de brandweer vertrouwt meer op Googlemaps dan op de basisregistraties.
Stelling van Arre Zuurmond: de kwaliteit van de GBA is te laag voor de uitvoering van de overheidsprocessen. Hij verdedigt deze stelling met goede argumenten. Want weliswaar kun je schermen met hoge percentages van volledigheid en juistheid in de GBA, maar kleine foutpercentages hebben bij dergelijke grote basisadministraties grote gevolgen: Uitval die handmatig niet te bewerken is. En hoge kosten voor herstel en oplossing van de problemen.

Zuurmond noemt als voorbeeld, dat 200.000 illegalen wel een sofinummer hebben, maar geen woonadres. Daar is dus een sofinummer afgegeven zonder verificatie van een woonadres; voor handhavingsprocessen is dit een probleem. Zuurmond noemt dit 'de kloof tussen de administratieve werkelijkheid en de reele werkelijkheid'. Er worden dus administratieve feiten genoteerd, die niet sluitend worden geverifiëerd met de reële werkelijkheid..

Zuurmond vraagt ook aan de zaal om te schatten, hoeveel personen er overleden zijn, terwijl ze in het kadaster nog eigenaar zijn van een perceel. Het zijn er 120.000!
Dat betekent, dat de erfgenamen van deze overledene niet het eigenaarschap bij het Kadaster hebben gewijzigd. Het gaat hier dus om ontduiking van successierechten.
Er ontstaat een interessante discussie in de zaal: Een medewerker van het Kadaster zegt, dat er in het kadaster een aantekening is van een GBA-Melding (van het overlijden dus). Hij denkt daarmee een goede beurt te maken, maar krijgt de volle laag van Zuurmond, die juist af wil van deze 'lijdelijkheid''. Het kadaster, als verantwoordelijke bronhouder, zou moeten afdwingen, dat de GBA-melding wordt gevolgd door een mutatie van het eigenaarschap.
Een andere slimbo in de zaal meent, dat het een mooie taak is voor de belastingdienst om te bewaken, dat alle overlijdensmeldingen worden gevolgd door een mutatie in het kadaster. Deze domme opmerking wordt natuurlijk onmiddellijk bestraft door de spreker van de belastingdienst: Zij passen ervoor om de wanprestaties van andere registerhouders te moeten rechtstrijken!

De tweede spreker (Jan Duijghuizen van de Belastingdienst) licht ook zijn stelling toe: Massale processen zijn de aandrijver van kwaliteitsverbetering.
Dat is een goede stelling en ik heb dat zelf meegemaakt bij het inrichten van de Polisadministratie van UWV. Door de fouten in de Polisadministratie lopen massale processen fout: Huurtoeslag, studietoelage e.a. Duijghuizen merkt op, dat de Belastingdienst de beste 'terugmelder' is van fouten in basisadministraties. Zelf heb ik tijdens mijn jaren bij de Polisadministratie de Belastingdienst ook leren kennen als een koploper bij het realiseren en verbeteren van de basisregistraties.
Want ook al zijn de foutpercentages relatief laag, dan nog leidt het in deze massale processen tot een uitval die onmogelijk handmatig te bewerken is. (Duizenden foute brieven, foute signaleringen.) Bovendien leidt het tot wrijving met klanten, ontevreden burgers, verontwaardigde berichten in het nieuws en consumentenprogramma's.

Ik vond het twee zeer goede inleiders. De één, die zich richt op de problemen die individuele professionals ondervinden. En de ander, die redeneert vanuit de massale processen. Maar met dezelfde conclusie: De kwaliteit van basisregistraties moet hoog zijn.
Beide sprekers maken zich sterk voor het creëren van toezicht 'achter de voordeur', 'achter de bedrijfsdeur' en 'in de openbare ruimte'.
Zie ook een hartekreet over de 58.000 'spookburgers' in Amsterdam:
http://www.vngmagazine.nl/nieuws/3886/amsterdam-pakt-spookburgers-aan

Ik ben wel nieuwsgierig of we in de toekomst de kwaliteitsverbetering van de GBA meetbaar kunnen maken.
De GBA is al met al toch wel zo'n 20 jaar een gegeven. Terwijl de andere basisregistraties veel priller zijn. Dus die zullen nog wel even tijd nodig hebben om betrouwbare bronnen te worden voor de overheidsadministraties.